Het onderwijs staat onder druk, en vooral het voortgezet onderwijs lijkt nog wat achter te blijven. Terwijl er op veel andere gebieden vernieuwing plaatsvindt, kampt het voortgezet onderwijs met een torenhoge werkdruk en gebrek aan budget voor veranderingen. Docenten Koen Ruis en Yob van der Woude zien de urgentie en pleiten voor aanpassing en vernieuwing in de klaslokalen.
De tekorten in het voortgezet onderwijs zijn steeds zichtbaarder. Grote klassen, te weinig docenten en vooral een werkdruk die onhoudbaar is, maken het steeds moeilijker om effectief les te geven. De traditionele methoden schieten tekort, zowel voor leerlingen als voor leraren. “De manier waarop we vroeger lesgaven, werkt niet meer”, zegt Yob van der Woude, geschiedenisdocent. “Leerlingen vragen om een andere aanpak.”
Gedragsproblematiek
Volgens Van der Woude heeft de coronaperiode diepe sporen nagelaten. “Je merkt echt een verschil tussen toen en nu”, vertelt hij. “De ‘Zoom-generatie’ heeft de traditionele manier van lesgeven moeilijker gemaakt. We zien gedragsveranderingen en concentratieproblemen.” Veel leerlingen hebben tijdens de pandemie een deel van hun schoolse opvoeding gemist, wat heeft geleid tot andere gedragingen in de klas. “Het is niet verrassend dat deze generatie anders reageert”, zegt Van der Woude. “Die gemiste tijd heeft invloed op hun houding en gedrag in de klas.”
Ludodidactiek
Het moet dus anders, vindt ook docent Koen Ruis, hij begint zijn les met een ‘begrippenbingo’, waarbij zijn 4VWO-klas enthousiast meedoet. “Wie valse bingo heeft, moet zingen!” waarschuwt de 25-jarige aardrijkskundedocent lachend. “We spelen vaak Thirty Seconds, en ik gebruik ook regelmatig LessonUp – al doe ik dat toevallig deze les niet. Ik probeer wel altijd veel foto’s te gebruiken.” Het idee van spelenderwijs leren bestaat al langer en staat bekend als ludodidactiek.
“Je ziet dat leerlingen beter reageren als ze met plezier leren”, legt Ruis uit. “Ze zijn meer gemotiveerd, en dat maakt het onderwijs effectiever.” Het idee is niet nieuw, maar wordt steeds meer omarmd door docenten die zien dat de traditionele methoden niet altijd de gewenste resultaten opleveren.
Geen ruimte
Vernieuwing in het onderwijs blijkt geen simpele opgave. “De werkdruk is zo hoog dat er nauwelijks ruimte is voor experimenteren”, legt Van der Woude uit. “Docenten hebben ideeën, maar het is lastig om die in de praktijk te brengen zonder de juiste ondersteuning. Ook de financiële middelen ontbreken vaak om veranderingen door te voeren.”
Volgens Van der Woude is het moeilijk om fundamentele veranderingen door te voeren zonder meer tijd en middelen. “Kortere lesuren betekenen vaak dat je op andere manieren moet compenseren. Dat verhoogt de werkdruk alleen maar.”
Toch blijft de urgentie om het onderwijs te vernieuwen groot. Docenten zoals Ruis en Van der Woude zijn het erover eens: er is meer ruimte nodig voor vernieuwende onderwijsmodellen, voor zowel de docenten als de leerlingen. Want, zoals Ruis het zegt: “School zou een fijne ervaring moeten zijn voor iedereen.” Maar daarvoor moet het systeem op de schop.