Niet alleen lof voor nieuwe kijkcijferhit ‘Een Buitengewoon Gesprek’: ‘Ik mis de nuance’

Afgelopen zondag was de eerste uitzending van ‘Een Buitengewoon gesprek’, een programma van de EO waarin 32 mensen met autisme de rol van journalist oppakken en een BN’er mogen interviewen. 1,1 miljoen mensen zaten voor de tv, een ware kijkcijferhit. Toch is niet iedereen blij met het programma, zoals Dirk van Meer. Hij is voormalig CEO van zijn eigen bedrijf Team CORE en is zelf ook autistisch. Hij geeft lezingen en heeft zelfs een boek geschreven over hoe je het leven aangrijpt met autisme. Van Meer mist een duidelijke nuance in het programma.

Als Van Meer de vraag krijgt of hij het programma elke week gaat kijken, geeft hij een heel duidelijk antwoord: “Nee. Ik snap best dat mensen hier een amusementswaarde in zien. Maar ik denk bij mezelf, laat ik het maar niet kijken want bij mij kan er een nare smaak overblijven.” Van Meer kan zichzelf niet echt identificeren met de personen op beeld en voelt tegelijkertijd dat andere mensen dat wel gaan doen. “Je wordt nu toch gegeneraliseerd. Dan kan ik mezelf betrappen tijdens zo’n programma, dat ik denk: dit ben ik niet. Maar de volgende keer als ik mijzelf publiekelijk identificeer als autistisch, is dit wel iets wat mensen mee hebben genomen in dat frame van autisme.”

De representatie van mensen met autisme binnen de Nederlandse media kan sowieso nog flink wat werk gebruiken vindt Van Meer. “Ik merk dat het vaak nog steeds neergezet wordt in de categorie ‘zij kunnen minder’ of ‘fijn dat we dit voor hun mogelijk hebben kunnen maken’. En natuurlijk is het een beperking, maar gaan programmamakers ook een programma maken waarin 32 mensen in een rolstoel een vraag mogen stellen?”

Het gaat Van Meer om de keuze voor welke mensen er op tv worden neergezet als representatie van autisme. De representatie die dan ook bij de kijker zal blijven hangen. “Programmamakers hebben genoeg door wat er werkt in zo’n programma. Die gaan niet voor de generieke normale joviale gast, maar juist voor de opvallende alternatieve types. Dat wordt het beeld wat je ermee gaat associëren. Als je dan 32 mensen met autisme neerzet, blijven toch degene hangen met communicatieproblemen. Inclusief dat je dan de kans krijgt dat daar weer internet memes uit gaan komen.” Ook doelend op de memes die uit een documentaire genaamd ‘Het beste voor Kees’ zijn gekomen.

Het gaat Van Meer niet alleen om het beeld wat bij de gemiddelde kijker binnenkomt, maar vooral ook om wat andere autistische mensen kunnen denken na het zien van zo’n programma. Hij haalt een voorbeeld aan van wat hij vroeger meegemaakt heeft en is bang voor hetzelfde effect bij anderen: “Ik kreeg in mijn tijd filmpjes doorgestuurd van het Nationaal Autismecentrum. Er zat een filmpje bij van een jongen die voor een wasdroger zat, die droger draaide en dat had een kalmerend effect op hem. Toen ik dat zag had ik daar geen context bij, ik dacht alleen maar: hij heeft autisme en ik heb autisme, dus dit is wie ik ook ben. Dat is best een slechte motivator.”

Inmiddels heeft de NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme) op het programma gereageerd. In een statement op hun site hebben ze het over ‘een te eenzijdig beeld van autisme’. Het programma zou ouderwetse vooroordelen over autisme bevestigen en versterken wat schadelijke gevolgen zou hebben voor de inclusie van mensen met autisme in de maatschappij.

Lees verder

Geselecteerd door de redactie

Deel dit bericht