Steeds meer aandacht voor PFAS in medicatie, maar is dit terecht?

Longfonds meldt: Steeds meer jongeren met astma gebruiken dagelijks een pufje om hun ademhaling onder controle te houden. Maar er is de laatste tijd aandacht voor een probleem waar mensen nog niets van wisten: sommige pufjes bevatten PFAS. NOS vermeldde dit in hun artikel: ”Een patiënt werd gewoon boos dat hij hier niets van afwist.” PFAS zijn chemische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu én misschien ook voor je gezondheid. Wat betekent dit precies voor jongeren die deze medicijnen gebruiken?

Jacob de Boer hoogleraar milieuchemie en toxicologie vertelt: ”Het gaat om de kleinste PFAS, TFA, dat staat voor trifluorzijnzuur. Die lijkt wat minder giftig dan de andere PFAS stoffen maar ook die wil je toch niet in je lijf hebben.” PFAS zijn erg handig voor dat doel, omdat ze stabiel zijn en niet snel afbreken. Maar dat is ook precies het probleem: PFAS blijven héél lang in je lichaam én in het milieu. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) legt uit dat PFAS moeilijk afbreken en op lange termijn schadelijk kunnen zijn. Toch zijn ze nu nog vaak nodig om de inhalator goed te laten werken. PFAS zitten in sommige puffers omdat ze helpen het medicijn goed te verspreiden. Ze zorgen ervoor dat het medicijn niet blijft plakken en dat je de juiste hoeveelheid binnenkrijgt. 

Frans de Jongh, longfysioloog meldt: ”De laatste 15 jaar wordt er wel degelijk rekening mee gehouden dat een kind/jongere niet gelijk is aan een volwassene. Daarom moet je goed letten op de dosis en of je die moet aanpassen of op een ander middel moet overstappen.’’

Zijn PFAS dan ook gevaarlijk voor jongeren?

RIVM meldt op hun site: de blootstelling via een pufje is niet direct gevaarlijk. Maar het gaat vooral om het langdurige gebruik. Hoe langer en vaker je een pufje gebruikt dat PFAS bevat, hoe groter de kans dat het zich ophoopt in je lichaam. Het ophopen van PFAS in het lichaam is schadelijk omdat deze stoffen zeer langzaam worden afgebroken en zich kunnen ophopen in het bloed en organen.

Frans de Jongh meldt: ”Hoe lang je hoeveel PFAS moet hebben geinhaleerd voordat je er schade van oploopt is nog nooit aangetoond. Dat is een probleem van veel stoffen. Ik zou me veel meer zorgen maken over: roken,vapen,drugs,drank en obesitas bij jongeren.” RIVM meldt in artikel: De stoffen zijn wel bewezen slecht voor de natuur, ze kunnen gezondheidsproblemen opleveren voor dieren.

Het Longfonds Meldt: dat jongeren zich geen zorgen hoeven te maken als ze hun medicatie nodig hebben, maar dat het wél goed is om het met de huisarts of longarts te bespreken. Misschien kun je overstappen op een PFAS-vrije variant.

Zijn er ook PFAS-vrije pufjes beschikbaar?

”Er zijn opties zonder PFAS zoals Sommige poederinhalatoren bijvoorbeeld de Diskus of Turbuhaler – bevatten geen PFAS, omdat ze geen drijfgas gebruiken. maar dan moet je wel diep kunnen inhaleren en dat kunnen bijvoorbeeld ouderen en kinderen niet zo goed”, aldus Jacob de Boer.

”DPI’s hebben geen drijfgas en als de patiënt krachtig genoeg kan inademen worden deze zeker in Nederland voorgeschreven. Wij lopen daarmee in de wereld voorop. Professor van Boven werkt in UMCG en werd geïnterviewd door NOS. Het UMCG doet al decennialang onderzoek naar optimalisatie van droogpoederinhalator. En de nieuwere drijfgassen zijn veel milieuvriendelijker maar hoeveel PFAS er in zit is niet openbaar, de exacte samenstelling is nog niet bekendgemaakt door de farmaceut”, aldus Frans de Jongh.

Wordt er in de zorg genoeg rekening gehouden met jongeren?

Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor jongeren in dit verhaal. Organisaties zoals het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) moedigen fabrikanten aan om nieuwe, PFAS-vrije pufjes te maken. Artsen en apothekers proberen ook actief mee te denken over het gebruik van PFAS-vrije opties, aldus NOS.

”Een van de uitdagingen is dat jongeren niet openlijk te boek willen staan bij hun vrienden als patiënt die pufjes moet gebruiken voor hun astma en daarom het vaak niet innemen. Daarom wordt er bij het ontwikkelen van nieuwe medicatie gekeken naar: welk soort medicatie gaat mijn patiënt ook echt gebruiken.”, aldus Frans de Jongh.

Lees verder

Geselecteerd door de redactie

Deel dit bericht