Steeds meer 15- en 16-jarigen zijn de afgelopen jaren gaan werken. “Je ziet overal werkgevers die op zoek zijn naar medewerkers. Die krapte op de arbeidsmarkt zal voor jongeren een extra prikkel zijn om op zoek te gaan naar werk”, zegt hoofdsocioloog van het Centraal Bureau voor Statistieken (CBS), Tanja Traag. Uit de nieuwe cijfers van het CBS komt naar voren dat 78% van alle jongeren tussen de 15 en 27 jaar eind vorig jaar een baan had. In de allerjongste groep jongeren (die van 15 en 16 jaar oud) kwamen er de afgelopen jaren het meeste werkenden bij.
Vakkenvullen is het meest populaire bijbaantje voor de jonge werkers. Ook verdienden ze hun geld relatief vaak in de horeca, detailhandel of achter de kassa. “Ik ben vooral begonnen met werken zodat ik met vriendinnen leuke dingen kon doen en om kleding te kopen. Inmiddels werk ik ook, omdat ik het gewoon heel leuk ben gaan vinden”. De 16-jarige Fenne van Wijk uit Vught werkt naast haar school in de horeca. Wanneer ze een belangrijke toets heeft vraagt ze vrij zodat ze kan leren.
Dat school en bijbaantjes soms lastig te combineren zijn merkt ook Bita Besharat. Zij is onderwijsassistent en invaldocent maatschappijleer op het Goese Lyceum in Goes. Ze ziet een groot verschil tussen leerlingen die werken om hun eigen geld te verdienen, omdat ze thuis minder ter beschikking hebben en leerlingen die een bijbaantje hebben voor de lol. “Van die eerste groep leerlingen hoor ik vaker dat ze moe zijn omdat ze de dag ervoor na een hele dag school nog tot laat moesten werken”. Ondanks dat Bita merkt dat leerlingen hun school niet meer altijd als nummer één prioriteit zien, vindt ze het goed dat ze een bijbaantje hebben. “Je leert mensen kennen, maakt ervaringen in het werkveld, leert omgaan met geld, maar dit alles moet wel met mate”.
Ook vanuit pedagogisch oogpunt wordt het niet als een verkeerde ontwikkeling gezien dat steeds meer jonge jongeren aan het werk zijn. Dorien Graas is Lector Jeugd bij de Hogeschool Windesheim. Ze heeft geen onderzoek gedaan naar de invloed van werken op 15-en 16-jarigen, maar doet onderzoek op het terrein van het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van kinderen. Dorien vraagt zich af of we als prestatiegerichte samenleving niet te veel druk leggen op onze jongeren. De hoeveelheid toetsen, het werk en de verwachtingen van ouders kan stress opleveren en bij sommige zorgen voor mentale problemen. Dat ze al zo vroeg werken zou niet per se kwalijk zijn, dat is namelijk van alle tijden. “Maar het draagt wel bij aan het in sneltreinvaart opgroeien van jongeren waarbij er op alle niveaus te veel van hen verwacht wordt”, aldus Dorien Graas.
Foto/ANP MARCO DE SWAR