Vorig jaar stierf een koe tijdens het Paasvee in Schagen. De stress bleek haar fataal. Dit jaar zijn er extra maatregelen genomen om dat te voorkomen. Meer afzettingen, meer afstand tussen publiek en dier. Toch is duidelijk te zien dat het zwaar blijft. De spieren zijn opgepompt, het lichaam log. Sommige koeien liggen uitgeput in het stro, anderen staan nog, maar met moeite.
De jaarlijkse keuring is al generaties lang een traditie. De stad loopt uit voor het evenement. Tientallen dikbillen staan opgesteld tussen strobalen en mobiele hekken, in het centrum van Schagen. Er is muziek, er zijn kraampjes en de lucht ruikt naar poffertjes, mest en stro. Gezinnen, toeristen en vaste bezoekers schuifelen langs de dieren, maken foto’s en bewonderen de glanzende vachten.
Die vachten zijn er niet zomaar. De dag begint vroeg. De koeien worden gewassen met een hogedrukspuit, kaalgeschoren en opgepoetst. Alles moet glimmen. De jury loopt rond in witte jassen en buigt zich over achterwerken, beoordeelt de vorm, de omvang en de verzorging. Het gaat om perfectie. “Het zijn drie verschrikkelijk mooie beesten,” klinkt het. Vanuit het publiek wordt gelachen. “Kunnen we knap rosbief van maken,” roept iemand.
Het hoogtepunt van de dag is de uitreiking. Als Patrick van de Berg wordt uitgeroepen tot kampioen bij de zwartbonten, barst er gejuich los. Zijn koe krijgt een rood-wit lint omgehangen en een beker op de rug. Het dier wordt op de foto gezet, omringd door trots en bewondering. “Zonder vee geen Paasvee,” benadrukt de commissie ieder jaar weer. Een vaste uitspraak, die onderstreept hoe belangrijk de dieren zijn voor het voortbestaan van deze traditie.
De sfeer is feestelijk, maar onder de oppervlakte schuurt het. De dieren staan er stil en zwaar, in een drukke omgeving vol prikkels. De spanning tussen traditie en dierenwelzijn wordt steeds zichtbaarder. Als de prijzen zijn uitgedeeld en de orgelmuziek overgaat in feestmuziek, hoor je in de verte nog het loeien van vermoeide dieren.