Meer dan de helft van de Nederlanders (56,8%) gebruikt weleens een telefoon tijdens het autorijden. Dat blijkt uit onderzoek van vergelijkingssite Overstappen.nl. Navigeren is daarbij de belangrijkste reden (45%), gevolgd door handsfree bellen (31%) en het bedienen van muziek of podcasts (13%). Slechts 0,2 procent gebruikt de telefoon onderweg voor social media.
Volgens verkeerspsycholoog Dick de Waard van de Rijksuniversiteit Groningen zegt dit cijfer niet alles. “Het hangt er helemaal vanaf wat je bedoelt met ‘telefoongebruik’,” benadrukt hij. “Heel veel mensen gebruiken CarPlay of Android Auto om te navigeren. Dat is technisch gezien ook je telefoon gebruiken, want zonder telefoon werken die systemen niet. Maar dat hoeft niet per se erg te zijn.”
“Sterker nog, navigeren kan juist helpen om veiliger te rijden, omdat je weet waar je naartoe moet en je de onzekerheid tijdens het rijden wegneemt,” zegt De Waard. “Als het gaat over dingen die niet echt nodig zijn, zoals appen of door menu’s scrollen, dan is het een ander verhaal. Dat is gewoon gevaarlijk.”
Volgens De Waard is navigeren “de minst ernstige variant” van schermgebruik in de auto. “Alles wat je anders doet dan naar de weg kijken, is in principe een bedreiging voor de veiligheid,” zegt hij. “Maar navigeren helpt vaak juist om overzicht te houden.”
Maar navigatie kan volgens hem ook een vorm van afleiding zijn, zeker in druk verkeer. “Het moment dat je in de stad rijdt en je kijkt naar een scherm, ben je niet op de weg gericht,” legt hij uit. “Maar in de oude situatie had je misschien een kaart naast je. Het beste blijft natuurlijk continu naar de weg kijken.”
Een belangrijk verschil met vroeger is volgens hem de bediening van moderne schermen. “Vroeger had je knopjes op je radio, die je alleen hoefde in te drukken. Nu moet je soms door menu’s heen scrollen, en dat kost tijd. Dat is precies wat je niet wilt tijdens het rijden.”
“Niet de hoogte van een boete, maar het gevoel dat je gepakt kunt worden maakt het verschil”
De boete voor telefoongebruik achter het stuur bedraagt momenteel 420 euro. Volgens De Waard is dat bedrag al hoog genoeg “om niet te zeggen krankzinnig hoog”. Toch helpt dat volgens hem weinig als mensen niet het gevoel hebben dat ze ook écht gepakt kunnen worden. “Het gaat niet om hoe hoog de boete is, maar om de kans die jij ervaart om gepakt te worden,” zegt hij. “Dat noemen we de subjectieve pakkans. Als die hoog genoeg is, dan laten mensen hun telefoon wel liggen. Maar de meeste mensen hebben het gevoel dat die kans heel klein is.”
De Waard noemt de opkomst van zogenoemde focusflitsers, camera’s die automatisch detecteren of bestuurders hun telefoon vasthouden, een positieve ontwikkeling. “Dat kan helpen om de pakkans voelbaar te maken. Want als mensen denken dat ze gecontroleerd kunnen worden, laten ze hun telefoon eerder liggen.”
Campagnes werken alleen met handhaving
De overheid probeert bestuurders al jaren via campagnes zoals MONO te overtuigen hun telefoon niet te gebruiken. Volgens De Waard hebben zulke campagnes beperkte waarde als ze los van handhaving staan.
“Campagnes kunnen helpen om duidelijk te maken dat je ergens mee bezig bent,” zegt hij. “Maar ze zorgen zelden voor ander gedrag. Ze werken vooral als ze gekoppeld zijn aan maatregelen. Dus als er tegelijkertijd politiecontroles zijn, dan heb je kans dat het effect heeft. Een campagne op zichzelf? Dat werkt meestal niet.”






