Minder buitenspelen, meer schermtijd dat is de werkelijkheid voor veel kinderen in Nederland. Toch zijn niet alleen de ‘schermen’ een probleem voor de welgesteldheid van de vaak toch jongere kinderen. Zo ook volgens orthopedagoog Stèfanie Groeneveld – van Hout: “Ik vind dat niet de primaire boosdoener, maar het is wel een versterkende factor. Ik denk dat de primaire boosdoeners zijn: te drukke agenda’s van kinderen of ouders, te veel en te gehaast leven waardoor kinderen vluchten in schermen.”
Vooral kinderen tussen de 10 en 12 blijven steeds vaker binnen. Althans dat komt voort uit een onderzoek door PanelWizard in opdracht van Tuinmeubelshop. Uit het onderzoek blijkt dat 42% van de kinderen minder dan twee uur per dag buitenspeelt. Volgens Groeneveld – Van Hout kan dit leiden tot de volgende psychologische gevolgen: “Teruggetrokken gedrag (isolatie), weinig sociale contacten dus minder sociale vaardigheden, verveling, weinig creatief vermogen, perfectionisme (niet vies worden) etc. dus het doet echt wat met het welbevinden van kinderen.” Kinderen lijken in dat opzicht op papegaaien zien=nadoen. Dat gebeurt ook met de ‘schermen’, volgens de orthopedagoog: “Ik zie vooral dat ze (te) druk zijn. Ook denk ik dat sommige ouders te veel bovenop de kinderen zitten (overbezorgd). Hierdoor worden ze minder vrij worden gelaten in het buitenspelen. Ook zijn ze zelf (te) digitaal gericht. Ouders zitten veel op een scherm en kinderen doen ze na. Voordoen=nadoen.”
De rol van scholen
Sinds 1 januari 2024 is het gebruik van telefoons niet meer toegestaan op middelbare scholen. Toch zijn kinderen niet helemaal schermvrij, tijdens pauzes worden spelletjes op het Digibord gespeeld of YouTube filmpjes afgespeeld. Dat kan een probleem zijn volgens Groeneveld – Van Hout: “Als het gaat om meer buitenspelen: zelf het goede voorbeeld geven en langere pauzes op school inplannen. Op school krijgen kinderen soms amper tijd om rustig te eten (en krijgen ze een scherm voorgeschoteld), daarna krijgen ze maar een kwartiertje om buiten te spelen. Dat moet anders. Ook kun je kijken naar de speelpleinen, deze zijn vaak hard en hebben weinig ruimte en materialen om te spelen. Daar mag nog veel in veranderen. Qua schermgebruik kunnen zij ouders informeren middels informatieavonden.”
Pubers zijn vaak heel erg opzoek naar wie ze willen zijn, juist daarom heb je volgens de kinderpsycholoog een balans nodig om je te ontwikkelen: “Ja, pubers spelen/zijn minder buiten en meer op een scherm, ook omdat ze het voor school nodig hebben. Dit kan geen kwaad, mits alles in balans is. Het gaat dus niet om schermtijd, maar het stukje balans; dus ook sporten en sociale contacten onderhouden buiten zo’n scherm om.”
Perspectief
Het onderzoekt spreekt daarom ook van zorgwekkende ontwikkelingen. Groeneveld – van Hout geeft aan waar het probleem zich misschien wel vaker afspeelt: “Ik verwacht dat vooral kinderen uit de stad worden geraakt door deze trend van weinig buitenspelen, maar denk niet dat dit echt samenhangt met schermen. Ook denk ik dat de betrokkenheid van ouders een belangrijke rol is die meespeelt. Net zoals een gebrek aan kennis bij ouders over de invloed van weinig buitenspelen. Onwetendheid misschien.” Het probleem ligt echter ook niet aan de financiële achtergrond: “Ik denk niet dat dit een kloof vormt tussen arm en rijk, je ziet het terug in alle milieus.”






