De Amerikaanse wet FISA geeft Amerikaanse inlichtingendiensten het recht om zonder toestemming data van niet-Amerikanen in te zien, ook die van jou. Toch slaan veel Europese overheden en bedrijven hun gegevens nog steeds op bij Amerikaanse bedrijven zoals Microsoft en Amazon. Dat brengt grote risico’s met zich mee voor onze privacy en onafhankelijkheid.
De Foreign Intelligence Surveillance Act of FISA maakt het mogelijk dat Amerikaanse inlichtingendiensten toegang krijgen tot data die op Amerikaanse servers staat, ook als die servers niet in Amerika staan. Hier wordt niks van gedocumenteerd, dus weet niemand hoeveel data er daadwerkelijk wordt ingezien.
Volgens Quirine van Eeden van het Rathenau Instituut blijven overheden en andere organisaties kiezen voor Amerikaanse Cloud omdat hun werk- en IT-processen vervlochten zijn met de diensten van big tech-bedrijven en overstappen niet eenvoudig is. “Ze gebruiken al jaren software van die bedrijven en zijn gewend met die systemen te werken, ook hun hele IT-afdeling is daarop ingericht.” Maar die keuze heeft gevolgen, waarschuwt ze. “Systemen beïnvloeden hoe organisaties werken en communiceren. Daarmee loop je het risico langzaam de controle uit handen te geven aan Big Tech.”
Naast privacy speelt ook geopolitiek een rol. De Amerikaanse regering heeft eerder laten zien digitale diensten te kunnen gebruiken als drukmiddel. Toen Washington sancties oplegde aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. De hoofdaanklager verloor toen toegang tot zijn e-mail.
Van Eeden benadrukt dat het probleem niet verdwijnt als Trump, wie er ook in het Witte Huis zit. “De vraag is vooral wat de komende tijd gaat gebeuren. Je zou deze afhankelijkheid in principe gewoon niet moeten willen. Je als publieke organisatie voor je functioneren op een partij aan de andere kant van de oceaan waar je nauwelijks grip op hebt.”






