Steeds meer Nederlanders werken twee of meerdere banen. ‘Multi-jobbing’ zoals het in de volksmond genoemd wordt, is met name bij studenten in trek. Tuurlijk, het levert extra centjes op, maar deze trend heeft ook een keerzijde. Bij een rondvraag onder studenten en een hoogleraar, blijkt namelijk dat het werken van twee jobs niet bepaald relaxter is dan het werken van maar één.
Volgens een recent gepubliceerd rapport van UvA onderzoekers Conen en De Beer, combineert ongeveer 1 op de 10 werkenden twee of meerdere banen. En als je de werkgelegenheidscijfers van het CBS ernaast houdt, zie je dat het gewerkte aantal banen harder groeit dan de hoeveelheid werkenden. Tot op heden is er nog weinig onderzoek gedaan naar waarom het multi-jobben de afgelopen jaren zo’n groei heeft gemaakt. Maar met de stijgende kosten van, tja, vrijwel alles, is de zoektocht naar een extra inkomstenbron begrijpelijk.
Vooral studenten krijgen de afgelopen tijd zware financiële tegenslagen voor de kiezen. Denk aan het afschaffen van renteloos lenen, het stoppen van de tijdelijke verhoging van de basisbeurs en het terugkeren van de langstudeerboete. Om het nog niet eens te hebben over de stijgende kosten van boodschappen, huur, G/W/L, de krant en vrijwel alle andere basisvoorzieningen.
Dit alles zorgt ervoor dat studenten steeds meer aan de bak moeten. Alleen blijkt vervolgens dat ze met hun 0-uren of freelance-contract, niet nóg meer uren kunnen of mogen maken bij één en dezelfde werkgever. De student in geldnood klopt dus aan bij een tweede werkgever, om alsnog de eindjes aan elkaar te knopen. Maar dit blijkt lang niet zo gemakkelijk als het werken voor één werkgever.
Prof. Dr. Fred Zijlstra is hoogleraar arbeidspsychologie en gespecialiseerd in o.a. werk-gerelateerde stress. Hij zegt er het volgende over: ‘ik denk dat het voornamelijk een negatieve invloed heeft op de mentale gezondheid, vanwege verhoogde stress en de moeilijkheid de banen te combineren.’ Waarom gaan zoveel studenten dan alsnog voor die tweede job?
‘Het zal wel moeten’
Isa (21) volgt een HBO studie en woont op kamers. Ze begon met een bijbaantje in de huiswerkbegeleiding, waar al snel een schoonmaakadresje bijkwam. Sinds kort werkt ze ook 2 dagen in de horeca. Ze beaamt de stijgende kosten van levensonderhoud en de bijbehorende druk om meer te gaan werken: ‘Eerst kon ik nog wel een beetje lenen, maar met die rente wil ik dat gewoon niet meer doen’ zegt ze. ‘Het liefst zou ik het wel wat rustiger aandoen, ik merk dat het vermoeiend is. Al bijna een jaar tik ik nu de 50+ uur per week aan. Ik kan gewoon niet anders, ik heb bijna 20.000 euro studie schuld.’
Ook studenten die werk krijgen in hun gedroomde werkveld, vinden het financieel moeilijk om hun oude bijbaantje los te laten. Melle (18) studeert ICT en heeft sinds kort een baan weten te vinden bij een elektronicazaak. Maar zijn eerste bijbaantje in de supermarkt heeft hij niet opgegeven: ‘Eigenlijk, vooral later, wil ik daar niet m’n geld mee verdienen. Gewoon een beetje dingen over de toonbank trekken, bliep bliep, bonnetje erbij? Nee, dat is niet uitdagend. Maar zolang ik niet genoeg geld verdien met wat ik eigenlijk wil doen, zal het wel moeten. Eigenlijk vind ik dat wel jammer. Maarja, het zal wel moeten.’
Maar ook de switch van de ene bijbaan naar de ander, gaat tegenwoordig niet zonder een tijdje te dubbelen. Zo beaamt uitwonend filosofiestudent Roy (21): ‘eerst werkte ik in een restaurant, toen ik daarmee op wilde houden kon ik niet zomaar stoppen en op m’n gemak een andere baan zoeken. Pas toen ik een tijdje aangenomen was bij m’n nieuwe baan, nam ik ontslag bij m’n eerste werkgever. Ik kon het echt niet permitteren om ook maar een maandje zonder baan te zitten. Ik wilde helemaal geen twee banen, maar het ging niet anders.’
‘Bezingt eer ge begint’
Loonheffingskorting. Veel studenten maken er gebruik van, waardoor ze een stuk minder belasting hoeven te betalen. Alleen, loonheffingskorting mag maar bij één werkgever tegelijk gebruikt worden. Tot grote ergernis van Melle: ‘Het is niet alsof het winstgevender is om twee baantjes te werken. Ik zou er veel meer mee verdienen als ik al m’n uren gewoon bij één werkgever kon maken. Over m’n tweede baantje betaal ik tegen de 40% belasting, ik houd bijna niks meer over. Maarja, als ik ermee stop dan heb ik helemaal niks.’
Als het aan Isa lag, zou ze ook het liefst al haar uren bij één werkgever maken: ‘Over mijn inkomen vanuit de huiswerkbegeleiding betaal ik nou belasting. Loonheffingskorting kun je maar bij één baantje aanzetten. Toen ik uit ging rekenen hoeveel het zou schelen als ik diezelfde uren gewoon allemaal bij één baantje zou maken, daar schrok ik wel van.’
Alhoewel het dus niet financieel aantrekkelijk is dan het werken van meer uren bij één baan, moet de student die die extra uren simpelweg niet krijgt, toch de overweging gaan maken om die tweede job te nemen. Hierover zegt Hoogleraar Zijlstra: ‘Mijn advies zou zijn: bezint eer ge begint. Het lijkt me verstandiger om het niet te doen en op zoek te gaan naar een baan die beter betaalt’.
Toch ligt die betere betaalde baan niet altijd in het verschiet voor de in steeds grotere geldnood rakende student. En blijft voor sommige studenten het multi-jobben een, al dan niet tijdelijke, bittere noodzaak.