“Ik wist niet dat ik dit zou veroorzaken.” Toch heeft de 20-jarige Amsterdammer opdracht gegeven aan twee minderjarige voor het afsteken van de vuurwerkbom. De bom ging af bij een woning. Op dat moment waren er twee kinderen en hun moeder aanwezig.

Naast de vuurwerkbom heeft de 20-jarige verdachte nog zeven andere strafbare feiten gepleegd zoals wapenbezit en bedreiging. Hierdoor heeft de Officier van Justitie 12 maanden voorwaardelijk en 360 uur taakstraf geëist. Ook heeft de moeder van de vuurwerkbom een schadevergoeding geëist.

Waarom is het gebeurd?

De vuurwerkbom werd geplaatst vanwege een conflict. De Amsterdammer had niks te maken met dit conflict. Een vriend vroeg of hij iets kon regelen. De 20-jarige stemde ermee in en kreeg 200 euro voor de klus. Hierna vroeg hij zijn minderjarige achterneef om de bom te gaan plaatsen. De achterneef vroeg een vriendje om te helpen. “Ik heb geen contact gehad met het vriendje,” vertelde de Amsterdammer in de rechtbank.

De Amsterdamse verdachte is niet direct opgepakt na de ontploffing. Een week voordat hij werd opgepakt heeft de Amsterdammer zijn telefoon terug naar fabrieksinstellingen gezet. “Ik had waarschijnlijk een nieuwe telefoon en had de andere verkocht.” Ondanks dit zijn er wel berichten gevonden tussen de verdachte en minderjarige. De gesprekken gingen namelijk via Snapchat. In de rechtbank vertelde de Amsterdammer “Ik wilde het bewijs niet verwijderen ook al lijkt het daar nu wel op.”

De vuurwerkbom is in elkaar geknutseld. Een Cobra 6 en wasbenzine zijn gebruikt om de bom te maken. Hierdoor werd de vlam zo hoog dat het zelf de eerste verdieping van de woning bereikte. De woningportiek lag er helemaal uit maar er zijn geen fysieke gewonden. De moeder in de woning heeft er zelf PTSS aan overgehouden waarvoor ze EMDR-therapie volgt.

Leven verbeterd

De Amsterdammer betuigde zijn spijt tijdens de rechtszaak. Hij had ook een brief bij voor de slachtoffers. Hij bood zijn excuses aan en zegt: “De consequenties heb ik pas later ingezien. Ik ben vastbesloten om mezelf te verbeteren. Ook al zijn mijn woorden niet goed genoeg.”

De uitspraak is op 26 maart in de rechtbank Amsterdam.