Het OM eist een celstraf van 3 jaar voor Sirio S. De 28-jarige man die verdacht wordt van openbare verkrachting op koningsdag bekent tijdens de zitting: “Ik ben bereid schuld op me te nemen en verantwoordelijkheid te nemen. Ik had geen intentie om het meisje kwaad te doen.” De advocaat van de 36-jarige vrouw benoemt de uitzonderlijkheid van de zaak: “Heel Nederland heeft mee kunnen kijken”.
Verklaringen verdachte
Ook al zegt Sirio S. spijt en schuld te hebben benoemt hij herhaaldelijk zich weinig te herinneren van de dag. Tijdens de zitting verklaarde hij: “Ik heb gezegd: ‘ik ben schuldig’, maar ik weet er niks meer van.” Daarmee week hij af van eerdere verklaringen, waarin hij wel details gaf over het seksuele contact. Toen beschreef hij dat er sprake was van orale handelingen en dat hij het slachtoffer eerst zonder en later met condoom zou hebben gepenetreerd.
Tijdens de zitting gaf Sirio S. een toelichting op zijn handelen, waarbij hij aangaf dat ook de vrouw volgens hem verantwoordelijk is. “Vrouwen moeten ook verantwoordelijkheid nemen. Ik ben ook zwak met alcohol. Vrouwen kunnen net zoals mannen zwak en sterk zijn.” Later voegde hij toe: “Zij was even dronken.”
Borderline, drank en drugs
De Italiaanse man verbleef in Nederland zonder werk, geld of vaste woonplek. Zijn jeugd was turbulent en hij kreeg op zijn achttiende de diagnose borderline stoornis in Italië. Hij kreeg hier medicatie voor, maar is gestopt met het nemen hiervan. Wel gebruikte hij alcohol en cannabis. “Ik drink heel veel en dit is ook de reden dat het is gebeurd. Dit doe ik om te vergeten wie ik ben en mijn dagelijkse situatie. En als ik in deze staat ben moet ik geïsoleerd worden. Het was niet gebeurd als ik niet zoveel had gedronken.”
Weigering tot medewerking behandeling
Tijdens zijn detentie kreeg Sirio S. psychologische hulp aangeboden, maar de gesprekken verliepen moeizaam. Hij weigerde vaak te praten en vermeed oogcontact. Hierdoor kon de psycholoog weinig conclusies trekken. Wel vertoonde hij grensoverschrijdend gedrag zoals schreeuwen en spugen op de psycholoog. Dit leidde tot aanwijzingen voor emotionele labiliteit, maar onvoldoende basis om hem ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Juist daardoor voelt de eis van het Openbaar Ministerie onbevredigend, zo benoemt de officier van justitie dit zelf ook. Er wordt enkel een celstraf gevraagd, zonder behandeling of begeleiding, omdat niet vaststaat dat hij hulp nodig heeft zolang hij weigert in gesprek te gaan.
Een dag als een puzzel
Het slachtoffer, een 36-jarige vrouw uit Ierland, laat in de rechtbank via haar advocaat weten dat de impact van die dag nog altijd groot is. Ze had al een tijd geen alcohol gedronken en was twee weken voor het feest begonnen met medicatie tegen haar angststoornis, wat mogelijk haar tolerantie voor alcohol heeft beïnvloed. Ze werd op camerabeelden alleen en wankelend op straat gezien. Niet veel later ontstond de situatie waardoor Sirio S. nu in de rechtbank moet verschijnen. De vrouw kampt met de gevolgen van de dag. “Ik herinner me niks. Daar word ik gek van.” Ze benoemt dat het voelt alsof ze een puzzel aan het oplossen is: “Kan ik gedrogeerd zijn geweest? Dat kan verklaren waarom ik me niets herinner. Tegelijkertijd geloof ik dat het goed is dat ik me niets herinner.”
Na de situatie tussen de auto’s op de drukke grachten van Amsterdam voelde de vrouw zich niet alleen fysiek en emotioneel verward, maar ook in de steek gelaten door instanties. Haar advocaat beschrijft dat ze diezelfde avond nog uit het ziekenhuis werd ontslagen, terwijl ze duidelijk nog onder invloed was. Met slechts een geprinte kaart van Amsterdam en het adres van het politiebureau, stond ze er alleen voor.
OM benadrukt ernst van de zaak
De officier van justitie benadrukte de uitzonderlijkheid van de zaak, mede door de hoeveelheid beeldmateriaal die zich snel verspreidde. “Beeldmateriaal dat voor veel bewijslast zorgt, maar waarvan ik liever niet had gewild dat het er was.” Volgens de officier toont dit aan hoe snel sensatiezucht de overhand kan nemen, terwijl juist hulp op dat moment urgenter was en die handen nodig waren om te helpen in plaats van naar de telefoon te grijpen.
Volgens de officier van justitie hield de verdachte zich uitsluitend met zichzelf bezig en toonde hij geen enkel oog voor het slachtoffer. Uit de aangifte blijkt dat de vrouw zelf geen herinneringen heeft aan wat er is gebeurd en dat zij duidelijk aangaf: “Ik heb dit nooit gewild.” Het Openbaar Ministerie stelt dat de beelden overtuigend laten zien dat zij verkeerde in een “staat van verminderd bewustzijn.” De officier concludeerde daarbij: “De wet is simpel: wanneer iemand in zo’n toestand verkeert, kan diegene zijn of haar wil niet meer bepalen.”
De rechtbank doet op 23 oktober uitspraak over de zaak.





