Vier mannen stonden donderdag voor de rechtbank in Breda op verdenking van een gewapende overval op een juwelierszaak in Halsteren, gepleegd in juli 2023. Daarbij werd voor ruim 100.000 euro aan juwelen buitgemaakt. De overvallers sloegen vitrines stuk met hamers en bedreigden aanwezigen met een vuurwapen. Het Openbaar Ministerie eist celstraffen tot acht jaar.
Volgens de Officier van Justitie was de overval strak gecoördineerd. Drie mannen stormden op 12 juli 2023 de juwelierszaak aan de Dorpstraat binnen. Eén van hen sloeg met een hamer de vitrines kapot. “Ik had een hamer in mijn hand en daarmee heb ik inderdaad het glas ingeslagen,” verklaarde een verdachte. Een ander bedreigde aanwezigen met een vuurwapen: “Daarmee heb ik mensen bedreigd, en daarom heb ik volledig meegedaan met de overval.” Buiten stond een vierde verdachte klaar in een gestolen vluchtauto. Voordat de mannen de auto instapte, schoot de verdachte een paar keer met het wapen in de lucht. Tijdens de vlucht werd van voertuig gewisseld, ook die auto bleek gestolen. Camerabeelden legden de verdachten vast.
verdediging en strafeisen
Terwijl één verdachte zijn rol erkende, ontkenden anderen betrokkenheid. “Stel voor ik krijg zes jaar gevangenisstraf voor de overval, dan snap ik dat volledig,” zei de man met het vuurwapen. “Ik ben de laatste tijd erg goed bezig, en ik heb eindelijk mijn rust.” Volgens het reclasseringsrapport werkt hij niet mee. Hij vertoont antisociaal gedrag en ze hebben hun vraagtekens bij zijn oprechte berouw. “Dit is gebaseerd op oude verslagen,” reageert de verdachte.
“Het voelde alsof ik geen keus had, maar je hebt altijd een keus”
Verdachte met het vuurwapen
Een andere verdachte gaf toe de vitrines te hebben ingeslagen, maar benadrukte dat hij al lange tijd niets strafbaars heeft gedaan. “Toen was ik nog jong, ik heb al lang niet meer iets verkeerd gedaan,” zei hij. Op de vraag of hij zijn wilde haren heeft verloren, antwoordde hij: “Ja, ik heb ze verloren, en ik wilde ze ook verliezen.” Hij zegt te willen veranderen voor zijn dochter: “Mijn dochtertje zegt tegen mij dat ze mij nodig heeft.”
“Pure Stommiteit”
Verdachte die de vitrines insloeg
Een derde verdachte ontkent betrokkenheid. “Ik herken mezelf niet op die beelden.” Zijn bloed werd aangetroffen in een van de gestolen auto’s, maar hij stelt dat hij daar eerder in heeft gereden en mogelijk een wond aan zijn vinger had. “Misschien was het wel een snee in mijn vinger.” Hij zegt dat het nu beter met hem gaat: “Ik heb een vriendin, ik heb een kind en ik heb in tijden niet zo goed contact gehad met mijn familie.”
“er is geen wil van binnen om mee te werken”
De voorzitter over de verdachte die betrokkenheid ontkent
De vierde verdachte was niet verschenen op de zitting. Zijn verblijfplaats is onbekend. Zijn advocaat gaf aan “niet meer te kunnen melden dan al bekend is.” Deze verdachte was de chauffeur van de vluchtauto. “Zonder een vluchtroute heb je geen overval. Hij is dus net zo betrokken als de anderen,” stelde de officier van justitie.
Volgens de Officier van Justitie zijn alle vier de verdachten schuldig. Tegen de man met het vuurwapen wordt acht jaar geëist, mede vanwege een tweede lopende zaak. Tegen de andere drie verdachten worden straffen van vier tot zes jaar geëist, afhankelijk van hun rol en strafblad.






