Rijschoolleerlingen kunnen vanaf 1 januari 2026 weer een tussentijdse toets afleggen bij de examenlocaties in Limburg en Zeeland.
De tussentijdse toets is een facultatieve toets die vóór het praktijkexamen plaatsvindt. Tijdens deze toets krijgen leerlingen de kans om hun bijzondere verrichtingen, zoals inparkeren, fileparkeren en achteruitrijden, alvast te laten beoordelen. Wie de toets met goed gevolg aflegt, krijgt vrijstelling voor deze onderdelen tijdens het praktijkexamen.
Geschrapt
De tussentijdse toets werd in april 2024 geschrapt om nog langere wachttijden te voorkomen. Sinds de coronaperiode liepen de reserveringstermijnen voor een rijexamen maandenlang op. Inmiddels zijn de wachttijden teruggebracht tot minder dan acht weken.
Het CBR probeerde de achterstand bij de tussentijdse toetsen eerder al weg te werken door extra personeel te werven en meer toetsen te plannen, maar dat loste het probleem niet op. Woordvoerder van het CBR, Wessel Agterhof, zegt hierover: “Niets werkte zo goed als het tijdelijk niet aanbieden van de tussentijdse toets.”
Herintroductie
Volgens Agterhof zijn Limburg en Zeeland geschikte regio’s om de toets opnieuw in te voeren, omdat de wachttijden daar het laagst liggen. In deze provincies zijn bovendien relatief minder kandidaten die een rijexamen willen doen. “We hebben inmiddels voldoende capaciteit om de tussentijdse toetsen in deze provincies weer af te nemen,” aldus Agterhof.
Opnieuw drukte
Het CBR verwacht voorlopig geen nieuwe lange wachttijden voor de tussentijdse toetsen en praktijkexamens, maar houdt de aanvragen wel nauwlettend in de gaten. “We gaan dat monitoren,” zegt Agterhof. “We zien nu al dat rijscholen meer examens aanvragen, omdat ze eerder met lange wachttijden te maken hadden.”
Het CBR wil de tussentijdse toets stapsgewijs in meer regio’s en op meer locaties opnieuw invoeren. De Randstad zal daarbij waarschijnlijk als laatste aan de beurt zijn. Het doel is om de toets uiteindelijk weer landelijk beschikbaar te maken. “We kunnen niet voorspellen hoe snel dat gaat, maar we zijn wel heel positief,” zegt Agterhof.






