Er komen steeds meer meldingen van dierenverwaarlozing binnen, blijkt uit het jaarverslag van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Ondanks dat er geen te kort is aan opvangplekken, is die er wel aan de inspectie kant. “We hebben 25 inspecteurs die ieder zo’n 600 tot 650 inspecties per jaar draaien. We zitten aan het plafond van wat we kunnen”, vertelt Jelko de Ruijter, inspecteur bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming.
Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, verantwoordelijk voor opvang en verzorging van in beslag genomen dieren, is er in 2024 geen sprake geweest van capaciteitsproblemen bij zowel opvangplekken, budget en personeel. “We hebben genoeg opvangplekken en budget, en ook signalen van overbelasting zijn niet binnengekomen,” aldus een woordvoerder.
Daarentegen spreekt De Ruijter dus wel degelijk van een groeiend capaciteitsprobleem bij de inspecteurs die dierenleed moeten aanpakken. “We hebben 25 inspecteurs in het hele land. Dan zijn er zo’n 600 tot 650 inspecties per jaar.” Maar dit probleem ligt alleen niet bij het RVO. “Het ministerie bepaalt het budget. We hebben genoeg mensen maar we krijgen geen extra plek.”
Belletje van de dierenarts
Ondanks het tekort aan inspecteurs blijft het aantal meldingen stijgen. Dit komt volgens De Ruijter doordat “de dierenarts steeds vaker belt.” Hij vervolgt: “Uiteindelijk besluiten mensen toch om hun huisdier te laten controleren. De dieren zijn dan zo ernstig verwaarloosd dat een dierenarts dan wel in moet grijpen”, aldus De Ruijter. “Er zijn ook gevallen dat een eigenaar zegt: dit kost me teveel. We euthanaseren een dier. Gelukkig grijpen dierenartsen dan in en bellen ze naar 114.”
Ernst van de gevallen is toegenomen
“Ook de ernst van de gevallen is toegenomen”, vertelt De Ruijter. “Huizen waar de plas geur je tegemoet komt, dat je tot aan je enkels in de poep staat, poep in de keuken.” De Ruijter vervolgt “Ook heeft het alles met geld te maken. “Wat we in 2024 in toenemende mate hebben gezien zijn mensen die geen geld hebben, dus ook de castratie of sterilisatie van hun kat op de poes niet kunnen betalen of niet willen betalen.”
Dat resulteert in een snelle vermeerdering van katten. Het gevolg? “Tien of twintig poezen erbij en als ze de zorg niet kunnen betalen voor één kat, hoe dan voor tien of twintig?”, hij vervolgt: “De ernst van de situatie is veel groter geworden. Dit komt doordat mensen die de zorg van hun huisdier in 2023 niet konden betalen, dat in 2024 ook niet konden.”

Wat kan eigenaren helpen?
“Er zijn soms lokale stichtingen die financiële hulp bieden en we hebben ook de preventieve dierenhulp van de Dierenbescherming,” zegt De Ruijter. “Een handjevol gemeenten geeft ook bijstand, maar meestal sta je er alleen voor. Wettelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de houder zelf.” Wat volgens De Ruijter ook zou helpen: “Geef het bij 114 aan als je in de problemen raakt.”
Einde niet in zicht
“Wij denken dat we nog lang niet inzichtelijk hebben hoeveel misstanden er in Nederland plaatsvinden. Het einde is ook nog niet in zicht”, aldus De Ruijter. “Als je cijfers van 2023 met 2024 vergelijkt is de problematiek alleen maar groter geworden. Ik heb daarom op dit moment geen aanleiding om te denken dat het aantal meldingen gaat minderen.”