De leesvaardigheid van jongeren is niet om over naar huis te schrijven. Uit onderzoek blijkt dat jeugd steeds minder goed wordt in lezen en taal en slechter scoort op exacte vakken. Zijn de achterstanden te wijten aan de coronapandemie? Of is dit een teken dat er iets moet veranderen aan het huidige onderwijs?
Volgens Vincent van Veen, Impact Manager bij het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid is dat laatste het geval: ‘’We bevinden ons in een tijdperk van verandering waarin andere behoeften spelen dan in het verleden. Ik denk dat het huidige onderwijssysteem daar nog niet helemaal op is ingericht.’’Hij pleit voor een frisse blik op het onderwijs, waarbij leerlingen opnieuw enthousiast worden gemaakt voor leren. Achter een tafeltje op een stoel is volgens hem niet de manier. Van Veen vindt dat we het klaslokaal vaker moeten verlaten om te leren van en in de natuur.
De voordelen van leren in de buitenlucht
Hij stelt dat het ideaal zou zijn als vijfentwintig procent van het onderwijs in de buitenruimte plaatsvindt en vijfenzeventig binnen. “Gebruik maken van de echte context geeft betekenis aan vaardigheden zoals rekenen en taal, omdat het mentale kapstokjes biedt. We hoeven niet volledig af te stappen van binnen zijn, maar het is essentieel om de natuur in de dagelijkse leeromgeving te integreren”, voegt hij toe.
Onderzoek bevestigt dat les in de buitenlucht niet alleen zorgt voor enthousiaste leerlingen, maar ook bijdraagt aan betere concentratie en prestaties, óók op het gebied van taal. “Als kinderen in een natuurrijke omgeving spelen, stimuleert dat actiever taalgebruik. Het actief gebruiken van taal in de context heeft een positief effect op de woordenschat. Het gebruik van de buitenruimte kan de taalontwikkeling enorm stimuleren”, legt Van Veen uit.
Het onderwijs is meer dan rekenen en taal
Naast rekenen en taal onderstreept Van Veen het belang van andere competenties zoals creativiteit, samenwerken, oplossingsgerichtheid en natuurkennis. Hij wijst op een opvallend gegeven: ongeveer 50 procent van de kinderen voelt zich niet verbonden met de natuur.
´´Ik denk dat dat een hele belangrijke opgave is voor het onderwijs, dat we een maatschappij hebben waar mensen zich verbonden voelen met de natuur en die natuur ook ervaren als een bondgenoot. Zeker in tijden van klimaatverandering´´, zegt Van Veen. Hij benadrukt dat hij het belang van taal en rekenen begrijpt, maar dat onderwijs meer moet zijn dan alleen dat:‘’Kinderen worden ook volwassen in een wereld waar dit soort thema’s spelen en onderwijs heeft ook als doel om voor te bereiden op een zelfstandige rol in de maatschappij.’’
De reactie op de prestaties die achteruitgaat noemt Van veen ‘’bijna spastisch’’. Hoewel hij het belang van taal en rekenen begrijpt, hoopt hij dat het onderwijs mee evolueert met de maatschappelijke behoeften van deze tijd en niet beperkt blijft tot alleen reken- en taalles. ‘’Door de eenzijdige druk van onderwijsinspectie en de aandacht van media houden scholen juist krampachtig vast aan het stampen van taal- en rekenvaardigheden.‘’
Dat drillen en stampen zorgt bij Van Veen voor de nodige zorgen. Onderwijs is meer dan ‘basisvaardigheden’, vindt hij: “We zijn gelukkig in Nederland op het moment dat alle kinderen de breuken in groep 8 goed hebben eigen gemaakt. Dan verlies je, volgens mij, ook wel iets van de waarde van het onderwijs.’’
Van Veen wil hier niet mee beweren dat de ontwikkeling van taal en rekenen niet nodig is, of dat buitenonderwijs alle problemen zou oplossen. Maar volgens hem is een stap naar buiten, wel een stap in de goede richting. Want ook de omgeving die je creëert doet ertoe, en heeft invloed op de prestaties, welzijn en gezondheid van kinderen.
Ruimte om tot bloei te komen
Op dit moment is de gemiddelde buitenruimte die een kind heeft op een schoolplein 2,7 vierkante meter. Van vrije uitloopkippen is bekend dat ze vier vierkante meter per kip nodig hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen vertonen. Als kippen deze ruimte niet krijgen gaan ze elkaar pikken, worden ze te dik en bijziend. Van Veen: ‘’Dat maakt dat ik wel eens de vergelijking trek met scholen als een intensieve kindhouderij waarin kinderen op te krappe ruimte topprestaties moeten leveren.’’
Maar wat heeft een kind eigenlijk nodig om zijn natuurlijke gedrag te kunnen vertonen? Niet alleen over de prestaties valt wat te zeggen. Kinderen zijn namelijk ook steeds vaker bijziend, motorisch slecht ontwikkeld, er wordt veel gepest en kinderen ervaren stress. “Ik zie daarin toch wel die metafoor met de intensieve veehouderij. Niemand heeft die bedoeling, maar als we echt willen dat kinderen en jongeren tot bloei komen, dan is het weleens goed om ook op dat vlak vragen te stellen”, besluit Van Veen.