Roddelen, slechte en lelijke dingen zeggen over vrienden en klasgenoten: daar wordt deze week, in de week tegen pesten, aandacht aan besteed. “De toon die wordt gezet in de eerste zes weken van het schooljaar, is belangrijk voor de rest van het jaar”,aldus Ingrid Bakker-van der Schuyt van het kenniscentrum Omgaan met Pesten.
Wij accepteren elkaar zoals we zijn, wij pesten niet en wij tolereren geen enkele vorm van agressie of geweld. Zo klinken de gedragsnormen op de meeste scholen in Nederland. Regiocoördinator Noord, Ingrid Bakker-van der Schuyt, van het kenniscentrum Omgaan met Pesten vertelt dat scholen zo een norm kunnen stellen over wat als normaal gedrag wordt gezien binnen de school.
“Kinderen moeten met elkaar en van elkaar kunnen leren hoe je in een groep met elkaar omgaat”, vertelt de regiocoördinator. Zo bestaan er al programma’s voor scholen die inspelen op de sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen. In de eerste weken doen leerlingen vooral samenwerkingsopdrachten die gericht zijn op elkaar beter leren kennen, dus is er geen winst of verlies. Tijdens die spellen kun je ook de sterke kanten van elkaar zien en wat je dan aan elkaar hebt, vertelt Bakker-van der Schuyt verder.
Groene pauzes
Het ANP meldde deze week dat groene schoolpleinen effectief werken tegen pestgedrag. Dat kon de regiocoördinator wel beamen. “Groen bevordert rust en veiligheid, maar ook het onderzoekend vermogen van scholieren. Op een plein waar veel minder te beleven is, zullen kinderen op zoek gaan naar wat ze kunnen doen. Zo zullen ze zich zo eerder richten op hun medeleerlingen.”
Voorbeelddocent
Docenten hebben ook een grote rol in het creëren van een cultuur van respect. “Zorg ervoor dat je ook een helpende leerkracht bent”, zegt ze. “Als je zelf niet weet hoe je het moet oplossen, vraag dan ook weer om hulp. Het feit dat je kinderen al kunt en wil helpen is voor kinderen belangrijk. Geef als leerkracht het goede voorbeeld, beloon en complimenteer kinderen als ze goed gedrag vertonen. Er wordt altijd wel gepest in groepen, maar doe er wat aan.”