De Marokkaanse regering trekt 140 miljard dirham uit voor onderwijs en gezondheidszorg. Volgens Marokko-kenner Paolo de Mas en jongeren zoals Hamza Ben Moussa uit Marrakech is het onzeker of dat geld ooit de dorpen en wijken bereikt waar de nood het hoogst is of überhaupt gaat zorgen voor een echte hervorming.
Rabat – De Marokkaanse regering heeft aangekondigd 140 miljard dirham (ruim 13 miljard euro) te investeren in onderwijs en gezondheidszorg. Het recordbudget volgt kort na jongerenprotesten in verschillende steden en moet sociale onrust temperen. Premier Aziz Akhannouch spreekt van een “nieuwe fase van sociale rechtvaardigheid”. Onder jongeren overheerst vooral twijfel. “Mensen zijn moe van beloften zonder resultaten”, zegt Hamza. “We willen echte verandering: goede scholen, functionerende ziekenhuizen en kansen op werk. Mooie woorden hebben we genoeg gehoord.”
Politieke rust of echte hervorming?
De timing van het investeringsplan lijkt volgens De Mas geen toeval. “Net als in 2011 probeert de regering onvrede te sussen met geld. Zolang er geen transparantie en echte decentralisatie komt, blijft het een tijdelijk gebaar.” Hoewel het budget voor onderwijs en zorg met 18 procent stijgt, gaat ook het defensiebudget met 17 procent omhoog.
Voor critici is dat een teken dat stabiliteit belangrijker blijft dan sociale hervorming. “Als de regering echt iets wil veranderen, moet ze beginnen waar de nood het hoogst is,” zegt Hamza. “Bij de dorpen, de ziekenhuizen zonder apparatuur en de scholen zonder (goede) leraren.” Volgens De Mas is het komende vijf jaar bepalend. “Er is genoeg geld om vooruitgang te boeken. Wat nog ontbreekt, is vertrouwen en eerlijk bestuur.”
Geld blijft hangen in de steden
Volgens Paolo de Mas, geograaf en kenner van Marokko, is het onwaarschijnlijk dat de miljarden de meest achtergestelde regio’s bereiken. “Zonder structurele hervormingen in de verdeling van middelen zal er weinig veranderen,” zegt hij. “De steden krijgen het meeste, omdat ze politiek belangrijker zijn. De dorpen blijven achter.” Lokale overheden hebben weinig zeggenschap, legt De Mas uit. “Gemeenten beschikken niet over voldoende geld of personeel om iets te veranderen. Het budget komt vrijwel volledig van de nationale overheid in Rabat. We horen het al jaren, maar zien niets gebeuren” Volgens Hamza herhalen de beloften zich. “Op papier klinkt alles goed, maar in de praktijk verandert er niets. Ik hoop dat het geld dit keer echt terechtkomt bij de dorpen en arme wijken, waar mensen leven met slechte scholen, ziekenhuizen en wegen.”
Corruptie ondermijnt vertrouwen
Corruptie blijft volgens De Mas een hardnekkig probleem. “In Marokko is corruptie structureel. Wie een overheidsfunctie heeft, kan die gebruiken voor eigen voordeel. Dat ondermijnt elk beleid.” Volgens De Mas wordt het probleem van corruptie in Marokko overal gesignaleerd. “Zowel internationale organisaties, die landen rangschikken naar de mate van corruptie, als Marokkaanse ngo’s en nationale media wijzen erop. Het is zeker geen blinde vlek, want in alle enquêtes in Marokko, ook die van GenZ212 (het Marokkaanse jongerencollectief achter de demonstraties), wordt corruptie genoemd als een belangrijk en ervaren probleem.” Internationale organisaties zoals Transparency International bevestigen dat beeld. Veel Marokkanen geloven dat geld voor scholen of ziekenhuizen onderweg verdwijnt, wat het wantrouwen in de overheid verder vergroot.
Jongeren richten hun blik naar buiten
De aanhoudende situatie voedt ook de emigratiegolf. “Er zijn nauwelijks banen, de ziekenhuizen zijn in slechte staat en het leven wordt duurder,” zegt Hamza. “Veel jongeren zoeken bijvoorbeeld een toekomst in Europa. Sommigen riskeren zelfs hun leven op zee, alleen om in waardigheid te kunnen leven.” Hamza zou zelf ook graag naar Europa verhuizen voor een beter leven. Hij voegt eraan toe dat er nog steeds hoop is: “als de investering goed wordt besteed en echt bij de dorpen en achtergestelde wijken terechtkomt, kan dit eindelijk zichtbare verbetering opleveren voor scholen, ziekenhuizen en de levens van jonge Marokkanen.”






