In de rechtbank van Breda stond afgelopen dinsdag de verdachte Ibrahim terecht voor poging tot doodslag en poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Het slachtoffer, een 37-jarige man, raakte gewond nadat Ibrahim hem zeven keer in zijn been stak. Het incident vond plaats op 23 september 2023, omstreeks 23.30 uur, in het centrum van Breda. Volgens omstanders maakte de verdachte daarnaast steekbewegingen richting het bovenlichaam van het slachtoffer, iets wat de verdachte in de rechtszaal ontkende.
Het incident vond plaats op de openbare weg en veroorzaakte veel opschudding in de buurt. De ernst van het misdrijf en de omstandigheden rondom de zaak hebben geleid tot een uitgebreide zitting, waarin zowel de mentale gezondheid van de verdachte als de impact op het slachtoffer centraal stonden.
Ruzie en wraak
Uit verklaringen tijdens de zitting blijkt dat drie dagen voorafgaand aan de steekpartij een ruzie plaatsvond in een park. In de rechtszaal gaf Ibrahim toe dat hij uit wraak handelde. Hij verklaarde dat hij het slachtoffer zeven keer in zijn been heeft gestoken en zei daarbij dat hij het mes eerder had gevonden op het station. Ibrahim gaf verder aan dat hij niet wist dat zijn acties strafbaar waren en beweerde dat het slachtoffer hem eerder in zijn oor had gestoken.
Omstanders grijpen in
Volgens getuigen wilde de verdachte doorgaan met steken, maar een voorbijganger op de fiets wist hem tegen te houden. Het slachtoffer, dat hevig bloedde, werd snel naar het ziekenhuis gebracht waar zijn verwondingen werden behandeld. Hij verklaarde in de rechtszaal: “Ik dacht dat ik dood zou gaan.”
Mentale gesteldheid van de verdachte
De advocaat van Ibrahim voerde aan dat zijn cliënt schizofrenie heeft en niet veel voelde bij het nemen van medicatie tegen psychoses. Dit werd bevestigd door medische rapporten die tijdens de zitting werden besproken. Desondanks achtte de officier van justitie een TBS-maatregel niet passend. Wel werd een gedragbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voorgesteld.
Strafeis en uitspraak
De officier van justitie eiste in eerste instantie een gevangenisstraf van twaalf jaar. Uiteindelijk werd deze eis bijgesteld naar zes jaar gevangenisstraf, met aftrek van de 486 dagen die Ibrahim al in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank doet uitspraak op dinsdag 4 februari om 12.30 uur.
De rechtbank zal moeten beoordelen in hoeverre Ibrahim’s mentale gesteldheid en beweegredenen van invloed zijn op zijn strafmaat. Het slachtoffer heeft blijvende psychologische en fysieke schade opgelopen door de gebeurtenis.