Het aantal mbo-studenten blijft dalen: “In Nederland willen jongeren steeds ‘hoger en hoger’ klimmen.”

Het aantal mbo-studenten is opnieuw gedaald, met een afname van 5% ten opzichte van vorig jaar. En dat is volgens Adkin Tekin, voorzitter van de MBO Raad, alarmerend. “De daling in studentenaantallen gaat sneller dan verwacht, ondanks de positieve aandacht voor het mbo in de samenleving. Mbo’ers spelen een cruciale rol in onze vitale sectoren. We moeten nu in actie komen om te voorkomen dat de boel vastloopt” (MBO Raad, 2024). Ook de jongerenorganisatie voor het beroepsonderwijs JOB MBO en Jelmer Becker, mbo’er in het onderwijsbeleid, benadrukken dat er snel iets moet veranderen.

JOB MBO is de landelijke jongerenorganisatie die mbo-studenten in Nederland een stem geeft in het onderwijs. Nienke Lammertink, beleidsmedewerker bij JOB MBO, benoemt een van de oorzaken van het probleem: “Al jaren geleden probeerde de overheid leerlingen te motiveren om naar de havo of het vwo te gaan, en nu is er een ommekeer waarbij tegen havisten wordt gezegd: ‘Kies voor een mbo-opleiding.’” Volgens Nienke zit het probleem niet alleen in hoe leerlingen worden gestimuleerd, maar ook in hoe er over de verschillende onderwijsvormen wordt gesproken. “We hebben het ook veel over taalgebruik. Het liefst zouden wij de termen ‘lager’ en ‘hoger’ onderwijs achterwege laten. Ook het woord ‘niveau’ draagt bij aan het vergroten van de verschillen.”

Jelmer Becker ziet twee belangrijke redenen voor de daling in het aantal mbo-studenten. “De eerste reden heeft te maken met de algemene daling van het aantal studenten, een demografisch probleem. De tweede reden is dat in Nederland steeds meer jongeren ‘hoger en hoger’ willen klimmen, omdat ze daar meer kansen zien.” Becker benoemt daarnaast de ongelijkheid in het onderwijs: “Het begint al in de kleuterklas, puur door hoe het onderwijssysteem in Nederland is ingericht. Wanneer jij als kind veel cognitieve vaardigheden hebt, sluit het onderwijssysteem veel beter bij je aan dan wanneer je cognitieve vaardigheden minder ontwikkeld zijn, terwijl je wel goed bent met je handen.”

Andere toetsing

Volgens Becker moeten we op een andere manier naar leerlingen en studenten kijken. “We moeten binnen het onderwijssysteem de pijlers verbreden. Er moet niet alleen gekeken worden naar cognitieve vaardigheden, maar ook naar wat een leerling kan met zijn of haar handen en naar technische inzichten.” Op deze manier krijgen mensen die goed zijn met hun handen gelijke kansen als mensen met meer cognitieve vaardigheden.

Halverwege oktober is de campagne ‘De Talentenmaatschappij’ gestart. Hierbij vragen Dennis de Vries (wethouder Gemeente Utrecht) en vier bestuurders van verschillende mbo-scholen aandacht voor de gelijkwaardigheid van het mbo-onderwijs. Binnenkort komt de gemeente Utrecht met een position paper over het probleem, de visie en de aanpak.

Geselecteerd door de redactie

Deel dit bericht

Lees verder

Dalende opbrengst tabaksaccijns, BBB pleit voor terugdraaien accijnsverhoging

De opbrengsten van de accijns op rookwaren blijven dalen....

Strenger afvalbeleid in Tilburg: vuilnisbakken blijven staan bij vervuiling

Momenteel hangt de gemeente gekleurde kaarten aan afvalcontainers als...

Agressie in de zorg: een groeiend probleem

De zorgsector staat onder druk, en een van de...

‘Grootste Klimaatzaak ooit’ begonnen voor Internationaal Gerechtshof in Den Haag

Het wordt de 'grootste klimaatrechtszaak ter wereld' genoemd. Bijna...