Dit jaar doet de Fryske Nasjonale Partij (FNP) voor het eerst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. De FNP wil meer zelfstandigheid voor de provincies en gemeentes in Nederland. “Als dat gelukt is, kun je wat mij betreft zeggen dat het ook geen zin meer heeft om in de Tweede Kamer te zitten”, vertelt Jan Arendz, voorzitter van FNP.
Wel geeft Arendz aan dat het niet zó eenvoudig ligt. “Ik denk dat je altijd een vinger aan de pols moet houden”, geeft hij aan. “Het kan ook weer teruggedraaid worden.”
Autonome provincies
De FNP vindt dat veel beslissingen die de landelijke overheid maakt, moeten liggen bij de provincie en gemeente zelf. Zo benoemen ze in hun partijprogramma de belastingen. Ze willen dat de gemeente meer belastingen zelf gaan heffen. Dit moet wel vallen binnen de ‘landelijke kaders van rechtvaardigheid en transparantie’. Arendz geeft aan dat er momenteel sprake is van een ‘one size fits all’ beleid. Hij denkt dat met name regio’s buiten de Randstad hierdoor benadeeld worden.
FNP wil niet dat de regio alles zelf bepaald. Zo geeft Arendz aan dat zaken zoals het klimaatbeleid nog steeds landelijk en Europees geregeld moeten worden.
Zelfstandig, niet onafhankelijk
FNP is niet voor onafhankelijkheid van Nederland. “Toen we laatst in Den Haag ontvangen werden, kregen we meteen de vraag: ‘Zijn jullie de Friese nationalisten?'”, vertelt Arendz. “Nationaal is natuurlijk wat anders dan nationalistisch. We voelen ons niet beter dan andere volkeren, maar ook niet minder.” Toen de partij in 1962 werd opgericht waren er wel leden die voor volledige onafhankelijkheid pleitten. “Dat is al heel lang geleden”, geeft Arendz aan. “Al heel snel werd het een partij die voor meer zelfstandigheid van gemeentes en provincies is.”
FNP focust zich dan ook niet alleen op Friesland, maar op alle regio’s. Arendz is zich ervan bewust dat de partijnaam stemmen uit andere regio’s kan tegenwerken. “We moeten daarom goed aantonen dat we voor alle provincies opkomen en niet alleen Friesland.” Hij zegt dat als de partij de Brabantse Nationale Partij had geheten, hij er nog steeds op gestemd had. “We vinden dat we voor de regio moeten opkomen. Het maakt niet uit waar de partij vandaan komt, maar toevallig zijn wij degenen die het initiatief nemen.”
Arendz staat open voor het veranderen van de naam van de partij. “We hebben gekozen voor FNP, vanwege de naamsbekendheid in Friesland. We moeten bij de evaluatie kijken of het handiger was geweest om voor deze verkiezing de naam te veranderen.” Arendz zelf zou dan kiezen voor een naam zoals de ‘Regio Partij’. Eerder is al overlegd om de naam van FNP te veranderen naar FP. Ook toen is ervoor gekozen om de naam te behouden, vanwege de naamsbekendheid.
Ondanks dat FNP zich nu ook op heel Nederland wil focussen, zal het Friese imago nog wel even blijven. De meeste leden van de partij komen nog steeds uit Friesland, alhoewel sommige leden ook buiten de provincie wonen. Arendz zelf geeft ook aan zich meer Fries dan Nederlander te voelen. Hij geeft hierbij wel aan dat hij zich in het buitenland wél vooral Nederlander voelt.






