Uit onlangs gepubliceerde cijfers van het Opiniepanel van EenVandaag is te zien dat het vertrouwen in kabinet-Schoof op het laagste punt is sinds het aantreden van het nieuwe kabinet. Volgens politicoloog Rick van Well is dit niet verrassend, maar wat betekent dit voor het kabinet en hoe heeft het vertrouwen zo kunnen dalen?
In de nieuwe cijfers is te zien dat het vertrouwen in kabinet-Schoof is gedaald naar 33%, terwijl het tijdens de start van het kabinet nog 41% was. Het vertrouwen in de politiek in het algemeen neemt af: slechts 26% denkt dat Den Haag het beste met Nederland voor heeft. Ook hierbij is een daling te zien, in vergelijking met de start van het kabinet, toen had nog 34% vertrouwen in Den Haag. Daarnaast is ook het vertrouwen onder kiezers van de coalitiepartijen VVD en NSC gedaald.
Daling vertrouwen
Wat betekent deze daling in vertrouwen voor het kabinet? Politicoloog Rick van Well legt uit dat dit fenomeen niet ongebruikelijk is. “Wat opvallend is, is dat deze daling als nieuws werd gebracht, terwijl het niet verrassend is,” zegt van Well. “Dit heeft te maken met de zogenoemde honeymoonfase. Direct na de verkiezingen en de formatie van een kabinet stijgt het vertrouwen vaak, omdat de kiezers het voordeel van de twijfel geven. Maar na verloop van tijd worden ze kritischer, zeker als er problemen ontstaan of verwachtingen niet worden waargemaakt. Dat is precies wat we de afgelopen maanden hebben gezien.”
Van Well benadrukt dat het nog te vroeg is om precies te zeggen wat deze daling op lange termijn betekent voor het kabinet. “Op korte termijn lijkt het erop dat de regeringspartijen elkaar vast zullen houden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een kabinetscrisis, veroorzaakt door incompetentie of geruzie, negatieve gevolgen kan hebben voor de betrokken partijen bij de volgende verkiezingen.
Volgens van Well is er momenteel echter weinig sprake van conflict binnen de coalitie. “Er is wel veel discussie, bijvoorbeeld over de onderwijs- en sportbegrotingen, maar die spanningen spelen niet tussen de coalitiepartners onderling.”
Kabinetscrisis
De kabinetscrisis hielp niet mee voor het vertrouwen in het kabinet. Vrijdag 15 november werd bekendgemaakt dat staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen, NSC) uit het kabinet wilde stappen vanwege onvrede over de integratiediscussie. Er heerste die dag een crisissfeer, vanwege de kabinetsdiscussie die eerder die week plaatsvond over de rellen in Amsterdam. Er kwam naar buiten dat ook andere NSC’ers, net zoals Achahbar, twijfelden over hun positie. De partijleiders van de vier coalitiepartijen werden diezelfde avond nog verwacht bij het Catshuis, betrokkenen moesten rekening houden met een kabinetsval. Die kabinetsval bleef uiteindelijk uit, maar na het officiële vertrek van Achahbar volgde nog twee NSC-Kamerleden: Femke Zeedijk en Rosanne Hertzberger.