Het is een pijnlijk en raakbaar gegeven: volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) groeit in Noord-Brabant zo’n 3 procent van de jeugd in armoede op. Dat komt neer op ruim 20.000 kinderen tot 18 jaar voor wie sportdeelname geen vanzelfsprekendheid is.
Sport is van cruciaal belang, niet alleen omdat het gezond is, maar ook omdat het kinderen zelfvertrouwen, structuur en sociale verbinding biedt. Toch blijkt uit CBS-onderzoek dat gemiddeld 1 op de 14 kinderen uit gezinnen met een laag inkomen ruim twee keer zo vaak niet sporten als hun leeftijdsgenoten. Ondanks het bestaan van lokale regelingen blijft een groot deel van deze groep “letterlijk aan de zijlijn staan”.
In Tilburg is die kloof duidelijk zichtbaar. “Een op de veertien is bij ons echt hoger,” zegt Helma Oostelbos, coördinator van Stichting Leergeld Tilburg. “Tilburg is van oudsher een arme stad. We helpen nu ruim vierduizend kinderen.”
Die aantallen steken scherp af bij andere Brabantse steden. “Vergeleken met Breda of Den Bosch helpen wij veel meer gezinnen,” vertelt Oostelbos. De armoede concentreert zich volgens haar vooral in Tilburg-Noord, -West en -Zuid, waar het aandeel sociale huurwoningen groot is.
Hoe Leergeld kinderen bereikt
Stichting Leergeld Tilburg bestaat sinds 1996 en werkt met een klein team vaste medewerkers en daarnaast veel vrijwilligers. Ouders kunnen zich aanmelden via de gemeente, wijkteams, een van de veertien inloopspreekuren in de stad, of gewoon via de website, mail of telefoon.
“Onze vaste medewerker Annie doet de inloopspreekuren,” vertelt Oostelbos. “Daar komen soms gezinnen waar je echt van de armoede schrikt. Dan bieden we direct hulp aan.” Dankzij haar politieke achtergrond – ze was acht jaar raadslid en fractievoorzitter voor de SP – weet Oostelbos snel te schakelen met andere instanties. “Als er ergens geen bed is, dan bel ik direct een organisatie. We werken samen in een netwerk dat elkaar snel weet te vinden.”
Sport als sleutel tot meedoen
Leergeld vergoedt maximaal €350 per kind per seizoen voor contributie. Sportverenigingen moeten akkoord gaan met dat bedrag; eventuele restbedragen worden kwijtgescholden. “Gezinnen die bij ons komen, kunnen dat niet zelf bijleggen,” vertelt Oostelbos.
Daarnaast krijgen kinderen een sportspullenpas van €50, te besteden bij sportwinkels als Decathlon of Wilkin’s Sport. Ook zwemlessen – voor diploma A, B en C – vallen onder de regeling. “Eerst diploma, dan sport: we willen dat de middelen goed gebruikt worden. Van 1 januari tot half oktober hebben we 705 kinderen op een sport gekregen; op jaarbasis zijn het er nog meer. Daarnaast volgen wekelijks zo’n 600 kinderen met ondersteuning van Leergeld zwemles.”
Het gaat daarbij niet alleen om deelname, maar om kansen. Twee jonge talenten bij de Tilburg Trappers konden dankzij Leergeld blijven trainen. “Ze zijn twaalf en dertien, echte talenten. Hun contributie ligt hoger omdat ze extra trainen. Dan kijken we of we via donaties of Team Tilburg iets kunnen bijleggen.” Aldus Oostelbos.
Onzichtbare steun, zichtbare impact
Hoewel Leergeld veel gezinnen bereikt, kiest de stichting bewust voor onzichtbaarheid om schaamte te voorkomen. “We willen dat de kinderen mee kunnen doen met leeftijdsgenoten zonder dat zichtbaar is dat Leergeld het gezin ondersteunt,” zegt Oostelbos. Tegelijkertijd probeert ze de bekendheid te vergroten op scholen, zodat meer ouders de weg vinden. “Ik geef veel voorlichting op basisscholen. We willen dat mensen weten dat we er zijn, maar dat je ons niet hoeft te kennen als het financieel goed gaat.”
Samen sterk met Brabant
De cijfers maken het probleem zichtbaar, maar de praktijk vertelt het echte verhaal. In Tilburg betekent “nu meedoen” niet alleen sporten, maar ook groeien, leren en mee tellen. En juist dat ‘meetellen’ maakt het zo belangrijk!






