De Europese Commissie kwam vorige week met een nieuw voorstel. In het kort gaat het over een mogelijke regeling tussen de EU en VK, waarbij jongeren tussen de 18 en 30 jaar vrij mogen verblijven in EU-lidstaten voor maximaal 4 jaar. Waar het nu lastig is voor jongeren om voor een langere periode in de EU te verblijven, is het dan wel mogelijk. Dit mag ongebonden aan een studie of werk. Het voorstel heeft als doel de mobiliteit van de jongeren te vergroten.
In dit voorstel wordt een grote groep alsnog buitengesloten van de eventuele nieuwe wetgeving, namelijk de mensen boven de 30 jaar. Terwijl in de verordening over het recht voor vrij verkeer van werknemers binnen de EU de kern anti-discriminatie is, zou menig 30-plusser uit het VK dit toch als leeftijdsdiscriminatie kunnen zien. Maar is dat terecht, is hier sprake van discriminatie op leeftijd?
Volgens Henri de Weale, hoogleraar Internationaal en Europees recht, is er hier geen sprake van: “Een betere term is beleidsdifferentiatie. Met een goede reden mag je onderscheid maken tussen verschillende groepen. Dat gebeurt nu ook al, denk bijvoorbeeld aan korting voor studenten.”
De wetgeving moet nog worden besproken en als er een wet komt, is dat met afgesproken regels. “De precieze rechten die ze krijgen moeten dan nog nader worden bepaald. Er is vrijheid om voor de groep andere regels te maken, die worden dan in overleg vastgelegd.”
In de EU wetgeving voor werknemers staat onder andere dat zij recht hebben op ‘gelijkheid van behandeling inzake de toetreding tot vakorganisaties’. Oftewel dat zij dezelfde rechten en behandeling krijgen als alle andere werknemers. Hieronder valt dus bijvoorbeeld stemrecht en de toegang tot bestuursfuncties. Over dit soort zaken zullen in de aangepaste regeling wetten staan. Het is aannemelijk dat, omdat iemand uit het VK er maar voor een bepaalde tijd is, er andere regels voor zullen gelden.