Home Blog Pagina 29

Liever ziek dan stress, besluit de Gezondheidsraad

Wat levert meer stress op: voor 24-uur denken dat je mogelijk borstkanker hebt en de uitslag van het onderzoek moeten afwachten óf de boodschap krijgen dat je geen tumor in je borst hebt, maar wel telkens een knobbeltje blijven voelen. Met daarbij de wetenschap dat bij een deel van de vrouwen een tumor niet te vinden is via de gebruikelijk mammografie. En met daarbij onwetendheid over of je een verhoogde kans op borstkanker hebt.

De Gezondheidsraad heeft al voor je besloten; het is te stressvol voor vrouwen om een persoonsgericht onderzoek te doen met daarbij de check of je wel of geen borstkanker hebt.

Acht procent van de vrouwen die meedoen aan het bevolkingsonderzoek hebben zogeheten dense borsten. Deze hebben extreem veel klierweefsel. In het klierweefsel ontstaan tumoren, daardoor hebben vrouwen met dense borsten een verhoogde kans op borstkanker.

Bij vrouwen met dense borsten is, door de hoge hoeveelheid klierweefsel, een tumor heel lastig vindbaar. Ook kleuren op een röntgenfoto zowel het klierweefsel als de tumor wit, er is dus haast geen contrast. Dat maakt het ook nog eens veel lastiger om een tumor je vinden.

Ondanks dat de radioloog heel duidelijk kan zien op de röntgenfoto of een vrouw dicht weefsel heeft, en dus een verhoogde kans op borstkanker, is dit niet wat je te horen krijgt. Vrouwen krijgen geen enkele informatie over hun borsten.

Na tien jaar onderzoek van onder andere Carla van Gils (hoogleraar kanker epidemiologie UMC Utrecht) en Wouter Veldhuis (radioloog) kwamen zij tot de volgende ontdekking: Bij vrouwen met dicht borstweefsel is een tumor via een MRI-scan heel duidelijk te vinden. Door een contrastvloeistof in te spuiten, licht de tumor zo op. Deze ontdekking is dus zeer gunstig, maar wordt nog niet gebruikt.

Ondanks deze ontdekking, die inmiddels vijf jaar geleden is gedaan. De gezondheidsraad schiet het op twee argumenten af.

Allereerst zou het niet toekomstbestendig zijn. Dit argument is makkelijk te weerleggen want uit een blijkt dat het dat weldegelijk is. Niet met de ideale omstandigheden die zijn gebruikt voor het onderzoek, maar wel met aangepaste scenario’s. Zo kunnen bijvoorbeeld openingstijden worden aangepast en hoe vaak per jaar er een controle wordt gedaan. De gezondheidsraad noemt ook dat er onderzoek wordt gedaan naar nog een andere methode, die minder foutpositiefresultaat zou geven. Dit onderzoek duurt alleen nog acht jaar, wat dus betekent dat voor de komende acht jaar er nog heel veel vrouwen zijn waarbij een tumor niet gevonden kan worden, terwijl die er wel zit.

Het tweede argument dat de gezondheidsraad noemt is dat het te stressvol zou zijn voor vrouwen. De

MRI-scan kan een foutpositiefresultaat opleveren. Dit betekent dat het eerst kan lijken alsof er een tumor is, uit vervolgonderzoeken komt dan het resultaat dat er toch geen kanker aanwezig is. Dit zou volgens de raad psychisch en fysiek zeer belastend zijn.

Zij nemen hiermee het besluit voor de vrouwen. De vrouw kan niet zelf kiezen of ze het psychisch te zwaar vindt om een extra onderzoek te laten doen, een onderzoek wat zekerheid en duidelijkheid biedt. Wat twijfels wegneemt.

Als de MRI-scan als extra methode gebruikt zou worden redt dit elf op de duizend levens. Ook dit komt het uit onderzoek van Carla en Wouter.  Elf vrouwen die hun kinderen kunnen zien opgroeien, elf gezinnen die niet worden gebroken door deze ziekte, elf dochters die hun moeder aan hun zij houden. Dat de keuze om extra onderzoek te laten doen van vrouwen wordt afgenomen en dat zij geen informatie krijgen over hun eigen lichaam, vind ik zorgelijk. Er is een levensreddende ontdekking gedaan, waarom schieten we dat af op een verwachting? Een verwachting dat het voor stress zou zorgen, wat nergens is onderzocht of vastgesteld. Het kan zelfs andersom zijn. Onwetendheid bij vrouwen over of zij een verhoogde kans hebben op borstkanker en twijfels over de uitslagen van hun mammografie, dat levert stress op.

Volendamse vriendengroep droomt van Ziggodome met eigen nummer: “Ik had nooit verwacht dat het zo uit zou pakken.” 

0

Wanneer het warmer wordt zoekt de jeugd elkaar op in het Slobbeland, een recreatiepark in Volendam. Daar gaat het nummer ‘Blikkendag’ van vriendengroep Likke Pêhp over. Wat begon als een grap mond voor de zes Volendamse jongens uit in een hit die wordt gecoverd door meerdere artiesten. “Nu wordt het op de radiostations gedraaid en moeten dj’s onze naam uitspreken, dat is wel grappig.” 

Want de naam van de vriendengroep, die is bijzonder en bovenal moeilijk te begrijpen voor de meeste Nederlanders. “Als je dorst hebt, dan gaan de biertjes er lekker in. Het is alsof je een lekke pijp in je keel hebt. Daar staat onze naam voor”, aldus Mark Kwakman, de bedenker van het nummer. 

Kermis playlist 

Volgens Mark maken verschillende artiesten ieder jaar speciaal een nummer voor de kermis in Volendam. Deze komen dan allemaal samen in een playlist. “Ik wilde vroeger altijd al een kermisplaatje maken, maar ik had nooit verwacht dat het zo uit zou pakken. We zitten nu boven de 170.000 streams, een normaal kermis liedje wordt niet meer dan 40.000 keer beluisterd.”  

Ontploft 

Pas tijdens de kermis ontplofte het nummer van de vriendengroep. “Woensdag voor de kermis moesten we optreden voor kinderen en toen merkte we pas hoeveel kinderen het lied luidkeels meezongen. Elke keer als we daarna ergens kwamen moesten we hem twee keer doen en stond de tent weer op z’n kop.”  

Video: Mark Kwakman

Mede dankzij filmpjes als deze, die verspreid zijn via TikTok, is het nummer opgepakt door andere artiesten. Zo heeft zanger Alex een cover gemaakt en zijn de mannen van Likke Pêhp zelf de studio ingedoken met zanger Sven Versteeg. Samen met hem hebben ze een versie zonder Volendams dialect ingezongen. “Wij wisten niet wat ons overkwam, want wij hebben dit nooit meegemaakt. Ik ben dolenthousiast, het verspreidt zich nu langzaam over Nederland.” 

Droom 

Voor Mark en zijn vrienden is er een grote droom: “We hopen natuurlijk eerst dat Blikkendag met Sven Versteeg een succes wordt en misschien kunnen we dan in december tijdens het Muziekfeest van het Jaar in de Ziggodome staan.” Het Muziekfeest van het Jaar wordt georganiseer door Sterren NL radio. Daar hebben de jongens nog wel wat Volendamse bekenden zitten. “Onze Jan, van onze groep, kent Jan Smit, dus dat is een voordeel. Monique Smit draagt ons ook een warm hart toe en kent veel dj’s bij Sterren NL. Dat zou zeker wat zijn”, lacht Mark.  

Stadion 

Ondanks dat het geen Ziggodome was, hebben de mannen van Likke Pêhp hun eerste stadionoptreden al gehad. Afgelopen vrijdag mochten ze namelijk optreden in het stadion van hun eigen FC Volendam, waar ze normaal als supporters op de tribunes zitten. “Ineens mag je tijdens de rust in een stadion optreden voor een groot vak, te gek voor woorden.” Gelukkig hebben de vrienden geen podiumvrees meer, dus niks is te gek. “Eerst stonden we de met microfoons in onze trillende handen, maar nu wordt het alleen maar leuker.” 

Tijdens het optreden in het stadion heeft de groep samen met Sven Versteeg hun officiële videoclip opgenomen:

Het ministerie komt met een plan en wetvoorstel om aantal schoolverlaters te verminderen

0

Het aantal jongeren zonder startkwalificatie, dus een havo-, vwo- of mbo-diploma vanaf niveau 2, is met bijna 40 procent gestegen ten opzichte van drie jaar geleden, blijkt uit cijfers van het CBS. Dit komt mede door de coronajaren en een gunstige arbeidsmarkt, waardoor veel jongeren zonder diploma aan de slag gingen, meldt Nicolette Rodenburg, woordvoerder van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Namens het ministerie spreekt Rodenburg haar zorgen uit. Een startkwalificatie is volgens haar een kans voor jongeren om zich te ontwikkelen op de werkvloer en in het dagelijks leven. Daarom neemt het ministerie van OCW actie om het aantal voortijdige schoolverlaters terug te brengen doormiddel van Actieplan Voortijdige schoolverlaters.

Actieplan Voortijdige Schoolverlaters
Dit actieplan moet zorgen voor betere toegang tot ondersteuning voor jongeren met een hoge kans op uitval, bijvoorbeeld door psychische problemen. Een mismatch tussen de opleiding en de verwachtingen van de student is een van de grootste redenen voor uitval. Volgens het ministerie bieden veel mbo-opleidingen nog te weinig ruimte voor (her)oriëntatie. Door meer begeleiding te geven bij het studiekeuzeproces, met extra aandacht voor de competenties en voorkeuren van de student, zou het aantal voortijdige schoolverlaters moeten verminderen.

Maak school aantrekkelijker
Het Actieplan Voortijdige Schoolverlaters moet er ook voor zorgen dat school aantrekkelijker wordt voor studenten. Voor een groot deel van de scholieren is een voltijdstudie niet meer passend. Veel jongeren willen leren in de praktijk, waarbij werken wordt gecombineerd met studeren. Deze manier van studeren, ook wel deeltijd genoemd, laat volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap positieve ervaringen zien. Daarom moeten deze mogelijkheden worden verbeterd, aldus het ministerie.

Lockdown
Een van de voortijdig schoolverlaters is Mike de Groot. Hij is van mening dat de beroepsbegeleidende leerweg een goede manier van leren is. ‘’Veel werk kan je ook doen terwijl je nog leert.’’  Mede door corona heeft Mike zijn opleiding niet afgemaakt. ‘’Ik studeerde Retail Management niveau 4 toen wij in lockdown moesten.’’ Het niveau van onderwijs ging volgens Mike op dat moment erg achteruit. ‘’De online lessen werkten niet. Ook communiceerde school slecht met ons en moest ik veel thuis zitten.’’ Daardoor is de oud-student meer gaan werken bij Action. ‘’Ik wilde school ontvluchten op die manier, al heeft mijn privéleven daar ook effect op gehad.’’

Door financiële omstandigheden is terugkeren naar school voor Mike geen optie, maar hij overweegt wel om zich te laten omscholen tot leerkracht.

Wetsvoorstel
Volgens Rodenburg werkt het ministerie ook aan een wetsvoorstel waarmee jongeren die het nodig hebben, goede ondersteuning krijgen in de stap naar de arbeidsmarkt. Met dit voorstel krijgen scholen de verantwoordelijkheid om jongeren goed voor te bereiden op die stap. Mocht het nodig zijn, dan zal deze ondersteuning ook na het verlaten van school voortgezet worden, aldus de woordvoerder.

NS Upcycleshop op Weert Station: ‘Circulaire economie op de rails’

De NS Upcycle shop zit in het ZUYD Perron Circulair Weert, hier wordt vanuit ZUYD Hogeschool samen met Gilde Opleidingen en de gemeente Weert bewustwording gecreëerd voor circulair ondernemen. “Ik had met mijn grote mond bij de NS gezegd dat het altijd in Utrecht en een keer in Rotterdam is. Wij zitten in een pand van de NS kom hierheen!”, verteld Danielle Twardy van ZUYD Hogeschool. De NS Upcycle shop is geopend van 23 september tot en met 4 oktober.

Eerder popten er al upcycle shops op in Utrecht en Rotterdam. Voormalige reisinformatieborden, treinstoelen, banden van NS-fietsen; alles wat normaal gesproken na gebruik wordt verbrand hebben ze nu geüpcycled naar nieuwe producten die je hier kan kopen. Deze spullen lopen erg uiteen van schriftjes naar kapstokken. De reden dat de NS de upcycle shop nog niet eerder naar Weert heeft gebracht was omdat het voor hen te ver was om de shop te runnen. Maar door dit nu aan het onderwijs in deze regio te koppelen konden ze dit ook hier opzetten. “Het was een gok hoeveel mensen hierop af zouden komen,” verteld Danielle, “maar eigenlijk is er de hele dag door aanloop met mensen. Van Heerlen tot Breda, vanuit alle kanten komen ze hier naartoe. Het is soms verbazingwekkend wat eropaf komt.” Ook de leerlingen die de upcycle shop moeten onderhouden zijn blij met de aanloop. “We zijn nu een uurtje hier en iedereen die binnen liep is wel met iets naar buiten gegaan!”, aldus Indy student van Gilde Opleidingen.

ZUYD Perron Circulair Weert

Vanuit ZUYD wordt ZUYD Perron Circulair Weert gehost, dit doen ze samen met Universiteit Maastricht, hbo’s, mbo’s, voortgezet onderwijs, bedrijven, ondernemers en met de gemeente. “Iedereen heeft een rol in die circulaire transitie en wij hopen vooral nu letterlijk de circulaire economie hier op de rails te zetten”, vertelt Danielle. Dit doen ze met lessen en activiteiten, zoals in dit geval een winkel. Daarnaast doen de studenten ook onderzoek. Een van die onderzoeken gaat over de agrarische sector die ze in kaart brengen, welke kansen liggen daar? Of ze gaan bij de gemeente kijken hoe zij inkoopt, circuleert en hoe ze dit duurzaam maakt.

Samen zijn we de circulaire economie

In Weert hebben ze nu deze living lab, maar in principe doen de studenten in heel Limburg onderzoeken. In Geleen heb je bijvoorbeeld de Brightlands Chemelot Campus, daar leren ze over allerlei materialen, terwijl ze hier in Weert vooral de economische kant bekijken.  Ze zitten ook aangesloten bij het landelijke lectoren platform ‘Circulaire Economie’ dus het is niet alleen Weert. “We moeten het met elkaar doen, want we zijn samen de circulaire economie”, zegt Daniëlle tot besluit.

Van microplastics naar macro-oplossingen: plastic maken van ‘poep en plas’

De drie grootste bronnen van microplastics: slijtende banden het wegdek, plastic korrels uit de industrie en plastic afval, blijkt uit onderzoek van het RIVM. Deze microplastics blijven nu nog achter in ons afvalwater. “Het is lastig om hier de juiste maatregelen bij te bedenken”, aldus Bas Peeters van Waterschap De Dommel.

“Even in de basis”, begint Peeters. “Op het moment dat er regen valt, of als wij het toilet doortrekken, gaat dat naar het riool. Via een ondergronds netwerk van buizen en pijpen vervoeren wij dat naar een rioolwaterzuivering. Daar maken we het afvalwater weer schoon.” Het zuiveren gebeurde tot voor kort alleen op ‘poep en plas’ en niet op de zogeheten microplastics. “Op dit moment is er nog heel veel onbekend over microplastics. Dus het is ook lastig om daar de juiste maatregelen bij te bedenken.” Maar het waterschap heeft hiervoor een mogelijke oplossing.

Plastic van ‘poep en plas’

Volgens Peeters kunnen we microplastics beter tegengaan door ze te voorkomen. Zelf werkt het waterschap aan het project ‘Caleyda’, een vervanging van plastic, gemaakt van onze uitwerpselen. “Het is een soort plasticvervanger, die je maakt uit afvalwater en ook nog honderd procent circulair is. Het heeft alle eigenschappen van plastic, maar niet de nadelen.”

Dit project is een samenwerking van collega-waterschappen De Dommel, Brabantse Delta, Hollandse Delta, Scheldestromen en Fryslân. “We zitten eraan te denken of we in 2026 een installatie gaan bouwen om dit product op een hele grote schaal te gaan maken”, aldus Peeters.

Vaatwastabletten niet plasticvrij?

Het is niet alleen aan de waterschappen, maakt Peeters duidelijk. “Het water is een spiegel van de maatschappij, want alles wat erin zit, hebben wij er zelf als samenleving ingegooid.” Er zijn wat doodnormale dingen die we kunnen doen om te voorkomen dat er afvalstoffen in het water terechtkomen. “Een paar kleine dingetjes: Gooi de folietjes die om je vaatwastabletten zitten in de prullenbak. Ze zeggen altijd wel dat die helemaal afbreekbaar zijn, maar dat is nog maar de vraag. Denk ook bijvoorbeeld aan de inhoud van je shampoo- en cosmeticaproducten. Die zitten vaak vol met microplastics.” Controleer producten op ingrediënten zoals polyethylene en polypropylene, of gebruik apps als ‘Beat the Microbead’ om snel te weten te komen of je aankoop microplastics bevat.

Onderzoek naar microplastics

“In de komende jaren investeren we tientallen tot honderden miljoenen euro’s om ons afvalwater nog schoner te maken, waaronder de verwijdering van microverontreinigingen.” Waterschap De Dommel werkt samen met de twintig andere waterschappen, verschillende onderzoeksinstanties en de Rijksoverheid om microplastics te blijven onderzoeken en aanpakken.

Bevrijdingsvlag het resultaat van samenwerking Maczek Memorial en stichting Breda Loco’s

Breda – Het Maczek Memorial museum in Breda en stichting Breda Loco’s hebben vorige week een speciale bevrijdingsvlag op de markt gebracht ter ere van het 80-jarig jubileum van de Poolse bevrijding van Breda.

De bedenker van de bevrijdingsvlag is Martijn Koks, voorzitter van stichting Breda Loco’s. “In juli kreeg ik het idee om een vlag te laten ontwerpen die NAC-supporters en andere inwoners van Breda jaarlijks buiten kunnen hangen rond 29 oktober, de dag van de bevrijding,” aldus Koks. “Het is een extra mooie gelegenheid om de vlag, die gemaakt is door designer Myrthe Koppelaar, nu uit te brengen vanwege het 80-jarig jubileum. Zo zorgen we voor meer bewustwording dat we bevrijd zijn.”

Maczek Memorial

Voor het idee van de bevrijdingsvlag zijn Koks en de Breda Loco’s de samenwerking aangegaan met museum Maczek Memorial, waar het verhaal wordt verteld van de bevrijding van Breda. Vrijwilligster van Maczek Memorial Wendy Dujardin onderstreept dat de bewustwording over de Poolse bevrijding belangrijk is. “Dankzij de Poolse bevrijders kunnen wij hier wonen. Aangezien het ons doel is om de thema’s vrijheid en bevrijding in leven te houden, willen we met het verkopen van de vlag Bredanaars in de gelegenheid stellen om op hun eigen manier hun dank uit te spreken naar de bevrijders.”

Eerder was Dujardin, ook oud clubraad-lid van NAC, al betrokken bij het ontwerp van de shirts van de voetbalclub waarop afbeeldingen te zien waren van Poolse bevrijders.  ”De afbeeldingen op de shirts waren een groot succes voor het NAC-publiek. Ze zijn nu wat meer toegankelijk omdat ze ook te zien zijn op de bevrijdingsvlag,” aldus Dujardin.

Poolse hoofdstuk

Volgens burgemeester Paul Depla van Breda zorgt dit initiatief voor een gevoel van verbinding tussen Breda en Polen. “Onder leiding van generaal Maczek is Breda in 1944 bevrijd. Het is daarom de Poolse stad van Nederland en dat mogen en willen we nooit vergeten. Dit soort initiatieven houden het Poolse hoofdstuk van het verhaal van Breda levend.”

Verkoop vlaggen

De bevrijdingsvlaggen zijn nog te koop op zaterdag en zondag bij het Maczek Memorial aan de Ettensebaan in Breda of anders online via nac.nl. Ze zijn te koop voor de symbolische prijs van €19,44. Vanaf 18 oktober zijn ze ook te koop in de fanshop van NAC Breda. De opbrengst gaat volledig naar het Maczek Memorial.

Bidsprinkhanen uit Limburg komen ook naar Brabant en daar mogen we best blij mee zijn

0

De bidsprinkhaan plant zich nu voor het eerst voort in Nederland in het Limburgse Roermond. Boswachter Frans Kapteijns denkt dat ze ook naar Brabant komen. De beestjes zijn steeds meer gewend aan het Nederlandse klimaat en verspreiden zich daarom vlug, volgens Kapteijns: “In hoeveel tijd dat gaat gebeuren, durf ik niet te zeggen, maar het zal toch wel snel gaan gebeuren.”

Hoewel de insecten zich zeker zullen laten zien in Brabant, zal dat niet snel bij de mensen thuis zijn volgens de expert: “Eerder dat ze bang zijn voor de mensen dan dat het andersom is.” De boswachter verwacht dat de bidsprinkhanen vooral naar natuurgebieden zullen gaan, omdat ze daar kevertjes kunnen vangen om op te eten. “Áls ze in huis komen, mag je blij zijn, want zij pakken vliegen en andere dieren die bij ons veel meer last veroorzaken,” voegt Kapteijns toe.

Ondanks de ‘carnivoor-achtige trekjes’ van de bidsprinkhaan, zal het dier geen gevaar vormen voor de bestaande Nederlandse ecosystemen. Net als de wespspin, die een paar jaar terug ook vanuit het Zuiden kwam, vertelt Kapteijns: “De wespspin, die ook een predator is, overleeft hier gewoon en neemt ook zijn onderdeel in binnen het ecosysteem.”

Er zal ook niet snel een plaag ontstaan van bidsprinkhanen, volgens de boswachter: “Dat zie je ook in andere landen niet, waar de bidsprinkhanen al langer zitten.” De dieren zijn namelijk afhankelijk van voedsel om te kunnen voortplanten. Kortom, als ze niet genoeg eten, kunnen ze geen eitjes leggen. De bidsprinkhanen zullen nooit zo veel insecten kunnen vangen en opeten dat het leidt tot een plaag.

Advocaat Faber baalt; verdachte komt niet opdagen

Verdachte Rico M. (25) is niet verschenen bij de zitting vandaag. “Het overvalt mij evenals u, dat hij definitief niet komt weet ik ook pas een kwartier,” vertelt Faber aan de rechtbank. Zijn verdachte wordt beschuldigd van verschillende feiten, waaronder mishandeling, gijzeling en verbale bedreigingen.

Gistermiddag zijn er nog nieuwe berichten over onder andere contact tussen de verdachte en de politie naar buiten gekomen. Volgens Faber is dat mogelijk de reden van de afwezigheid van zijn verdachte: “Ik denk dat hij daarvan schrok en in paniek is geraakt.” Het is duidelijk dat hij baalt van de afwezigheid van zijn cliënt, maar tevens geen andere optie ziet dan een verzoek tot aanhouding (uitstellen van de zaak) te doen.

Nadat de rechter kort het verzoek heeft behandeld komt zij terug de zittingszaal in met de boodschap dat het verzoek wordt geaccepteerd. “Het is belangrijk dat de verdachte aanwezig is. Zijn belang houden we aan, we verwachten dat hij de volgende keer wel aanwezig is.” Ook de officier van justitie gaf aan vragen voor Rico M. te hebben die ze graag aan hem stelt in de rechtszaal.

De slachtoffers zijn bewust niet aanwezig tijdens de zitting. Zij vinden het te confronterend met de verdachte. De zitting wordt in maart volgend jaar behandeld.

Zwemonderdeel triatlon geschrapt wegens vervuild water, ‘blauwalg zorgt steeds vaker voor problemen’

0

Afgelopen drie jaar doen steeds meer mensen mee aan een triatlon, alleen gaat het zwemonderdeel niet altijd door. Zo ook in de triatlons van Tilburg en Oss dit jaar.  Slechte waterkwaliteit door blauwalg gooit soms roet in het eten. ‘Het ligt helaas voor de hand dat we meer blauwalg gaan zien,’ vertelt Jurjen Jongepier van de Unie van Waterschappen.

Van zwemmen in water met blauwalg kun je ziek worden. De Nederlandse Triathlon Bond heeft daarom regels opgesteld voor de waterkwaliteit. Als er te veel blauwalg in het water zit, zijn de organisatoren gedwongen het zwemonderdeel uit de triatlon te schrappen. Dit gaat mogelijk vaker voorkomen, volgens Jurgen Jongepier van de Unie van Waterschappen: ‘Met steeds grotere weersextremen door klimaatverandering zien we steeds vaker de omstandigheden waarin blauwalg floreert. Een laag waterpeil, hoge watertemperatuur en veel zonlicht vormen het ideale klimaat voor blauwalg.’

Niks aan te doen

‘Als er eenmaal blauwalg in het water zit, is het nauwelijks mogelijk om deze weer te verwijderen,’ vertelt Jongepier. Voor organisatoren is dat frustrerend, beaamt de organisator van de Geisbeekse triaton, Tony Ashek. ‘Je kunt er niet zo veel aan doen. Als het water vervuild is, moet je de triatlon aanpassen tot teleurstelling van de deelnemers.’ Twee van de vier edities die Ashek heeft georganiseerd hebben last gehad van vervuild water en voor hem was dat ook een reden om te stoppen met het organiseren van de triatlon.

Uitdagingen

Blauwalg tegengaan is lastig vertelt Jongepier: ‘We leven in een druk land waar veel gebeurt op elke vierkante meter. Land en water krijgt dan behoorlijk wat voor hun kiezen.’ De waterschappen focussen zich momenteel ook op het voorkomen van de aangroei van blauwalg en doen dat samen met gemeentes. ‘Op ongeveer 500 zwemlocaties controleren de waterschappen tijdens het zwemwaterseizoen tweewekelijks de waterkwaliteit. Vaak zelfs elke week.’

Kinkhoestvaccinatie aanbevolen voor werknemers in contact met baby’s jonger dan 6 maanden

Werknemers die regelmatig in contact komen met baby’s jonger dan zes maanden, zouden een kinkhoestvaccinatie aangeboden moeten krijgen, aldus een nieuw advies van de Gezondheidsraad aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De vaccinatie zou volgens de raad bij werkgevers op de agenda moeten staan, vooral voor personeel in kinderopvang, kraamzorg en neonatale zorg.

Vaccinatieplicht versus vrijwilligheid

De Gezondheidsraad adviseert nadrukkelijk om de vaccinatie aan te bieden, maar legt geen verplichting op. “Wij zeggen: biedt die vaccinatie aan, maar of het daadwerkelijk gebeurt, ligt bij de werkgevers,” licht Silvia Viergever, woordvoerder van de Gezondheidsraad, toe. Hoeveel werknemers precies gevaccineerd zouden moeten worden, is volgens haar lastig te zeggen. “Het gaat om diverse groepen, zoals werknemers in kinderopvang en kraamzorg, maar de precieze aantallen zijn onbekend.”

Kinkhoestvaccin: bescherming voor kwetsbare baby’s

Werknemers zouden het DKT-vaccin krijgen, een combinatievaccin tegen difterie, kinkhoest en tetanus, vergelijkbaar met het vaccin dat zwangere vrouwen nu aangeboden krijgen. Viergever benadrukt dat het vaccin niet alleen belangrijk is voor de eigen bescherming van de werknemer, maar vooral voor de baby’s die ze verzorgen. “Werknemers hebben de verantwoordelijkheid om kwetsbare baby’s te beschermen, ook al denken sommigen dat ze de prik zelf niet nodig hebben.”

Hoewel kinkhoestvaccinaties voor kinderen deel uitmaken van het Rijksvaccinatieprogramma, blijft het nog onduidelijk hoe vaak de vaccinatie bij volwassenen herhaald moet worden. Viergever: “Er is geen helder criterium op basis waarvan we kunnen bepalen wanneer een herhaalprik nodig is.”

Bezwaren en verantwoordelijkheden

Sommige werknemers zouden kunnen twijfelen aan de noodzaak van de vaccinatie, vooral als ze denken dat het hen persoonlijk niet voldoende beschermt. Viergever erkent deze mogelijke bezwaren, maar benadrukt dat het hier gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid. “Het gaat niet alleen om zelfbescherming, maar vooral om het beschermen van baby’s. Door je te laten vaccineren, voorkom je dat je kinkhoest doorgeeft aan deze kwetsbare groep.”

De aanbeveling van de Gezondheidsraad heeft vooral een morele lading: het welzijn van pasgeborenen ligt in handen van de professionals die hen verzorgen, en het aanbieden van de kinkhoestvaccinatie zou daarbij een logische stap zijn. Toch blijft het afwachten hoeveel werkgevers het advies daadwerkelijk zullen overnemen.