Home Blog Pagina 35

Toename toerisme op Tenerife zorgt voor uitdagingen

0

Na de COVID-19-pandemie heeft het toerisme op Tenerife een enorme groei doorgemaakt. Dankzij de keuze om zich na de coronacrisis te focussen op kwaliteitstoerisme, is de doelgroep van vakantiegangers in Tenerife veranderd. De toename van toerisme en het focussen op een andere doelgroep kan in de toekomst voor problemen gaan zorgen. ” Tenerife zal nooit klaar zijn voor zoveel toeristen.’’

Het eiland Tenerife is het grootste van de Canarische eilanden. Het eiland heeft in de afgelopen jaren een aanzienlijke toename van het toerisme gezien, met een opvallende stijging van Nederlandse bezoekers. Martijn Smeenge, een deskundige op het gebied van toerisme, benadrukt dat Tenerife een aantrekkelijke bestemming is geworden, vooral vanwege het klimaat. Met name aan de zuidkant van het eiland. Smeenge legt uit dat Tenerife na de coronapandemie de keuze maakte om zich te focussen op bezoekers die meer te besteden hebben. In eerste instantie zou dat dan het golftoerisme zijn. ”Nu is de doelgroep dat Tenerife bezoekt vooral ‘quality tourism’. Dit heeft geleid tot een stijging van de huisprijzen, vluchten en accommodaties. Hierdoor is het voor sommige bezoekers moeilijker om het eiland te bezoeken.

Alejandro Schindelmann, van Excursions Centre Costa Adeje, is al 25 jaar werkzaam bij dit bedrijf. ”Ik vind het toerisme ook wel positief, want zonder toerisme komen wij niet rond.” Ook Gerard van Viajes excursion shop Santa Cruz de Tenerife ziet positieve aspecten. ”De doelgroep dat Tenerife nu bezoekt, heeft iets meer geld. Ik vind dat makkelijker om mee te werken.”  Maar de groei van het toerisme brengt ook uitdagingen met zich mee. 

Mogelijke toekomstproblemen 

Schindelmann waarschuwt dat Tenerife niet te veel toeristen moet toelaten. ”Wij zijn daar niet op voorbereid. Dan zouden we grotere hotels moeten hebben, het transfer moet beter worden en we moeten meer water zuiveren.” David van Yolo excursion Santa Cruz ergert zich aan het gedrag van sommige toeristen. ”Ze zouden hun gedrag kunnen verbeteren. Vooral Engelse toeristen, want die zijn asociaal. Ze vervuilen het eiland. Nederlandse toeristen daarentegen, gedragen zich goed.” Ook Smeenge benadrukt een aantal problemen zoals: overbevolking, vervuiling en verstoring van lokale gemeenschappen en ecosystemen. Schindelmann heeft zijn twijfels over het groeiende toerisme. ”Ik denk dat Tenerife nooit klaar zal zijn voor zoveel toeristen.’’ Ondanks vele economische voordelen, moet het eiland volgens Smeenge en Schindelmann er wel voor blijven zorgen dat milieu en cultuur beschermd wordt.

Toename Nederlandse toeristen

Wereldwijd hebben 9166741 bezoekers in 2023 Tenerife bezocht. In 2019 waren dit 8441644 bezoekers. Dit is een toename van 7,91%. Wat opvalt is een stijging van Nederlandse bezoekers. Volgens cijfers van WebTenerife is het aantal Nederlandse passagiers dat het eiland bezocht gestegen van 166.463 in 2019 naar 211.084 in 2023, wat een toename van 26,81% aanduid.

Uitgelichte foto: Indy Bosters

Gemeente Tilburg speelt in op zacht voorjaar: ‘Beplanting moet bijdragen aan biodiversiteit’

Weinig mensen zullen op dit moment klagen over het zachte weer. Ondertussen schuilt er wel een gevaar in. De biodiversiteit komt er door onder druk te staan. De gemeente Tilburg is er actief mee bezig als het aankomt op aanleg van natuurprojecten.

Door het zachte weer staat de natuur bij het begin van de lente al vol in bloei. In februari kwam vakblad Nature Today met een publicatie waarin stond dat lenteplanten gemiddeld een maand eerder in bloei staan dan vijftig jaar geleden. Dat ziet ook Rob van Dijk, stadsecoloog van de gemeente Tilburg. Het is een gevolg van klimaatverandering en dus een gegeven waarmee rekening moet worden gehouden in de toekomst. Dat gaat Tilburg doen via een beleidsplan. “We gaan binnenkort een nieuwe nota biodiversiteit vaststellen”, vertelt Van Dijk. “Het bloeistation begint eerder en daar moeten we denk ik ook met onze beplanting meer op inspelen in de openbare ruimte.”

Met die nota wordt niet alles al precies vastgelegd. Per project kijkt de gemeente naar de juiste invulling. “Het is een nota op hoofdlijnen. Daarin komen bijvoorbeeld voorwaarden in over de planten in de openbare ruimte, die altijd bij moeten dragen aan de biodiversiteit.” Van Dijk wijst op het project rondom het stadshuis. Daar zijn volgens hem nog te veel vaste planten, zoals siergrassen, aangeplant. “Die dragen niet zo heel veel bij aan de biodiversiteit. Vooral niet voor insecten. Dus daar mogen we nog wel meer aan doen.”

Bestuivers

De verandering in het bloeiseizoen heeft volgens Van Dijk de meest impact op die insecten, zoals bijen en hommels. Daar moet met de beplanting op in gespeeld worden. “Dat hoor je ook bij mensen van Wageningen Universiteit, zoals Arnold van Vliet. Zij hebben sterke vermoedens dat zwakke winters die we nu hebben, de insecten op dit moment aan het nekken zijn.” Insectsoorten komen te vroeg uit hun winterslaap en kunnen nog niet genoeg voedsel vinden. Daar speelt de gemeente op in door soorten aan te planten die de biodiversiteit versterken en daarmee tegelijkertijd de beestjes helpen.

Het grote gevaar schuilt nog in een mogelijke vorstperiode. Hoe vroeger in het seizoen planten opbloeien en insecten uitvliegen, hoe groter de kans nog bestaat op (strenge) vorst. “Zelfs als er nu nog een matige vorst komt, dan schat ik in dat het voor veel insecten een klap betekent. Voor de bloemen misschien niet meteen. Uiteindelijk hangt alles wel met elkaar samen natuurlijk.” De planten kunnen volgens Van Dijk iets beter tegen een kleine vorst, zeker als die niet lang duurt. “Het is vervelend voor een fruitboom als de bloesem bevriest, want dan komt er minder fruit aan. Alleen die boom die blijft wel staan. Het zijn met name die insecten en alles wat daar weer van afhankelijk is, zoals insecten etende dieren, die hebben daar het meest onder te lijden.”

Nieuwsgaring Soedan blijft een jaar na begin conflict ingewikkeld

Het is nu een jaar geleden dat het conflict in Soedan begon tussen het leger en de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF). Volgens hulpverleners en de Amerikaanse VN-ambassadeur in The New York Times is de situatie ‘onhoudbaar’ en de stilte ‘schandalig’. Toch is het aantal artikelen over Soedan bij de meeste Nederlandse kranten afgenomen in vergelijking met Gaza of Oekraïne. Welke afwegingen maken buitenlandredacties in berichtgeving over Soedan?

“Heel in het algemeen kun je van elk conflict zeggen: als het ‘nieuw’ is, dan zijn er de hele tijd nieuwe gebeurtenissen en ontwikkelingen en kun je er meer over schrijven”, legt chef Buitenlandredactie van Trouw Gijs Moes uit. “Over Soedan had ik het laatst bijvoorbeeld met een collega. De strijd tussen generaals Abdel Fattah al-Burhan van het leger en Hemedti van de RSF, dat was een jaar geleden ook al zo. Je wilt geen artikels schrijven over oude ontwikkelingen. Maar wij proberen ook in dat geval nog steeds aandacht te geven aan langdurige conflicten. Zo hadden we het verhaal over Soedanese vluchtelingen in Egypte. Dan heb je weer een nieuwere vorm of insteek om hetzelfde verhaal te vertellen. Het is dan niet meteen een nieuw feit maar wel een aspect wat je belicht.”

Twee weken geleden, op 6 maart, concludeerde de VN-Veiligheidsraad dat het conflict in Soedan al aan 14.000 mensen het leven heeft gekost en dat 8 miljoen mensen op de vlucht zijn. Volgens Cindy McCain, voorzitster van het Wereldvoedselprogramma (WFP), kan het conflict de grootste hongercrisis ter wereld veroorzaken in de vluchtelingenkampen.

Geen Kuifje

Peter Vermaas, redacteur Buitenland bij NRC, laat weten dat zij de oorlog in Soedan vrij structureel gevolgd hebben en nog steeds volgen. Maar na verloop van tijd werd dit minder omdat er zonder mensen ter plaatse weinig te melden valt. “Dat is het grote verschil met Oekraïne: daar kunnen we verslaggevers naartoe sturen. Of met Gaza. Daar komen we weliswaar niet in, maar er zijn wel redelijke verbindingen met fixers waarmee we in het verleden gewerkt hebben – én we hebben onze correspondent in Israël. Soedan zit voor journalisten echt potdicht. Dat betekent dat we vooral moeten vertrouwen op de internationale persbureaus of lokale media. Of dat we naar de grens moeten om met vluchtelingen te spreken – zoals onze correspondent nu trouwens doet.”

“Het klinkt plat misschien, maar wij draaien natuurlijk mee in de mediawereld”, zegt Moes. “Voor Gaza is er bijvoorbeeld zoveel internationale aandacht, ook door politici, dat er de hele tijd nieuwe ontwikkelingen zijn. We hebben liveblogs over Gaza en Oekraïne, waar vaak nieuwe artikelen op geplaatst worden. We hebben een correspondent die in dat laatste land doorreist, die zit niet per se in de loopgraven maar zit wel dichtbij het front. Een liveblog hebben we niet over Soedan, want we hebben geen mensen die we daar naartoe kunnen sturen. Onze journalisten in de rest van de wereld zijn niet meer ‘Kuifje’. Wij willen ook dat zij veilig zijn. We hebben gelukkig wel dan de correspondent in Egypte die daar Soedanese vluchtelingen kon spreken.”

Uitgelichte afbeelding: ANP/Bart Maat

Kampioenschap lonkt weer voor RBC: Een club in wederopbouw

Voetbalclub RBC is bezig met een goed seizoen in de Eerste Klasse. De club uit Roosendaal zou theoretisch gezien deze zondag al kampioen kunnen worden en promoveren naar de Vierde Divisie. Belangrijke stappen voor de club, die in 2011 failliet verklaard werd. RBC speelde in 2006 nog in de Eredivisie, het hoogste niveau in Nederland. Bestuurslid en persvoorlichter Paul Kuipers vertelt in een interview over hoe de club gehandeld heeft na het faillissement. Kuipers is het enige bestuurslid dat er sinds het faillissement nog zit. Ook kijkt hij naar de toekomst van RBC, en welke doelen de club heeft. De club speelt de komende weken namelijk hele belangrijke wedstrijden.

Foto: ANP/Phil Nijhuis

Pleinen gesierd met duizende kinderschoenen als stil protest voor Gaza wekt sympathie

Afgelopen weken zijn op diverse pleinen in Nederland duizenden kinderschoenen verspreid. Elk paar staat symbool voor een kinderleven dat verloren is in Gaza als gevolg van het aanhoudende conflict. Deze ‘stille’ protesten zijn bedoeld om aandacht te vragen voor de schrijnende situatie van de kinderslachtoffers in Gaza.  

Bart Klandermans, Emeritus-hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, benadrukt de kracht van dit soort protesten: “Deze vorm van protest wekt sympathie op bij het publiek, het brengt het probleem op een krachtige wijze onder de aandacht.” Hij legt uit dat door het tonen van de schoenen en het delen van de namen achter de slachtoffers, er ook empathie wordt gewekt bij het publiek. Het probleem wordt tastbaar en mensen kunnen zich er beter mee identificeren. 

De ‘stille’ protesten maken indruk door de realiteit van het conflict voelbaar te maken en langslopend publiek uit te nodigen tot reflectie. Klandermans vertelt dat in vergelijking met luide demonstraties, zoals recentelijk gezien bij de boerenprotesten, deze stille demonstraties een alternatieve benadering bieden. Luide protesten leiden vaak tot verdeeldheid. Op die manier leiden ze af van de boodschap van het protest.  

Aandacht voor de boodschap 

Een van de belangrijkste aspecten van effectief demonstreren is volgens Klandermans dat de boodschap centraal staat. “Het middel wat je kiest om mee te protesteren, mag niet de aandacht afleiden van waar het echt om gaat,” benadrukt hij. “Met deze stille protesten wordt de aandacht gericht op de slachtoffers en de noodzaak om het geweld te stoppen.” 

Het publiek reageert met medeleven op deze stille demonstraties. Mensen stoppen, kijken en luisteren in stilte. Deze reacties getuigen van de effectiviteit van dit soort protesten in het bereiken van empathie en bewustwording bij het publiek. 

Uitgelichte foto: Madelief van Bladel

Ricardo D. wil de criminaliteit uit en schiet zijn baas dood: 14 jaar cel

Ricardo D is veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf voor de moord op zijn drugslabbaas Jeffrey R. Zo oordeelde de rechtbank afgelopen woensdag. Vorig jaar juni vuurde Ricardo 13 kogels richting Jeffrey af. Hij overleed ter plekke.  

Ricardo werkte 10 jaar lang als ‘kok’ in een drugslab van Jeffrey, maar wilde graag het criminele wereldje uit. Het samenstellen van synthetische drugs is nauwkeurig werk, deze ‘koks’ zijn schaars en dus wilde Jeffrey hem niet laten gaan. Hij steekt zijn auto in de fik en bedreigd hem met de dood. Op 25 juni spraken de twee af op het woonwagenkamp waar Ricardo woonde om het uit te praten. De dag ervoor schaft Ricardo een wapen aan. 

“dan doen we het zelf wel”

Familielid Jeffrey tegen de rechter

Op het kamp aan De Vinnen in Maarheeze komt Jeffrey eind van die middag met een vriend aanrijden. Ricardo dacht te zien dat hij een beweging naar zijn oksel maakte en ging ervan uit dat hij een wapen zou trekken, zo herhaalt de rechter. De moeder van de vermoorde Jeffrey begint in de rechtbank te huilen. Ricardo schrok en schiet richting de auto, verklaarde hij aan de politie. Bijrijder Kevin S. werd in zijn been geschoten, hij komt er met een flinke verwonding van af. 

De straf is lichter dan de 20 jaar cel die het openbaar ministerie had geëist. De poging tot moord op de bijrijder Kevin is namelijk niet bewezen, zo verklaard de rechtbank. De schoten waren bedoeld voor Jeffrey en Ricardo had niet gerekend op Kevin. Het was dus niet met voorbedachte raad en daarom wordt het gekwalificeerd als poging op doodslag en niet op moord.

De nabestaanden van Jeffrey reageerden woest op de uitspraak. De rechter was nog niet uitgesproken en de familie schoot overeind. Ze verlieten verontwaardigd de zaal. “Dan doen we het zelf wel”, riep een van hen. 

uitgelichte foto- ANP Remko de Waal

Rapport PBL: ‘Klimaatdoel alleen haalbaar met maatschappelijke en politieke inzet’

0

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert uit eigen rapport dat Nederland een klimaatdoel voor 2040 moet instellen. Dat jaar moet Nederland 90 procent minder uitstoten dan in 1990. Dit doel is volgens het PBL haalbaar, mits hier genoeg draagvlak voor is. In de partijprogramma’s van de formerende partijen is het nog maar de vraag of er voldoende draagvlak is om Nederland genoeg te verduurzamen in voor 2040.

In een nieuw rapport gaat het PBL in op de haalbaarheid van de internationale klimaatdoelen voor Nederland. Het rapport werd opgesteld naar aanleiding van een recent voorstel van de Europese Commissie om een nieuw klimaatdoel in te voeren voor 2040. Nederland zou daarin haar broeikasemissies moeten verminderen met 90 procent ten opzichte van 1990. Volgens het PBL is een reductie van 80 tot 90 procent geofysisch (of er voldoende beschikbare ruimte is) en technisch mogelijk. Om een reductie van rond de 90 procent of hoger te realiseren moet ‘de samenleving haar levensstijl sterk aanpassen.’ Bijvoorbeeld door minder te gaan vliegen of minder vlees te eten. Wanneer dit maatschappelijk draagvlak beperkt blijft, redt Nederland de 90 procent niet. In het Kamerdebat van donderdag moet blijken hoeveel politiek draagvlak er bestaat voor stevige klimaatwetgeving. Zeker na de verkiezingswinst van partijen als PVV en BBB, die in hun verkiezingsprogramma’s sceptisch zijn over het belang van de energietransitie.

Waterstof, zonnepanelen en kernenergie

Een reductie van 80 tot 90 procent zou volgens het rapport dus technisch en geofysisch mogelijk zijn. Volgens Business Director Energietransitie bij ingenieursbureau Sweco, Bert van Renselaar, is dit echter afhankelijk van veel verschillende factoren. “Om de klimaatdoelen te bereiken zullen we verschillende energiebronnen in moeten zetten. De ene sector zal van een andere soort groene energie voorzien moeten worden dan de andere sector.” Een waterstofnetwerk voor de industrie, windmolens op zee, zonnepanelen en kernenergie zullen allemaal nodig zijn om de klimaatdoelen te behalen. “Hierbij moet je ook beseffen dat er regio’s zijn waar makkelijker meer energie opgewekt kan worden dan in Nederland. Een Europese aanpak is daarom effectiever dan de klimaatdoelen alleen in Nederland willen verwezenlijken.”

Maatschappelijk draagvlak

Het rapport van het PBL concludeert dat er een maatschappelijk draagvlak moet zijn om het klimaatdoel van 2040 te behalen. Senior Research Consultant bij onderzoeksinstituut Motivaction, Gerard van der Werf, licht toe dat de maatschappij beter bereid is mee te gaan in de energietransitie wanneer de voordelen van deze transitie beter benadrukt worden. “Als je benadrukt dat verduurzaming kan leiden tot een lagere energierekening, meer zelfvoorziening of meer comfort staan mensen sneller open voor verduurzaming.”

Niet iedereen kan in de energietransitie dezelfde verantwoordelijkheid hebben volgens Van der Werf. Hoeveel middelen iemand heeft om zijn of haar ecologische voetafdruk te verkleinen, is erg bepalend. “De voordelen van de energietransitie komen terecht bij de mensen die over het algemeen een wat bredere beurs hebben. Als je het geld hebt liggen om zonnepanelen of een thuisbatterij te betalen, kun je je energierekening een stuk verminderen. Een moeder die in een huur appartement woont met drie kinderen heeft minderen middelen om te kunnen verduurzamen.”

Politiek draagvlak

De komende jaren zullen bepalend zijn of Nederland de internationale klimaatdoelen gaan halen. De politiek zal hier ook een belangrijke rol in gaan spelen. Of er de komende jaren genoeg politiek belang gaat zijn voor klimaatverandering is nog maar de vraag. Zo staat in het partijprogramma van de grootste partij, PVV, ‘De klimaatwet, het klimaatakkoord en alle andere klimaatmaatregelen gaan direct door de shredder’. Het hoofdstuk over klimaat in het verkiezingsprogramma van BBB kopt: ‘Wie rood staat, kan niet groen doen’. Hierin staat dat BBB alleen aan de klimaatdoelen wil werken als het de burgers niet te veel geld kost.

Bron: Verkiezingsprogramma BBB
Bron: Verkiezingsprogramma PVV

Hoogleraar duurzame energie voorziening aan de universiteit van Utrecht, Gert Jan Kramer, legt uit dat de politiek in de toekomst een probleem kunnen vormen om de klimaatdoelen te behalen. “We hebben sinds 1990 onze CO2-uitstoot met 35 procent verminderd. Onze uitstoot zal dus de komende jaren een stuk sneller moeten afnemen. Tegelijkertijd ontkent de PVV dat er überhaupt iets gedaan moet worden aan klimaatverandering. Hoe het de komende tijd zal verlopen, moeten we nog zien.”

FOTO: ANP/Jeroen Jumelet

Een ochtend in maart fluistert: ‘De lente begint’

Twaalf over half zeven ’s ochtends. De eerste zon van de lente komt op in Tilburg, maar iets daarvoor konden de eerste zonnestralen al opgevangen worden. Door hardlopers, mensen die de hond uitlaten en andere vroege vogels. Wie dan om zich heen keek, zag Tilburg in bloei.

Het station rond zonsopkomst, in het centrum van Tilburg. Naast de hoofdweg en het fietspad staan de narcissen allemaal in bloei. Sommigen zijn door het recente warme weer zelfs al over hun hoogtepunt heen.

Naast de Professor Cobbenhagenlaan ligt een lang en smal park. Populair onder mensen die er met de hond lopen. De grasveldjes rondom het middenpad staan nu vol met blauwe bloemetjes; de kleine sneeuwroem. Het is een bloem die elk jaar in maart in bloei staat.

Dat geldt niet voor de bloesembomen. Die bloeien normaal gesproken vaak pas in april en/of mei. Aan de Wandelboslaan, maar ook op veel andere plekken in Tilburg, staan deze echter al in wit blad.

Ook in het Wilhelminapark zijn bloesembomen te vinden, maar deze kersenbloesems hebben met hun (zacht) roze blaadjes een extra lente-achtige uitstraling.

Naast de ‘gewone’ gele narcissen, zijn er ook witte bloemen met vaak oranje in het midden. Deze soort groei vaak pas in april, maar langs de Ringbaan West staan velden vol hiervan.

Door het warme weer komen ook de eerst tulpen al omhoog en open. Je moet er wel even goed naar zoeken. Hier, langs de Hart van Brabantlaan, zijn de typisch Nederlandse bloemen al te spotten.

Zo staan in heel Tilburg bloemen en planten in bloei aan het begin van de lente. Bijvoorbeeld op de herkenbare plekken als bij de Süleymaniye moskee, het draaiend huis en in het Spoorpark, met de blik op Westpoint.

Wet Seksuele Misdrijven aangenomen in Eerste Kamer: ‘Niet vergeten waarom dit zo belangrijk is’

De Eerste Kamer heeft dinsdagmiddag ingestemd met de Wet Seksuele Misdrijven. Door deze wetswijziging staat bij verkrachtingsdelicten niet langer dwang, maar consent centraal. Mensenrechtenorganisatie Amnesty en een actiegroep met slachtoffers van seksueel geweld voerde voorafgaand aan het debat actie om het laatste zetje te geven.

Iemand is straks strafbaar voor het plegen van seksueel geweld als hij of zij wist of kon vermoeden dat de ander geen seks wilde en toch heeft doorgezet. Het is niet meer noodzakelijk om te bewijzen dat er sprake was van dwang, geweld of bedreiging. Zo’n zeventig procent van de slachtoffers verstijft of werkt mee tijdens seksueel misbruik. ”We vinden het belangrijk om te laten zien dat dit voor veel mensen ongelofelijk veel gaat betekenen. Elk jaar zijn er bijna honderdduizend slachtoffers, dat is een verschrikkelijk getal. Het gebeurt overal, dus iedereen merkt de impact,” vertelt Legien Warsosemito – trainer en adviseur sociale veiligheid.

Lange weg

Hoewel de actievoerders geen problemen verwachtten bij de stemming, vonden ze het toch belangrijk om erbij te zijn. ”Na vier jaar lang campagne voeren willen we die laatste stap ook zetten en het laatste zetje geven. We moeten niet vergeten waarom dit zo belangrijk is,” zegt Julia van den Muijsenberg, persvoorlichter van Amnesty International. ”Als het er straks doorheen is zijn we natuurlijk blij, maar ook wel moe. Het was een lange weg, maar vooral een belangrijke waarvan we blij zijn dat we hem hebben bewandeld.” Dat het vier jaar heeft geduurd om de wetswijziging op de agenda te krijgen is volgens Maaike, een van de actievoerders, ook te wijten aan de zwaarte van het onderwerp. ”Praten over seks of seksueel geweld is niet altijd leuk of makkelijk, misschien dat het daar wat mee te maken heeft.”

Uitvoerbaarheid

Ook de actiegroep ziet dat er kritische vragen over de uitvoerbaarheid van de wet gesteld worden. ”Die vragen mogen er ook zijn. Uiteindelijk komt het ook aan op de uitvoerbaarheid. Vervolging moet wel echt zorgvuldig gebeuren”, zegt Warsosemito, trainer en adviseur sociale veiligheid. In de aankomende jaren worden 250 officieren van justitie bij het Openbaar Ministerie (OM) opgeleid, waarbij een gedeelte zich zal richten op de afhandeling van zedendelicten.