Home Blog Pagina 25

Resomeren als alternatief voor cremeren en begraven: “Mensen krijgen er een duurzame optie bij”

0

Het oplossen van een lichaam in een zoutwateroplossing, ook wel resomeren genoemd. Het kabinet heeft voor deze nieuwe uitvaartmethode een wetswijziging voorgesteld om dit toe te staan. Volgens eigenaar Sandro Volpe van dierenuitvaartcentrum Venlo komt dit besluit veel te laat: “Het leek wel of deze milieuvriendelijke techniek werd tegengehouden.”

Al bijna vijf jaar lang wordt de methode resomeren, ook wel alkalische hydrolyse genoemd, bij dieren toegepast. Volpe importeert ook de resomeertanks waarin de lichamen worden opgelost. Hij vindt dat het invoeren van resomatie voor mensen vanuit de regering te vaak is uitgesteld. “In 2018 was het idee er al. De coronaperiode en de oorlog in Oekraïne zijn er dan wel tussengekomen, maar toch is er te weinig onderzoek gedaan.”

 Na al die jaren heeft de regering toch besloten om een wetswijziging in te dienen voor goedkeuring. “Het werd echt tijd, want het is op dit moment de meest duurzame uitvaartmethode,” aldus Volpe. “Een crematieoven bijvoorbeeld verbruikt evenveel gas als een hele woonwijk. Bij resomeren wordt een lichaam natuurlijk opgelost, zonder het gebruik van zuren. Als je de ovens zou vervangen voor resomeertanks, zou er geen CO2- uitstoot meer zijn en zou je op het gebied van gas het jaarverbruik van een grote stad besparen. Waarom zou je er dan niet voor gaan?”

Niet duurzaam

Toch is de methode van resomatie niet bij iedereen populair. Volgens Roel Stapper, directeur van uitvaartcentrum Zuylen in Breda, is het eigenlijk helemaal niet zo duurzaam. “Er is kortgeleden een vergelijking gemaakt tussen onder andere begraven, cremeren en resomeren met behulp van de zogenaamde life cycle analysis, een techniek die producten in gelijke categorieën bestudeert en met elkaar vergelijkt op duurzaamheid. Hier kwam voor het resomeren een lage duurzaamheidsscore uit. Wij denken ook dat er niet zo veel vraag naar zal zijn en daarbij zal het even duren voordat deze techniek meer gebruikt zal worden. Daarom twijfelen wij om eraan te beginnen,” aldus Stapper.

Populariteit

Volgens Volpe zal resomatie juist populair gaan worden als de wet wordt aangenomen. Dit komt volgens hem ook door een onderzoek van Radar van vier jaar geleden waarin veel mensen al lieten blijken resomatie te overwegen. “Vier jaar terug stond 62% van de mensen open voor deze uitvaartmethode vanwege de duurzaamheid,” zo zegt Volpe. “Ik heb zelf ook veel klanten die aangeven dat ze bang zijn voor vuur en dus voor cremeren. Het zou mooi zijn als mensen een nieuwe, duurzame optie erbij zouden hebben.”

Gezondheidsraad

Resomeren wordt door de gezondheidsraad, die de regering adviseert op het gebied van gezondheidsbeleid, als duurzaam gezien in vergelijking met begraven en cremeren. Hierdoor adviseert de raad dan ook positief over het inzetten van deze uitvaartmethode. Volgens de raad is het wel zo dat de uitvoering van resomatie op mensen nog beoordeeld moet worden.

Een opmars van de automaat: gaan we ook meer lessen met een automatische versnellingsbak?

0

Het aantal mensen dat met een automaat afrijdt is in 6 jaar tijd verdrievoudigd. Dit klinkt als heel veel, maar let op, volgens het CBR: dit gaat om een stijging van 1,18 naar 4,10 procent. Tegelijkertijd meldt Brabants Dagblad dat maar liefst zeven op de tien nieuw verkochte auto’s een automaat is. Annelies Tichelaar, woordvoerder van ANWB, bevestigt dat de lichte stijging  van rijlessen in een automaat in samenhang is met de opmars van de automatische versnellingsbak.

Annelies benadrukt een ‘lichte’ stijging. “90 procent van de rijlessen zijn bij ons nog rijlessen met een handgeschakelde auto.” Opvallend is dat automaatrijlessen bij ANWB duurder zijn dan de rijlessen in een schakelauto. Je zou denken dat je in een automaat minder hoeft te leren. Annelies legt uit dat dat te maken heeft met de prijs van de automaten. “Rijscholen moeten investeren in deze auto’s en over het algemeen zijn automaat auto’s nog duurder.”

Nog niet overal les in een automaat

Niet alle rijscholen bieden rijlessen in een automaat aan. Vaak is dit een kostenoverweging en de vraag is niet overal even hoog. Rijschool Nxxt biedt op 3 van hun 180 locaties automaatrijlessen aan. Ryan van Loon, medewerker van Nxxt vertelt dat dat komt omdat de rijinstructeurs daar dat graag wilden. “Er wordt veel gebruik van de automaatrijlessen gemaakt, mensen komen ook vanuit een andere regio naar die locaties voor de automaatrijlessen.” Bij de andere locaties, vertelt Ryan is er nog geen plan voor automaatrijlessen, maar wel een stijging in vraag.

Wat is de doelgroep?

Nanda Troost woordvoerder van het CBR stelt dat de doelgroep van de automaatlessen verandert. “In het verleden zagen we toch dat het vaak mensen waren die wat moeite hadden met het schakelen en op het verkeer letten tegelijkertijd. Ook mensen die wat ouder waren. Nu zie je de leeftijd dalen, wat er op kan duiden dat het wat meer opschuift naar de ‘normale’ doelgroep. De gemiddelde leeftijd voor een eerste praktijkexamen is 20 jaar.”

“Het zal nog wel lang duren voordat de handgeschakelde auto uit het straatbeeld verdwenen is”, zegt Nanda. “Voorlopig is de elektrische auto nog boven het budget van veel mensen, zeker voor de gemiddelde 18-jarige beginnende bestuurder.”

Bezuinigingen en ranglijsten: een bedreiging voor kwaliteit Nederlands hoger onderwijs

Het Britse tijdschrift Times Higher Education heeft op 9 oktober voor de 21e keer hun World University Rankings bekendgemaakt. Uit deze ranglijst blijkt dat twee derde van de Nederlandse universiteiten is gedaald in positie. De koepelorganisatie Universiteiten van Nederland heeft twijfels bij de manier waarop dit soort ranglijsten tot stand komen.

Kritiek op ranglijsten

Anderhalf jaar geleden kreeg de organisatie Universiteiten van Nederland inzage in een rapport waarin duidelijk werd dat er nogal wat haken en ogen aan dit soort ranglijsten zitten. “Dit soort ranglijsten doen geen recht aan wat er op een universiteit gebeurt.” zegt woordvoerder Ruben Puylaert van Universiteiten van Nederland. Sindsdien zijn we terughoudender geworden met het gebruik van deze lijsten en werken we mee aan alternatieven.

De Universiteit Utrecht trok deze ranglijsten zo erg in twijfel dat zij vorig jaar besloot geen data meer met het Britse tijdschrift te delen, waardoor ze dit jaar weer niet op de ranglijst staan. De ranglijst is gebaseerd op 17 indicatoren, verdeeld over vijf belangrijke gebieden: onderwijs, onderzoeksomgeving, onderzoekskwaliteit, betrokkenheid van het bedrijfsleven en internationale oriëntatie.

Gevolgen van bezuinigingen

In het onderzoek van Times Higher Education komt naar voren dat zij zich zorgen maken over het politieke beleid in Nederland. Volgens hen vormt het nieuwe politieke beleid de basis van de dalingen, zoals de opkomst van de PVV die wil korten op subsidies en de instroom van buitenlandse studenten.

Puylaert kan niet zeggen of dit de oorzaak is voor de dalingen. Het nieuwe kabinet bezuinigt ongeveer een miljard op vervolgonderwijs en wetenschap. “Dat is bijzonder schadelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Het kabinet zegt dat ze wil inzetten op een goed vestigingsklimaat en een goed concurrerende economie, maar alle rapporten en gezaghebbende instanties wijzen erop dat je eerst moet investeren in onderwijs, onderzoek en innovatie. Het kabinet doet het tegenovergestelde door stevig te bezuinigen op universiteiten; daardoor gaat de kwaliteit van onderwijs en onderzoek eronder lijden.

Hoe nu verder?

Volgens minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) behoren de Nederlandse universiteiten tot de wereldtop. “Ik wil er samen met hen voor zorgen dat ze dat blijven,” zegt Bruins. “De realiteit is dat er minder geld is voor het vervolgonderwijs en onderzoek, en dat we gerichter willen sturen op internationale studenten. Dit vraagt om scherpe en verstandige keuzes. Ik wil de bezuinigingen zorgvuldig vormgeven, samen met de universiteiten en hogescholen, zodat we behouden wat goed is en we blijven werken aan een toekomstbestendige kennissector.”

Anticonceptiepil van de markt gehaald

0

Bellen naar de huisarts om je anticonceptiepil bij te bestellen, om vervolgens te horen te krijgen dat deze niet meer leverbaar is. Dit is de realiteit voor vrouwen die Microgynon 50 gebruiken, want deze pil is nu nergens meer verkrijgbaar.

De gebruikelijke sterkte van Microgynon is 30 microgram, Microgynon 50 is een sterkere anticonceptiepil. Deze wordt vooral voorgeschreven aan vrouwen die veel last hebben van doorbraakbloedingen, legt apotheker Annemieke Horikx uit.

Bayer stopt met produceren

Bayer BV heeft nog niet gereageerd op waarom ze deze pil uit de schappen hebben gehaald. Horikx zegt dat het meerdere redenen kan hebben waarom een bedrijf deze keuze maakt. “Als een fabrikant vindt dat ze daar eerder geld op moeten toeleggen dan het wat oplevert, dan stoppen ze ermee.”

Horikx vertelt dat teruggaan naar Microgynon 30 ervoor kan zorgen dat de doorbraakbloedingen terugkeren. Daarom wordt eerst bekeken of dit gebeurt voordat er andere opties worden voorgeschreven, maar er worden geen ernstige symptomen verwacht. “Microgynon 50 is sterker, dus er zullen waarschijnlijk minder snel bijwerkingen optreden dan bij een overstap naar Microgynon 30,” aldus Horikx.

Wat nu?

“Het kan vervelend zijn dat vrouwen moeten overstappen, want er moet nu naar een alternatief worden gezocht, maar we moeten roeien met de riemen die we hebben.” Gelukkig zijn er volgens Horikx genoeg opties: “Als Microgynon 30 niet werkt, moeten we kijken of een spiraaltje, anticonceptiepleister of een anticonceptiepil met extra oestrogeenmiddel een betere keuze is. Dit hangt af van wat het beste bij de vrouw past.”

Dunkin’ Donuts failliet: werknemers al een week te laat uitbetaald

Dunkin’ Donuts heeft op 8 oktober zijn faillissement aangekondigd. Een beslissing die veel werknemers in onzekerheid heeft gebracht. Medewerkers ontvingen het nieuws via een e-mail van de HR-afdeling, wat voor vele onverwachts kwam aanwaaien “We wisten wel dat het slechter ging maar niet dat het zou leiden tot faillissement,’’ zegt Manon Schraver, fulltime medewerker bij Dunkin’ Donuts in Tilburg.

Tot nu toe zijn er geen maatregelen genomen om de werknemers te ondersteunen. Ook is er nog steeds geen duidelijkheid over wanneer ze weer betaald zullen worden. Hoewel de HR-afdeling een e-mail heeft gestuurd om uitleg te geven over het faillisementsproces, werd hierin niet vermeld wanneer en hoe de medewerkers hun achterstallige salaris zullen ontvangen. “We zijn al een week niet uitbetaald en hebben geen idee wanneer dit wel gaat gebeuren,’’ zegt Vita van de Kar werknemer bij Dunkin’ Donuts.

Op de vraag of ze al actief opzoek zijn naar een nieuwe baan, antwoordde Manon dat dat nog niet het geval is, maar dat het wel de bedoeling is. ‘’We hebben nog geen duidelijke informatie ontvangen over hoelang we hier kunnen blijven werken. Het lijkt erop dat ons filiaal waarschijnlijk dichtgaat, echter hebben wij daar nog geen bevestiging van gekregen.’’ 

Wat is het probleem ?

Erasmus Universiteit Hoogleraar bedrijfskunde Cor Molenaar vindt het achteraf gezien niet vreemd dat Dunkin’ Donuts het weer niet gered heeft in Nederland. “Het viel mij op dat ze moeite hebben aansprekend te zijn bij jongeren, wat tevens hun doelgroep is”, het concept donut is in Nederland sowieso minder populair dan in andere landen volgens de hoogleraar. “De combinatie van een redelijke hoge prijs en donuts, die in Nederland niet zo populair zijn kan een reden zijn dat het niet heeft aangeslagen hier.” Volgens Molenaar heeft het ook niet meegeholpen dat de donutketen veel moest betalen aan groot aandeelhouder Van der Valk hotels.

Volgens Molenaar hebben allen door hem genoemde ‘fast-horeca’ problemen op het moment. “Voor dit soort bedrijven zijn impulsaankopen erg belangrijk. Klanten gaan steeds kritischer om met hun geld, wat het lastiger maakt om de prijzen te handhaven.”  

Verbaasde klanten

Klanten van Dunkin’ Donuts in Tilburg waren erg verbaasd toen ze hoorden dat de keten failliet is verklaard. “Ik moest bijna huilen en heb het meteen tegen mijn ouders verteld”, zegt Kiki. “Het was vaak rustig maar dit had ik niet verwacht, ik had er zelfs een nachtmerrie over”, voegt de achttienjarige student er nog aan toe. Noor gaat de koffie het meest missen “die vind ik lekkerder dan die van de Starbucks”.

Grindr AI-tool chat namens jou: ‘beangstigend’

Ontmoetingsapp Grindr, populair bij homoseksuele mannen, ontwikkelt een AI-tool die zelfstandig gesprekken kan voeren en in de toekomst dates kan plannen, een restaurant reserveren of een outfit uitzoeken. De chatfunctie zou vanaf 2027 voor iedereen beschikbaar moeten zijn, een kleine groep gebruikers test het nu al uit. Dat meldt Grindr aan The Wallstreet Journal. Relatiecoach René Luisman en Grindr-gebruiker Siem maken zich zorgen om privacy en geweld.

“Ze doen net alsof het een gezellige datingsapp is”, zegt Siem. “Maar dat is het helemaal niet. We weten allemaal dat we niet op Grindr zitten om te schaken”, vertelt hij. “Het gaat om seksdates. Dat wil niet zeggen dat daar niks uit kan groeien, maar in 99% van de gevallen is dat niet zo.” Siem vergelijkt de app met Tinder. “Daar maak je een leuk profiel, praat je drie dagen en dan maak je misschien een afspraak. Op Grindr praat ik dertig minuten en dan eindigt het ergens.”

In gesprek met persoon of computer?
Voor zo’n ‘hook-up’ heeft Siem geen behoefte aan allerlei geautomatiseerde vragen of een vanzelf gereserveerd tafeltje bij een restaurant. Hij vindt het zelfs beangstigend. “Ik weet dan niet meer of ik met een persoon of computer in gesprek ben. Ik zet de functie uit, dat weet ik zeker.”

Privacyzorgen
“We ontkomen er niet aan dat AI een grote rol gaat spelen in ons leven”, stelt René Luisman, relatiecoach voor homoseksuele mannen. “Grindr is in dit geval een voorloper en ik ben een voorstander van ontwikkelen”, stelt Luisman. “Ik merk dat sommige mannen het moeilijk vinden om verbinding te maken,” stelt hij. De relatiecoach ziet het gebeuren dat deze tool met voorstellen komt waar je in eerste instantie niet aan gedacht hebt en je daarmee je horizon verbreedt. “Het zal geen heilige graal zijn, dat je daarmee je ideale partner voorgeschoteld krijgt, maar het kan helpen.”

“Laten we realistisch blijven”, sluit Luisman af. “Als je elkaar ontmoet in het restaurant, café of in de slaapkamer gaat het ook om je eigen communicatieskills. Daar is meer voor nodig dan een app.”  Luisman maakt zich wel zorgen om de privacy van de gebruikers. “Wat doen ze met alle data van die wereldwijde gebruikers?,” vraagt hij zich af. Grindr heeft geen reactie gegeven op de voorgelegde vragen.

‘Kankerhomo! Ik zal je kapot slaan!’
Siem ziet een andere agenda achter de ontwikkeling: “Het lijkt alsof ze met deze tool de waarheid willen verbloemen,” vertelt hij. Siem doelt dan op het idee dat Grindr voor seks is, niet zo snel voor relaties. Als gebruiker ziet hij liever meer maatregelen omtrent veiligheid. “Ik heb een keer een date afgezegd omdat het niet goed voelde. Toen ben ik uitgescholden”, zegt Siem. “‘Kankerhomo! Ik zal je kapot slaan!’ Zulke mannen zitten op de app om mensen uit te lokken.” Het blijkt volgens Siem vaker voor te komen dat mannen die via Grindr een date denken te hebben in elkaar worden geslagen.

In mei 2024 heeft de rechtbank Noord-Holland nog een straf uitgesproken naar aanleiding van eenzelfde soort situatie. Het slachtoffer dacht een date via Grindr te hebben geregeld, maar is op een parkeerplaats onder andere mishandeld en beroofd door meerdere personen.

Geverifieerde accounts
Siem vindt mede hierom dat de ontmoetingsapp omtrent veiligheid een verantwoordelijkheid heeft. “Het blijft een risico als je met iemand afspreekt”, zegt hij. “Maar ik zou het fijn vinden als er geverifieerde accounts komen zodat je weet wie je ontmoet en dat je elkaar daarna kunt ‘raten’, dat je kunt aangeven dat er consent is gevraagd en je het netjes houdt.”

Om privacyredenen is Siem zijn naam gefingeerd. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.

Fastfashion zorgt ervoor dat er minder gerecycled kan worden: “Mijn oproep is om meer kwalitatieve kleding te kopen”

ING heeft na een onderzoek geconcludeerd dat volledige circulaire verdienmodellen in de kledingindustrie nauwelijks haalbaar zijn. Dit komt omdat de (ultra)fastfashion vaak kleding van slechte kwaliteit maakt. Volgens Johan van het bedrijf Sympany is de kleding van fastfashion vaak gemaakt van polyester, wat moeilijk te recyclen is.

Categorieën

Sympany, een bedrijf die oude kleding ophaalt en sorteert zodat andere bedrijven deze kunnen hergebruiken en recyclen, haalt een keer per week in verschillende gemeentes de textielbakken leeg. Al deze kleding wordt dan verplaatst naar 3 sorteercentra waar alle kleding gesorteerd wordt. Bij het sorteren zijn er heel veel categorieën, maar dit zijn de grootste drie: kleding die nog een keer gedragen kan worden (deze kleding wordt weer doorverkocht), kleding die gerecycled kan worden (dit wordt door partners gedaan) en kleding die weggegooid moet worden. Veel fastfashion valt helaas in deze laatste categorie.

Mindere kwaliteit

Johan zag de afgelopen jaren de stofkwaliteit van kleding sterk verminderen. Vooral online winkels zoals Shein of ultrafastfashionketens zoals Primark zetten in op het snel en goedkoop produceren van kleding. Hierdoor is de kleding niet duurzaam en gaat het vaak ook maar één seizoen mee. Daarna belandt het in de textielbak, waar ze er ook niks meer mee kunnen

“Mijn oproep is om meer kwalitatieve kleding te kopen”, zegt Johan. Kwalitatieve kleding gaat namelijk langer mee en kan vaker hergebruikt of gerecycled worden. Ook studente Nikki van Rooij koopt liever geen fastfashion kleding: “Je voelt al dat de kleding van slechte kwaliteit is. Je loopt tegen een boom aan en er zit een gat in.” Volgens haar is het product zelf goedkoper, maar ben je uiteindelijk meer geld kwijt, omdat je vaker nieuwe kleding moet kopen. “Dan kun je beter naar de kringloopwinkel gaan en een tweedehandsshirt kopen. Dat gaat nog langer mee.”

Zijn dieren de dupe van virale filmpjes op social media?

0

Het Thailandse Dwergnijlpaardje Moo Deng is door bezoekers lastig gevallen in haar slaap. Ze wilden het beest, bekend van filmpjes op social media, dolgraag wakker zien. Daarom heeft de dierentuin maatregelen genomen. Gebeurt dit ook wel eens in Nederland?

Volgens Alex van Hooff, directeur van Burgers Zoo, zal een situatie zoals bij Moo Deng in Nederland niet gauw voorkomen. “Wij zorgen ervoor dat mensen niet bij het dier in het verblijf kunnen komen.” Dit maakt het voor bezoekers een stuk lastiger om een dier lastig te vallen. Ook dierenverzorger in de Beekse Bergen, Rolf Veenhuizen, beaamt dit. Ook vertelt hij dat bezoekersruimten soms worden afgesloten voor bezoek, bijvoorbeeld bij babydieren. Op deze manier is er meer rust voor het moederdier en haar jong. 

Er kunnen nog steeds foto’s en video’s gemaakt worden van de dieren. Dit moet ook kunnen, vindt Van Hooff. Camera’s hebben namelijk geen impact op het dierenwelzijn. “Het ligt aan het dier, maar de meesten hebben geen besef dat er een camera op hen gericht is. Een dier moet behoorlijk intelligent zijn om dat te begrijpen.” Mensapen snappen wel wat een camera is, maar dit hoeft geen probleem te zijn, laat Van Hooff weten. “We zorgen dat het dier een verblijf heeft waar ze zich kunnen terugtrekken, zodat het dier zelf kan beslissen wat het wil.”

Dierentuinen in Nederland moeten zich aan veel wetten en regels houden om de dieren te beschermen. Dieren moeten bijvoorbeeld grote verblijven hebben en mogen geen last hebben van bezoekers. In Thailand is dit ook de regel, maar de meeste dierentuinen houden zich er niet aan en het wordt slecht gehandhaafd. Daarnaast geven de dierentuinen informatie over de beesten en hoe je goed met ze omgaat. Zo staan er bij de Beekse Bergen verschillende bordjes met regels en omgangsnormen. Op deze manier weten bezoekers hoe ze zich moeten gedragen rond het dier. “Er is daarnaast altijd toezicht aanwezig en bezoekers worden aangesproken op ongewenst gedrag”, licht Veenhuizen toe. 

De vragen tijdens de zoektocht naar een studentenkamer: ‘Laat eens zien met welke jongens je het bed al hebt gedeeld’

TILBURG – Met welk verkeersbord identificeer jij jezelf? En als je een drankje was, welk drankje zou je dan zijn? Dit soort ongemakkelijke vragen kreeg Leandra van der Wiel (20) wel veertien keer voor haar kiezen voordat ze eindelijk haar studentenkamer in Tilburg bemachtigde. Veel studenten komen via hospiteeravonden aan een kamer, SSH (Stichting Studenten Huisvesting) wil daar nu een einde aan maken en wil werken met wachtlijsten.

Wist je voor je eerste hospiteeravond wat hospiteren inhoudt?

“Ik wist niet eens wat hospiteren was. Ik kom uit Zeeland, waar dat allemaal niet zo bekend is. Mijn vrienden bleven in Zeeland om te studeren, dus ik was de eerste die vertrok naar de ‘grote’ stad. Ik dacht dat je tijdens het hospiteren je ouders mee moest nemen, dus op mijn eerste hospiteeravond nam ik ook mijn moeder mee. Hoe awkward is dat?”

Hoe vond je hospiteren in het begin?

“Ik vond het erg moeilijk. Ik kwam in verschillende studentenhuizen terecht; in de ene woonden alleen maar dames, terwijl de andere een gemengd huis was. Ik kreeg de gekste vragen, zoals: ‘Als de boot zinkt, wie uit deze kamer zou je redden?’ of ‘Maak een presentatie over jezelf.’ Als ik om me heen keek op zo’n hospiteeravond, waren we met 21 personen voor één kamer, en dan wist ik eigenlijk al: dit is een verloren wedstrijd. Iedere keer weer moest ik meepraten met de huisgenoten en doen alsof ik dezelfde hobby’s had als zij, terwijl ik bang was iets verkeerds te zeggen. Dat vond ik allemaal heel moeilijk.”

Wat is de gekste vraag of opmerking die je hebt gekregen?

“Dat was in een huis met alleen maar dames. Iemand vroeg of ik even wilde laten zien met wat voor jongens ik het bed had gedeeld. Ik was toen echt in shock. De andere dames die ook bij die kijkavond waren, lieten meteen hun lijstje van jongens zien, maar ik heb het niet gedaan. Ook vertelde een jongen me een keer dat ik leek op een dame die hij kende uit het dorp, en die dame was lesbisch. Het is niet alleen fysiek zwaar om op en neer te reizen van Middelburg naar Tilburg, maar mentaal was het voor mij af en toe ook echt een marteling.”

Veel nieuwe studenten ervaren hospiteren als een vleeskeuring. Ervaar jij dat ook zo?

“Zeker! De knapste dames of de jongens met de grootste mond werden altijd gekozen. Dit maakte het voor mij steeds een stukje moeilijker, want ik weet van mezelf dat ik geen figuur heb als Sylvie Meis en geen prater ben als Mark Rutte. En ik wilde me ook niet voordoen als een prater, want als je eenmaal wordt gekozen, valt dat masker toch snel af.”

Had je niet zoiets na je negende hospiteeravond: ik stop met zoeken?

“Nee, want ik wist dat ik vast snel een plekje zou vinden waar ik me helemaal thuis zou voelen. Tuurlijk, diep van binnen wilde ik het opgeven en vond ik het mooi geweest. Maar ik moest toch een kamer vinden, want het op en neer reizen was echt niet te doen.”

Hoe is het om steeds een afwijzing te krijgen?

“Vreselijk. Ik weet nog goed dat ik bij dat dameshuis was. Ik was nog geen tien minuten weg of het appje met de welbekende tekst ‘We vonden het leuk dat je er was, maar we hebben voor iemand anders gekozen’ kwam binnen. Dat voelde zo niet oprecht. Sommige huizen lieten helemaal niets weten, waardoor ik een weekend in spanning zat voor niets.”

Hoe ging jij om met de mentale stress? Had je er in het dagelijks leven ook last van?

“Zeker, ik vond het zwaar. Ik was er 24/7 mee bezig en vond het een vervelende gedachte dat mensen die je een uur sprak, een mening over je zouden vormen terwijl ze mij eigenlijk niet eens kennen. Ik ben blij dat ik tijdens het hospiteren steun heb gekregen van mijn ouders en vrienden.”

SSH (Stichting Studenten Huisvesting) maakte onlangs bekend te stoppen met hospiteeravonden voor de kamers die ze aanbieden. Ze gaan werken met wachtlijsten. Wat vind je hiervan?

“Ja, dat snap ik wel. Aan de andere kant hebben huisgenoten via hospiteren invloed op wie er in het huis komt wonen. Via een wachtlijst heb je dat niet en wordt het gewoon bepaald wie er komt wonen. Ik zou dat ook niet prettig vinden.”

Inmiddels heb jij je kamer gevonden. Wat wil je meegeven aan studenten die hard op zoek zijn naar een studentenkamer?

“Gelukkig heb ik mijn plekje gevonden. Blijf jezelf, dat wil ik hen meegeven. Doe je niet anders voor, want vroeg of laat valt dat masker toch af. Ga bij een vereniging in je studentenstad, zo leer je anderen kennen en gaat het een stuk makkelijker. En anders, schrijf je in bij een kamerbemiddelingsbureau!”


Nieuw voorstel moet meer vrijheid geven aan jongeren uit het VK

De Europese Commissie kwam vorige week met een nieuw voorstel. In het kort gaat het over een mogelijke regeling tussen de EU en VK, waarbij jongeren tussen de 18 en 30 jaar vrij mogen verblijven in EU-lidstaten voor maximaal 4 jaar. Waar het nu lastig is voor jongeren om voor een langere periode in de EU te verblijven, is het dan wel mogelijk. Dit mag ongebonden aan een studie of werk. Het voorstel heeft als doel de mobiliteit van de jongeren te vergroten.

In dit voorstel wordt een grote groep alsnog buitengesloten van de eventuele nieuwe wetgeving, namelijk de mensen boven de 30 jaar. Terwijl in de verordening over het recht voor vrij verkeer van werknemers binnen de EU de kern anti-discriminatie is, zou menig 30-plusser uit het VK dit toch als leeftijdsdiscriminatie kunnen zien. Maar is dat terecht, is hier sprake van discriminatie op leeftijd?

Volgens Henri de Weale, hoogleraar Internationaal en Europees recht, is er hier geen sprake van: “Een betere term is beleidsdifferentiatie. Met een goede reden mag je onderscheid maken tussen verschillende groepen. Dat gebeurt nu ook al, denk bijvoorbeeld aan korting voor studenten.”

De wetgeving moet nog worden besproken en als er een wet komt, is dat met afgesproken regels. “De precieze rechten die ze krijgen moeten dan nog nader worden bepaald. Er is vrijheid om voor de groep andere regels te maken, die worden dan in overleg vastgelegd.”

In de EU wetgeving voor werknemers staat onder andere dat zij recht hebben op ‘gelijkheid van behandeling inzake de toetreding tot vakorganisaties’. Oftewel dat zij dezelfde rechten en behandeling krijgen als alle andere werknemers. Hieronder valt dus bijvoorbeeld stemrecht en de toegang tot bestuursfuncties. Over dit soort zaken zullen in de aangepaste regeling wetten staan. Het is aannemelijk dat, omdat iemand uit het VK er maar voor een bepaalde tijd is, er andere regels voor zullen gelden.