Home Blog Pagina 2

Wanneer je wereld instort: “‘Wij leven nog steeds met uw roekeloos rijgedrag” 

​​​Bijna twee jaar geleden werd het leven van de Corné en zijn gezin volledig op zijn kop gezet. Wat een gewone dag leek te zijn, veranderde plotseling in een nachtmerrie als hij het telefoontje krijgt: zijn vrouw is tijdens een wandeling aangereden door een scooter en wordt met een ambulance afgevoerd. ​​De impact van het ongeluk blijft voelbaar, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel.  

​​​Bij aankomst op de plaats van het ongeluk staat hij verstijfd. Een traumahelikopter is al geland. Ambulances, politieauto’s – het lijkt wel een circus, vertelt hij. Zijn vrouw is niet aanspreekbaar, compleet buiten bewustzijn. Ze wordt met de helikopter naar het ziekenhuis gebracht, terwijl hij in shock naar de politieagenten stapte. 

“Is dat hem? De bestuurder?” vraagt hij. Er wordt bevestigd dat het om een man gaat die ter plekke zijn gegevens moet afgeven. De echtgenoot maakt een foto van het kenteken, niet eens zeker waarom. Misschien uit een instinctieve drang om controle te behouden in een situatie waar controle ver te zoeken was. 

De onzekerheid van de eerste dagen 

In het ziekenhuis werd al snel duidelijk hoe ernstig de situatie was. Zijn vrouw lag op de intensive care, haar lichaam vol met slangen en apparatuur die haar in leven moesten houden. Er volgden 24 angstige uren waarin artsen haar stabiliseerden. Voor haar echtgenoot en kinderen begon een periode van pure onzekerheid. 

Het nieuws dat hun moeder op het randje balanceerde, was hartverscheurend voor het gezin. Corné vertelde hoe hij zijn kinderen moest geruststellen, terwijl hij zelf geen idee had hoe dit zou aflopen. 

Na twee weken begon zijn vrouw langzaam te herstellen, maar ze herinnerde zich niets van het ongeluk. Zelfs de meest simpele dingen, zoals waar ze was, wat er gebeurd was en wie ze waren moesten keer op keer worden uitgelegd. Het leven moest opnieuw worden opgebouwd, stap voor stap. 

Terwijl het gezin vocht voor herstel, begon een ander gevecht: de juridische afwikkeling van het ongeluk. De verzekeringskwestie liep vast omdat de dader van het ongeluk niet reageerde. Pas na dreigementen vanuit de juridische hulp van de familie werd er actie ondernomen. Maar excuses? Die bleven uit. 

“Het was gewoon een ongeluk,” zei het getrouwde stel later tegen elkaar. “Niemand doet zoiets expres.” Toch frustreerde het gebrek aan verantwoordelijkheid hen. ​​Corné vond het moeilijk te begrijpen dat iemand geen enkele moeite deed om zelfs maar een klein beetje empathie te tonen. 

Toen de zaak uiteindelijk bij de rechter belandde, werd het gezin voorbereid door slachtofferhulp en een familieagent. Corné kreeg de kans om gebruik te maken van zijn spreekrecht. ​​Voor de rechtbank spreekt hij openlijk over de impact op zijn gezin, het enorme leed dat ze hebben doorgemaakt, en zijn teleurstelling in de verdachte. “Wij moeten nog steeds rekening houden met uw roekeloze gedrag destijds.” 

Hoger beroep: geen afsluiting 

Nadat de eerste rechtszaak was afgerond, hoopte het gezin dat het achter de rug was. Maar binnen een week kwam het bericht dat de verdachte in hoger beroep ging. De teleurstelling was groot. ​​Zijn vrouw, die nog steeds emotionele littekens droeg, voelde zich overweldigd. “Waarom doet hij dat, het is toch klip en klaar dat hij fout is?” 

In het hoger beroep lag de focus vooral op het beperken van de straf, zoals de rijontzegging. Voor het gezin voelde dit alsof hun pijn werd geminimaliseerd.  

De rechtszaak bracht ook enige afsluiting. “Ik vond het belangrijk om erbij te zijn, om te vertellen wat het met ons heeft gedaan.” Hoewel Corné niet veel waarde hecht aan de straf die de dader kreeg, vond hij het wel belangrijk dat de gevolgen van zijn roekeloze gedrag ​​wordt erkend. 

Terugkijken op een moeilijke periode 

Als Corné terugkijkt op die periode, prijst hij de manier waarop slachtoffers in Nederland worden ondersteund. Slachtofferhulp, de familieagent, en de duidelijke communicatie van het Openbaar Ministerie hebben hem en zijn gezin geholpen. Maar hij weet ook dat dit leed nooit had hoeven bestaan als er meer verantwoordelijkheid was genomen vanaf het begin. 

“Mijn vrouw zegt altijd: niemand wordt ’s morgens wakker het idee om iemand te verwonden. En daar geloof ik ook in,” vertelt hij. “Maar het is niet moeilijk om sorry te zeggen.” 

Ondanks alles blijft hij positief. Hij noemt het 25-jarige huwelijk met zijn vrouw als een belangrijke bron van kracht. “​​Je kan wel bij de pakken neer gaan zitten. Ja, daar schiet je niks mee op​​.” 

“Het is het woord van de politie tegen uw woord”: rechtszaak beslist of slechte medewerking aan blaastest terecht was

0

A.Mitkoff (39) werd op 9 december 2023 in Roosendaal betrapt op rijden onder invloed van alcohol. Dit incident vond plaats nadat de politie een slingerende auto had opgemerkt en probeerde deze te stoppen. Ondanks het stopteken reed Mitkoff door voordat hij uiteindelijk stopte, met een open blikje bier naast zich.

“Zitten en wachten”

Tijdens het incident verklaarde Mitkoff dat hij naar het stopteken had geluisterd en beweerde slechts twee kleine biertjes te hebben gedronken: “Eentje voor onderweg en een voor thuis.” De ademanalyse wees echter uit dat hij wel wat meer dan twee bier gedronken had. Mitkoff stelde de vraag: “Waarom moet ik mee? Niemand vertelde wat er was,” en voegde eraan toe: “Ik heb wel mee willen werken, maar niemand legde het goed uit”. Onderweg naar het politiebureau vroeg hij of hij mocht roken, wat niet was toegestaan volgens de politie. Bij aankomst op het politiebureau bleek Mitkoff geen Nederlands meer te spreken, waardoor een tolk werd ingezet. Mitkoff klaagde: “Zitten en wachten, zitten en wachten.”

Kokhalsreflexen

Tijdens de echte ademanalyse op het politiebureau werkte Mitkoff niet mee, ondanks dat de politieagent hem uitlegde hoe hij moest blazen. Mitkoff gaf aan dat hij kokhalsreflexen kreeg van het lange mondstuk, dat langer was dan dat van de indicatietest. Hij kreeg drie kansen om het goed te doen, maar volgens de politie moest Mitkoff lachen en lukte het hem niet.

Rechtszitting

Op de rechtszitting verklaarde de officier van justitie dat Mitkoff lastig was geweest op het bureau en dat het weigeren van de ademanalyse zwaar werd getild, vooral omdat duidelijk was dat hij onder invloed was. Er werd geëist dat het niet meewerken niet mocht lonen en stelde een geldboete en een lange rijontzegging voor. Mitkoff’s advocaat voerde aan dat er een taalbarrière was en dat de communicatie tussen Mitkoff en de politie. Ze benadrukte dat Mitkoff werkte om zijn rijbewijs terug te krijgen vanwege zijn werk en verzocht de boete te matigen. Ook stelde de advocaat dat als er een bloedtest was afgenomen, in plaats van een blaastest, dat de discussies tussen Mitkoff en de politie voorkomen hadden kunnen worden.

Uitspraak

De rechter gaf toe dat het een kwestie is van het ene woord tegen het andere, maar wegens het uitgebreide rapport van de politie oordeelde ze uiteindelijk dat het niet meewerken van Mitkoff een strafbaar feit was en legde de volgende straf op: een geldboete van 1000 euro, te betalen in 10 termijnen van 100 euro. Daarnaast legde de rechte 270 dagen rijontzegging op, waarvan 91 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en met aftrek van de eerder opgelegde 197 dagen


Meer problemen in de buurt door tekort aan hulp voor kwetsbare mensen

Woningcorporaties in Nederland zien steeds meer problemen met bewoners die zich slecht gedragen. Volgens Marleen Vermeulen, Vitaloog van NGvV, komt dit doordat het zorgsysteem niet genoeg hulp biedt aan mensen die dat nodig hebben. “De oorzaak ligt niet alleen in de buurt zelf, maar vooral in een zorgsysteem dat onvoldoende opvang en begeleiding biedt”.

Marleen Vermeulen, vitaloog (een gezondheidscoach), zegt dat er altijd wel wat overlast is geweest, maar de laatste jaren is het erger geworden. Het gaat niet meer alleen om lawaai of rommel, maar om grotere problemen door mensen die niet goed zelfstandig kunnen wonen. Ze gebruiken bijvoorbeeld te veel drugs of hebben veel ruzie. Hierdoor raken mensen met psychische problemen in een isolement en worden hun problemen erger. Volgens Vermeulen moet het zorgsysteem opnieuw bekeken worden. Volgens haar zou laagdrempelige hulp bij stress en conflicten de veerkracht van buurten kunnen verbeteren, zodat bewoners beter in staat zijn om met overlast om te gaan en elkaar te helpen.

(Niet) zelfstandig kunnen wonen

Vermeulen zegt dat omdat zorginstellingen sluiten en er niet genoeg begeleiding is, kwetsbare mensen vaak zonder hulp in gewone wijken komen te wonen. Buren, familie, politie en woningcorporaties moeten dan omgaan met hun problemen, maar zij kunnen dit vaak niet goed oplossen. Volgens het CBS komt bijna 70% van de mensen die een zorgwoning verlaten, in een woning van een woningcorporatie terecht, wat voor meer problemen zorgt in gewone woonwijken (CBS, 2024).

Impact op de buurt

De gevolgen van deze overlast zijn groot. Mensen in de buurt krijgen stress, voelen zich onveilig en machteloos. Langdurige overlast kan gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals slapeloosheid en verhoogde bloeddruk. In 2024 hadden meer dan 870.000 mensen in Nederland last van psychisch geweld door slechte zorg (CBS, 2025). Verder zorgt de overlast voor minder sociale samenhang in de buurt. Mensen trekken zich terug of verhuizen, waardoor de buurt minder sterk wordt. Dit zorgt voor een vicieuze cirkel van overlast en isolement.

Oorzaak van de toename

Vermeulen zegt dat de toename van overlast komt doordat mensen met ernstige psychische problemen zonder hulp zelfstandig moeten wonen. Hierdoor raken ze geïsoleerd en worden hun problemen erger. Daarnaast zorgt de druk op de woningmarkt ervoor dat kwetsbare mensen in wijken met weinig sociale samenhang komen te wonen. Deze wijken hebben weinig sociale controle, waardoor problemen niet snel worden opgevangen.

Waar zijn de meeste problemen?

Overlast komt vooral voor in wijken met veel sociale huurwoningen en weinig samenhang. Mensen met psychische problemen vinden hier een betaalbare woning, maar de zwakke sociale netwerken maken het moeilijker om overlast op te vangen. In Amsterdam worden de meeste meldingen van overlast gedaan, maar de oorzaak hiervan is nog onduidelijk (CBS Datadashboard, in samenwerking met de politie).

“Ik had maar twee glaasjes op”: bestuurder wordt betrapt op rijden onder invloed door zwaaien met beha

0

Tijdens een routinepatrouille op 15 augustus 2024 werd de politie opgeschrokken door een bijzondere situatie. R.van den B. , een 33-jarige lerares in het voortgezet onderwijs, zwaaide met haar beha uit het raam van haar auto. Na een stopteken te hebben gekregen, bleek uit een alcoholtest dat ze maar liefst 990 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht had, ongeveer 8 glazen – ruim boven de wettelijke limiet.

Verklaring bij de politie

Dit gebeurde op de Middellaan in Dongen. R. verklaarde die dag bij de politie dat ze niet verwachtte zoveel gedronken te hebben. “Ik had maar twee glaasjes op,” zei ze. “Ik heb een bypass gehad waardoor mijn lichaam alcohol anders opneemt. Ik wilde de dokter hierover raadplegen, maar die was langdurig ziek.”

“Het scheelt dat ik geen benzine hoef te betalen”

De verdachte vertelde dat ze sinds augustus 2024 zonder rijbewijs zat door een schorsing van het CBR en hierdoor veel problemen ondervond, vooral omdat ze net uit de schulden is. “Het heeft even geduurd. Scheelt dat ik geen benzine hoefde te betalen,” voegde ze toe.

De officier van justitie eiste een geldboete van 1100 euro en een rijontzegging van 10 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. “R. heeft zichzelf in deze situatie gebracht en haar reactievermogen aangetast, wat gevaarlijk is voor het verkeer,” aldus de aanklager.

Uitspraak

R’s advocaat verzocht de rechter om rekening te houden met haar medische situatie en vroeg om de geldboete te matigen vanwege haar financiële moeilijkheden. De rechter oordeelde echter dat zwaaien met een beha een duidelijke uiting van onder invloed zijn was en volgde de eis van de officier van justitie.

R. moet de boete in 11 termijnen van 100 euro betalen en kreeg een rijontzegging van 10 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De lerares erkent haar fout: “ik heb er veel spijt van. Ik beloof dat dit in de toekomst niet meer gebeurt.”


Muziekopleidingen ondersteunen de muziekindustrie: “We leveren niet alleen maar artiesten af”

0

“Met een beetje geluk en doorzettingsvermogen kom je er wel.”

Joël had van kleins af aan al een passie voor muziek. Toen het tijd werd om een opleiding te kiezen, was de keuze voor hem niet moeilijk. Iets anders doen dan muziek maken is nooit bij hem opgekomen. Bij de Rockacademie heeft hij uiteindelijk zijn studentenjaren doorgebracht. Hoewel het algemeen bekend is dat het moeilijk is om door te breken, had Joël altijd wat minder zorgen. “Jij komt er wel,” vertelden zijn docenten hem altijd. En dat is hem gelukt. Acht jaar nadat hij begon met het maken van muziek, heeft hij nu rond de 60.000 maandelijkse luisteraars en geeft hij concerten voor volle zalen. Toch wil hij zichzelf niet doorgebroken noemen. “Je bent pas doorgebroken als je fulltime kunt leven van je muziek,” vertelde de zanger. Dat kan Joël nog niet. Voor nu geeft hij les op de Herman Brood Academie. In lessen van drie uur leert hij leerlingen songteksten schrijven: een uur theorie en vervolgens mogen ze het zelf uitproberen.

Maar zijn succes is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Sinds 2017 is hij al bezig met muziek maken. Zijn eerste liedje bracht hij uit tijdens zijn tijd op de Rockacademie. Opvallen tussen de miljoenen muzikanten was echter niet makkelijk.

Zijn opleiding was volgens hem enorm waardevol. Hij had alle tijd, contacten en materialen om aan zijn carrière te werken. Stilzitten was voor hem geen optie. Talentenshows, muziek uitbrengen en optreden bij festivals: hij deed er alles aan om op te vallen. Maar zijn echte ‘break’ kwam pas na zijn studie. Het voorprogramma zijn van Antoon heeft hem pas echt op de kaart gezet. Hij kreeg de kans om voor een groot publiek te spelen en zo zijn naam bekend te maken. Toen platenmaatschappijen van deze opkomende zanger hoorden, stonden ze in de rij. Zo speelt hij nu zelf voor volle zalen en kwam hij zelfs op de ‘viral lijst’ van Spotify, een lijst met muzikanten en liedjes die onderling veel worden gedeeld.

Toen zijn platenmaatschappij hem vroeg om meer aandacht te besteden aan zijn social media, liep hij echter tegen een muur aan. Hij had hier helemaal niets mee, maar wilde het toch proberen. Toen er na enkele maanden geen resultaten waren, was hij er klaar mee. Hij stond op het punt om het op te geven, totdat een TikTok-video viraal ging. Dankzij zijn doorzettingsvermogen heeft hij nu meer dan 6.000 volgers op TikTok. Maar de zanger gaat door: Joël ziet een toekomst waarin hij blijft volhouden en zijn passie blijft delen met anderen. Toch lukt het lang niet iedereen die een muziekopleiding volgt, hoe goed ze ook zijn.

“We zijn een vriendengroep als band, en iedereen die komt kijken, beschouwen we ook als vriend van de vriendengroep.”

Overal waar ze naartoe gaat, neemt ze een boekje mee voor ideeën, tekeningen, ontwerpen of songteksten. Dat boekje staat bomvol, en de ontwerpen voor de band NORE komen dan ook uit haar hand. Dit gaat over Tessa Meesters. Op het podium staat ze voor de microfoon, terwijl ze gitaar speelt—dezelfde gitaar waarop al haar nummers zijn ontstaan.

Samen met haar bandleden maakt ze alternatieve rock, al is hun muziek lastig in één hokje te plaatsen. Tessa heeft de Rockacademie afgerond en werkt al sinds haar tweede jaar aan deze band. Oorspronkelijk was NORE de naam voor haar soloproject, maar toen ze haar goede vriend Jeremy vroeg om gitarist te worden, veranderde dat. Vanaf dat moment was NORE een volwaardige band. De rest van de bandleden kwamen er op een natuurlijke manier bij. “Onze bassist vroeg gewoon of we nog iemand zochten, en ik zei ja.”

Tessa wist eigenlijk altijd al waar ze aan begon. “Iedereen heeft wel een crisis halverwege. Dan wordt het ineens serieus en besef je hoe lastig het is.” Toch zette ze door, met meer kennis en vastberadenheid om haar carrière als muzikant op te bouwen.

NORE heeft momenteel 3.627 maandelijkse luisteraars op Spotify—een stuk minder dan iemand als Joël. Bij hun releaseparty in de Hall of Fame in Tilburg kwamen zo’n 50 tot 60 mensen kijken. Kleinschaliger, maar precies daarin schuilt hun kracht. “We zijn een vriendengroep als band, en iedereen die komt kijken, beschouwen we ook als vriend van de vriendengroep.”

Tessa en haar band hebben nog geen groot succes behaald, maar zeker ook niet stilgezeten. Naast het maken van muziek en optreden, werkt ze in de horeca bij museum De Pont. “Ik vind dat helemaal niet erg. Natuurlijk hoop ik dat de balans steeds meer richting muziek verschuift, maar voor nu is het prima.”

Ondanks dat ze al tweeënhalf jaar is afgestudeerd, kan ze nog niet leven van haar muziek. Volgens haar zijn het alleen de écht groten die dat kunnen. “Natuurlijk droom ik ervan om ooit de Ziggo Dome uit te verkopen en van mijn muziek te leven, maar ik weet dat dat keihard werken is. En bovenal: het kost tijd.”

Voor de meesten draait het niet om het geld. Mensen zoals Tessa vinden het geen probleem om naast hun muziekcarrière een bijbaan te hebben. Maar wat voor haar het allerbelangrijkste blijft, is het maken en delen van muziek die mensen raakt en aan het denken zet.

De Rockacademie blijft een hbo-opleiding en moet dus beroepsgericht zijn. Toch hebben veel studenten na hun studie nog een lange weg te gaan. Niet iedereen wordt groot genoeg om van muziek alleen te kunnen leven. In dat opzicht is het opvallend dat deze opleiding zo dicht bij het werkveld zou staan.

Waar schuilt het probleem?

Aan muziekscholen heeft Nederland geen gebrek—het zijn er enorm veel. De ene is groter dan de andere, en allemaal zijn ze stuk voor stuk verschillend. Maar uit elke school studeren jaarlijks studenten af die hun plek zoeken in de muziekindustrie. De vraag is: is er wel genoeg ruimte voor al deze leerlingen?

Alleen al van de Herman Brood Academie, de Rockacademie en de Metal Factory studeren jaarlijks ongeveer 120 studenten af. Dit terwijl de arbeidsmarkt weinig ruimte heeft voor nieuwe artiesten. Deze mbo- en hbo-opleidingen worden door de overheid gefinancierd en richten zich op het vinden van een baan. Toch biedt een diploma in de muziekwereld geen enkele garantie op een stabiel inkomen. De meeste afgestudeerden zijn genoodzaakt om naast hun muziekcarrière verschillende baantjes te hebben om rond te komen.

“Pop- en rockacademies zoals in Nederland kennen we in Canada niet,” zegt dr. Robert Prey van de Rijksuniversiteit Groningen. “Ik ben bekend met allerlei andere muziekopleidingen in Canada en andere landen, maar iets als de Rockacademie is een typisch Nederlands fenomeen.”

In Groot-Brittannië bestaan er ook kunstopleidingen, maar volgens Elizabeth Falade hebben scholen als de BRIT School en de Universiteit van Goldsmiths hun beste tijd gehad. “Het draait nu vooral om netwerken. Je hoeft geen muziekschool te volgen om je talent te ontwikkelen. Ik vraag me af hoeveel nut ze tegenwoordig nog hebben.”

Daarnaast is het lastig om in de industrie een goedbetaalde baan te vinden. “Er zijn genoeg mensen die in de podiumkunsten willen werken, maar de goedbetaalde banen zijn schaars,” vertelt Elizabeth. “En als ze er al zijn, dan betalen ze nét genoeg om rond te komen.” Veel muzikanten gebruiken hun vaardigheden daarom uiteindelijk in een ander werkveld, zoals muziekeducatie of de platenindustrie. Bovendien bestaat er een hardnekkig beeld dat muzikanten veel geld verdienen. “Er zijn veel artiesten die over hun inkomsten liegen, omdat ze dat beeld in stand willen houden,” voegt ze toe.

Door de constant veranderende muziekindustrie is doorbreken tegenwoordig nog moeilijker. Streaming speelt hierin een cruciale rol. “De artiesten die in jouw Spotify Wrapped staan, heb je waarschijnlijk al live gezien of wil je nog live zien. Daar zit het geld: in optredens en merchandise. En dat begint meestal bij streamen,” legt Elizabeth uit. Hoewel muziek maken toegankelijker is geworden door streamingplatforms, heeft dat ook een keerzijde. Van alle nummers die online staan, wordt bijna de helft niet meer dan tien keer beluisterd. Hoe val je dan nog op tussen miljoenen artiesten? Je concurreert niet alleen met opkomende talenten, maar ook met legendes als The Beatles en Queen.

Kortom: hoe rechtvaardig je een beroepsgerichte opleiding als deze, als die nauwelijks uitzicht biedt op een stabiele baan?

(Voor extra duiding, zie kadertekst)

Gaat het tijdens de opleiding over de baankansen in de muziekindustrie?

De opleidingen vertellen allemaal dat het beeld van de industrie duidelijk is en dat ze hier transparant over zijn. De scholen zeggen dat er vaker les over wordt gegeven en dat de studenten weten waar ze aan beginnen. We hebben contact gehad met de Metal Factory, Rockacademie, de Herman Brood Academie, Albeda, Deltion College, Firda en de HKU Utrecht. Daarnaast hebben we 15 studenten verspreid over deze scholen geïnterviewd: zeven studenten aan de Metal Factory, vier van de HBA, één van Rock City Institute en drie van de Rockacademie.

Op de Rockacademie in Tilburg spreken we Eric Coenen, basdocent. Hij geeft skills- en bandcoachlessen en is vertrouwenscoach. Hij staat dicht bij de studenten, wat te merken is doordat hij iedereen aanspreekt die hij tegenkomt en een persoonlijk praatje maakt. Hij slaat niemand over. Meneer Coenen is al vijfentwintig jaar actief binnen de opleiding. Hij legt uit dat er aan het begin van het tweede jaar twee richtingen gekozen moeten worden. In het begin van het derde jaar kiezen de studenten daaruit één richting om in af te studeren. Dit toont aan dat de Rockacademie bezig is met baankansen. De keuze voor afstudeerrichtingen is daarbij van belang. Er zijn vijf richtingen: Eigen Act, Sessiemuzikant, Business, Educatie en Bandcoach. “Twee van deze richtingen gaan gepaard met zelf muziek maken, de andere drie gaan over de industrie eromheen. We zijn continu bezig met de baankansen tijdens de opleiding.” De studenten zijn niet alleen maar bezig met superster worden. “Als ze dat als enige doel hebben, komen ze niet voorbij het toelatingsgesprek.” De Rockacademie is een hbo-opleiding en dus gericht op de kunsten, maar Eric maakt duidelijk dat dit de focus op baankansen niet vermindert.

Kevin Quilligan is docent zang en studieloopbaanbegeleider op de Metal Factory in Eindhoven. Hij heeft zijn middelbare school niet afgemaakt omdat het reguliere schoolsysteem niet voor hem werkte. Hij is sociaal werk gaan doen naast het maken van muziek. Mensen bij de Metal Factory zagen tijdens zijn werk als sociaal werker kwaliteiten naar voren komen, waardoor ze hem hebben gevraagd als docent. Hij is gespecialiseerd in het maken van metalmuziek en kan zijn kwaliteiten als sociaal werker goed inzetten als studieloopbaanbegeleider. Het is een hele kleine en unieke opleiding, de enige in haar soort wereldwijd. Omdat de opleiding zo klein is, kunnen ze veel aandacht aan de studenten geven. “In het tweede jaar geef ik mentorlessen over geld en het verdienen van geld binnen deze sector. We stimuleren studenten om direct geld te vragen als iemand hun muziek wil gebruiken of als ze ergens gaan optreden.”

De studenten op de Herman Brood Academie snakken volgens Joël Domingos naar informatie over de muziekindustrie. “Ze zijn er erg zakelijk mee bezig en de commercie wordt op deze opleiding meer omarmd.” Domingos is naast muzikant ook docent op de Herman Brood Academie. Verder kan hij er niet veel over zeggen, omdat hij geen businesslessen geeft of vakken die te maken hebben met de muziekindustrie.

Domingos zegt wel dat hij het anders heeft ervaren op de Rockacademie. Hij geeft aan dat er weinig over baankansen werd gesproken tijdens zijn opleiding. En als het erover ging, werd verteld dat maar tien procent het zou halen. “Op zo’n moment doen veel studenten de oren dicht; die realiteit willen ze niet horen.” Coenen heeft hier een heel ander beeld over en vindt de percentages onzin. Volgens hem zijn ze continu bezig met waar studenten naartoe willen en wat bij hen past.

Roosmarijn Otten, derdejaarsstudent aan de Rockacademie, geeft aan dat ze een duidelijk beeld heeft van wat er moet gebeuren om succesvol te worden. “Geld verdienen in de muziekindustrie betekent veel media en business en jezelf verkopen.” Ook Tessa Meesters heeft me haarfijn uitgelegd dat ze grote dromen heeft en de ambitie om voor een groot publiek op te treden. Ze weet dondersgoed dat dat hard werken is en niet morgen bereikt zal zijn.  

De studenten Koen van der Voet en René Gerbandij sluiten zich aan bij het beeld van Roosmarijn. René is afgestudeerd en Koen is tweedejaarsstudent, beiden aan de Metal Factory. “Geld is een taboe; niemand gaat naar deze opleiding om geld te verdienen,” zegt Koen. Twee andere eerstejaarsstudenten geloven daar wel in; wellicht is dat een verschil in ervaring. Sterker nog, de mentorlessen van Kevin over geld starten pas in het tweede jaar. Caitlin den Dekker zit ook in het eerste jaar. Zij heeft van ouderejaars gehoord dat er in het tweede en derde jaar meer businesslessen worden gegeven. Quilligan vertelt dat er in het eerste jaar nog geen businesslessen zijn. “Geld moet niet de grootste drijfveer zijn van ambities in kunst en cultuur. In het eerste jaar mag je nog dromen.”

Je hoeft niet (alleen) artiest te zijn

Nika Libau heeft de Herman Brood Academie in 2024 afgerond. Ze had liever meer theorie gehad, maar doordat de opleiding zo praktijkgericht is, heeft het haar veel gebracht. “Als ik niet naar de HBA was gegaan, had ik al lang een boete gehad omdat ik mijn btw-aangifte bijvoorbeeld niet op tijd had gedaan.” Jelle Lauf, ook afgestudeerd aan de HBA, had wel kritiek: “Er waren te weinig workshops met ervaren mensen uit de muziekindustrie. Vaak kwamen er mensen langs die weinig hadden bereikt en daardoor waren ze moeilijk serieus te nemen.”

Marijn, een eerstejaarsstudent, gelooft wel dat hij geld kan verdienen met metalmuziek. Hij nuanceert dat echter: zijn droom blijft touren, maar hij begrijpt dat bekendheid als artiest kan helpen bij andere banen zoals muziekles. Zo laat hij zien dat het muzikantenleven niet alleen maar om touren en muziek maken draait. Ook andere baantjes kunnen essentieel zijn om je leven als muzikant te financieren.

Sian Syed is daar een goed voorbeeld van. Hij speelt in twee bands, geeft muziekles en heeft daarnaast een bijbaan. Dr. Elizabeth van de Rijksuniversiteit vertelt dat dit een realistischer beeld is van het leven van een artiest. “In deze maatschappij bestaat het beeld dat artiesten veel geld verdienen en een luxeleven leiden. Dit beeld moeten ze hooghouden, maar het klopt niet. Alleen de absolute top, zoals Beyoncé, kan echt leven van alleen muziek en merchandise.” Tessa Meesters werkt bijvoorbeeld in de horeca, maar hoopt later minder bij te hoeven verdienen. Dat vergt echter tijd en hard werk.

Eric Coenen legt uit dat er weinig plek is voor nieuwe artiesten, maar dat muziekopleidingen niet alleen muzikanten afleveren. “Wij ondersteunen de muziekindustrie op alle vlakken. Ik zou ook geen vijfentwintig jaar les kunnen geven op een school die alleen artiesten opleidt.” Voor sessiemuzikanten is er bijvoorbeeld veel meer plek. “Elke artiest heeft minstens vijf sessiemuzikanten nodig op het podium of in de studio.” Ook ontdekken studenten vaak tijdens de opleiding dat ze liever in de businesskant werken.

Het Ministerie van OCW

Binnen de wettelijke zorgplicht arbeidsmarktperspectief hebben scholen de taak om te kijken naar hoeveel plek er is voor nieuwe artiesten op de arbeidsmarkt en ze moeten dit afstemmen met het bedrijfsleven. Scholen mogen geen opleidingen aanbieden waar studenten geen kans hebben op werk.

OCW houdt hier toezicht op. Zo werd een paar jaar geleden, op basis van een onderzoek naar opleidingen in de creatieve sector bepaald dat onder andere de richting ‘artiesten’ haar instroom moest verminderen.

Bij hbo en wo worden alleen nieuwe opleidingen getoetst op de arbeidsmarktbehoefte. Daarna is het aan de opleidingen zelf om de aansluiting op de arbeidsmarkt te beoordelen en daarop bij te sturen.

Om de aansluiting van het kunstonderwijs met de arbeidsmarkt in het hbo te verbeteren hebben OCW en Vereniging Hogescholen afspraken gemaakt over de vermindering van bachelor studenten bij verschillende kunstopleidingen, waaronder muziekopleidingen.

De scholen lopen geld mis door de lagere instroom, maar worden hierin gecompenseerd. Dat geld wordt weer in de opleiding gestoken om het onderwijs te verbeteren.

Conclusie

Ja, de opleidingen geven een duidelijk beeld van de baankansen in de muziekindustrie, maar die “ja” kent wel de nodige nuances. De opleidingen bieden een goed inzicht in de muziekindustrie, mede omdat studenten vaak al weten waar ze aan beginnen. En als dat niet het geval is, ontdekken ze dat tijdens de opleiding.

De opleidingen worden serieus genomen door het OCW, en docenten zoals Eric Coenen kunnen hun werk niet doen als ze studenten een verkeerd beeld zouden schetsen. Als deze opleidingen enkel gericht zouden zijn op het opleiden van artiesten, zouden ze allang zijn verdwenen. Ze ondersteunen de muziekindustrie op alle vlakken: ze zorgen niet alleen voor nieuwe artiesten, maar ook voor de professionals die achter de schermen werken. Daar zijn dan ook voldoende banen te vinden, en studenten slagen erin om die te bemachtigen.

Het probleem ligt bij het stigma rondom muziekopleidingen: de aanname dat ze uitsluitend opleiden tot artiest en dat alle studenten alleen maar artiest willen worden. Beide aannames kloppen niet. Daarom kan worden geconcludeerd dat de opleidingen een realistisch beeld geven en dat studenten begrijpen hoe de industrie werkt—soms op eigen kracht, en anders met hulp van de school.

Kadertekst: Huidige status van de muziekwereld in Nederland

“Streamen is belangrijker dan ooit.” Volgens dokter Robert Prey, expert op het gebied van muziekstreamingplatformen, de muzikanten en de industrie die zich eromheen blijven ontwikkelen. “Vroeger moest je bekend worden door op de radio te komen of op tv. Tegenwoordig kan iedereen iets op Spotify zetten. Het mooie daaraan is dat iedereen zo zijn of haar muziek kan delen; het lelijke eraan is dat het ontzettend moeilijk wordt om in deze reusachtige massa op te vallen.”

Elizabeth Falade, expert op het gebied van populaire muziek, sound en mediacultuur: “Voor het ontdekken is streamen heel erg belangrijk. Jouw topartiesten in je Spotify Wrapped heb je waarschijnlijk al live gezien of wil je nog live gaan zien.” Daar komt het geld vandaan, van toeren en merchandise. Maar dat begint bij streamen. Sociale media is ook een belangrijk middel voor publieke relaties. Dit helpt op een andere manier om te zorgen dat mensen jou live willen zien en je merchandise willen kopen. “Sociale media is voor een nieuwe artiest belangrijker aan het begin dan streaming.”

Volgens muziekmeetplatform Luminate, dat wereldwijd de verkopen, streams, downloads en airplay bijhoudt, kwamen er in 2024 opgeteld van alle streamingdiensten (Apple Music, Spotify, Deezer, Tidal, etc.) elke maand meer dan een miljoen nieuwe nummers bij. Een constante stroom aan nieuwe muziek dus. Maar van de 200 miljoen nummers in totaal, verspreid over de streamingdiensten, werd bijna de helft niet meer dan tien keer afgespeeld in het jaar 2024.

Daartegenover staat dat er volgens Luminate wereldwijd in 2024 bijna vijf biljoen keer muziek werd gestreamd. In 2022 was dit net geen drie biljoen, een groei van 77% in twee jaar tijd. Wereldwijd alleen maar meer streams en meer nummers. Maar lang, lang, lang niet alles wordt beluisterd. Probeer daar maar eens tussen te komen als vers afgestudeerde muzikant in ons kikkerlandje.

Volgens Prey zijn beroepsgerichte muziekopleidingen een heel Nederlands ding: “In Canada, waar ik vandaan kom, kende ik het concept niet.” Hij denkt dat het een goed ding is dat dit soort opleidingen bestaan. Zo maakt hij een vergelijking met kunstscholen in Engeland die voor een succesvolle lichting kunstenaars zorgden.

Falade kent in Engeland wel scholen die op het concept lijken. “Daar heb je bijvoorbeeld de BRIT School, waar Adele en Amy Winehouse naartoe gingen, en Goldsmiths University.” Waar deze in verschillen met de Nederlandse opleidingen in lichte muziek, is dat de Nederlandse opleidingen meer businessgericht zijn. Dat zit hem ook in het feit dat het mbo’s en hbo’s zijn.

Over Prey’s vergelijking met de Engelse kunstscholen en kunstscene zegt Falade dat bijvoorbeeld de BRIT School zijn tijd wel heeft gehad. Waar je nu het meeste aan hebt, is het netwerken en samenwerken. Je hoeft niet naar een muziekschool te gaan om je talent uit te breiden. “Ik weet niet hoeveel nut ze nu nog hebben.”

Over het feit dat alleen al de twee grootste popmuziekopleidingen in Nederland samen ongeveer 100 mensen jaarlijks laten afstuderen, zegt Falade: “Niet een heel gek getal, dat is wel te doen. Ze gaan allemaal iets anders doen. Sommige worden sessiemuzikanten, sommige managers, sommige studio-eigenaren. Veel mensen zijn zelf artiest geweest, maar moesten iets anders doen om te overleven.”

In 2021 waren er volgens het CBS 21.020 zzp’ers in de podiumkunsten, terwijl er maar 3.680 banen beschikbaar waren. Er zijn dus veel meer mensen die willen werken in de podiumkunsten dan er plaats voor is. Als we dit vergelijken met 2010, is er ook een interessante ontwikkeling te zien. In dat jaar waren er 10.440 zzp’ers en 4.840 banen in de podiumkunsten, dus het aantal zzp’ers is in deze elf jaar meer dan twee keer zo groot geworden, en het aantal banen is met bijna 25% gedaald. Door de daling in banen heeft de sector podiumkunsten sinds 2014 ook meer vrijwilligers en stagiaires dan werkers in loondienst.

Het dalende aantal banen heeft onder andere te maken met bezuinigingen op cultuur door de overheid. Nu.nl meldde in 2016 dat er door die bezuinigingen ongeveer 20 duizend banen in de kunstsector verloren zijn gegaan tussen 2009 en 2013. Maar naast de bezuiniging die al heeft plaatsgevonden, heeft het huidige kabinet ook een bezuiniging van 1 miljard op het Ministerie van OCW in het hoofdlijnenakkoord staan, met later 10 miljoen eraan toegevoegd. (NOS)

Falade zegt dat dit ook herkenbaar is in Engeland. De Britse overheid bezuinigt ook op subsidies voor de kunst- en cultuursector.

“Er zijn genoeg mensen die willen werken in de podiumkunsten, maar er zijn gewoon niet genoeg goedbetaalde banen, en als ze er zijn, dan is het een baan die niet genoeg betaalt.” Ook herkent ze de stijging in mensen die in podiumkunsten gaan werken, ondanks het dalende aantal banen. Volgens haar komt het door sociale media. “Heel veel artiesten liegen over hoeveel geld ze verdienen, ze moeten een beeld hooghouden. Veel artiesten hebben schulden en leven een arm bestaan.”

mo

Van de studenten die afstuderen van mbo-opleidingen richting artiest (dat naast muziekopleidingen ook gaat over acteur- en dansopleidingen) heeft gemiddeld 76% een jaar na afstuderen werk. (CBS)

“Wederom vinden afgestudeerden uit de sector kunst het minst snel werk (67,7%).”

Verslag HBO kunstsector (door HBO Monitor):

–    68% vindt binnen een maand een baan binnen de kunstsector.

–    10% vindt binnen één tot drie maanden een baan binnen de kunstsector.

–    22% duurt het langer dan vier maanden.

Betaalbare zorg voor iedereen! FNV komt met nieuwe actie

Vanaf 1 januari 2026 geldt er weer een inkomensafhankelijke eigen bijdrage op alle WMO-voorzieningen, dat zijn voorzieningen om mensen met een beperking te ondersteunen om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Dit heeft het kabinet besloten om de WMO-voorzieningen financieel haalbaar te houden. Toch is dit een hele klap op de portemonnee van veel mensen met een beperking, en daarom rijst de vraag …

Gevaarlijke kruispunten in Huissen, niet alleen een verkeersprobleem, maar ook een gedragsprobleem

0

In Huissen zorgen vier gevaarlijke verkeerssituaties al langere tijd voor onrust onder de inwoners. Het gaat om de rotonde naar Bemmel, de rotonde Stadswal-Helmichstraat, het kruispunt Bredestraat en het kruispunt Looveer (bij het Zwanenbad). Veel inwoners zijn van mening dat het een kwestie van tijd is voordat er weer een ongeluk gebeurt. Maar is een verandering van de infrastructuur wel de oplossing, of speelt rijgedrag een grotere rol? Huib Wissekerke, oud-afdelingshoofd van de gemeentewerken in Lingewaard, werpt zijn licht op deze problematiek.

Meer dan alleen infrastructuur

Volgens Wissekerke is het probleem niet alleen gelegen in de verkeerssituatie, maar ook in het rijgedrag van de weggebruikers. “Je kunt een kruispunt veranderen, maar als het gedrag van de bestuurders niet mee veranderd, dan blijft het probleem bestaan.” Veel verkeerssituaties in Huissen zijn ontworpen in een tijd waarin elektrische fietsen en fatbikes niet op de weg waren. Deze nieuwe verkeersdeelnemers zorgen ervoor dat snelheden niet meer verenigbaar zijn, wat leidt tot gevaarlijke situaties.

Daarnaast blijft verkeersvoorlichting vaak achter. “Veel mensen die hun rijbewijs al jaren hebben, zouden waarschijnlijk niet slagen als ze opnieuw hun theorie-examen moesten doen,” zegt Wissenkerke. Nieuwe verkeersregels en veranderende verkeerssituaties worden nauwelijks actief gecommuniceerd naar automobilisten, wat leidt tot misverstanden en gevaarlijke situaties op de weg.

Waarom duurt verandering zo lang?

Veel inwoners vragen zich af waarom het zo lang duurt voordat er aanpassingen worden gedaan. Wissenkerke legt uit dat er meerdere factoren meespelen. “Veranderingen in de infrastructuur kosten tijd en geld. Soms moet er grond aangekocht worden, maar bedrijven en bewoners kunnen dit tegenhouden. Daarnaast mogen bomen en ander groen in sommige gevallen niet worden gerooid.”

Daarnaast hebben veel inwoners een uitgesproken mening over de verkeerssituatie, maar maken daar onvoldoende melding van bij de gemeente. Zonder voldoende signalen van inwoners ontbreekt het vaak aan draagvlak, waardoor plannen moeilijker doorgezet kunnen worden.

De rol van gedragsverandering

Hoewel het verbeteren van de infrastructuur zeker kan bijdragen aan meer veiligheid, is het volgens Wissenkerke net zo belangrijk dat weggebruikers hun rijgedrag aanpassen. “Je kunt alles wel veranderen, maar als bestuurders hun gewenningspatroon niet doorbreken, blijft het probleem bestaan.”

Inwoners van Huissen zijn het erover eens dat er snel actie moet worden ondernomen. De verbazing over de traagheid van het proces is groot en velen zien de verkeerssituaties als een tikkende tijdbom. De oplossing ligt echter niet alleen in een fysieke aanpassing van de kruispunten, maar ook in bewustwording en scholing van verkeersdeelnemers. Pas als infrastructuur en rijgedrag hand in hand gaan, kan de verkeersveiligheid in Huissen daadwerkelijk worden verbeterd.

Rebelse jongeren in Vlissingen houden stad wakker

0
In een WhatsApp-groepen circuleert een video waarin te zien is hoe een van de jongeren carbid afsteekt

VlissingenAl vier nachten op rij wordt de binnenstad van Vlissingen opgeschrikt door een groep jongeren die midden in de nacht vuurwerk en carbid afsteken. Naast de knallen zorgen ze voor flink wat lawaai door luid te schreeuwen en te roepen. Na het afsteken van het vuurwerk en carbid splitst de groep zich razendsnel op, waardoor de politie moeite heeft om grip op hen te krijgen. Afgelopen nacht leek het iets rustiger, maar de overlast blijft vervelend voor de buurtbewoners.

Geschrokken buurtbewoners

Veel bewoners van de binnenstad hebben last van de onrust. Levi dacht eerst dat het uitgaanspubliek was, maar kwam er snel achter dat dit niet het geval was. “Uitgaansjongeren schieten geen carbid en vuurwerk af,” zegt hij. “Ik werd wakker van een gigantische knal en dacht even dat er iets geëxplodeerd was.”

Sil Lemckert, woont in de binnenstad en wil vooral dat de rust terugkeert. “Ik ben onderhand wel wat gewend hier, maar dit gaat te ver. Ik heb ook een paar keer geprobeerd om de groep te filmen, maar ze zijn steeds te snel weg.”

Buurtbewoonster Bridget Firenze bevestigt dat er in Vlissingen vaker sprake is van overlast. “Het is hier altijd wel wat. Er wordt geschoten, er wordt vuurwerk afgestoken en mensen schreeuwen midden in de nacht door de straten. Dit is gewoon weer een nieuw hoofdstuk.” Firenze heeft vorig jaar slaap oordoppen laten maken, om de geluidsoverlast beter te kunnen negeren. “Dat helpt wel iets, maar als er zo’n knal klinkt, voel je die gewoon door je hele lichaam.”

Politie erkent de uitdaging

Een Wijkagent, ie anoniem wil blijven uit angst voor verdere escalatie en mogelijke represailles, bevestigt dat vuurwerkincidenten in Vlissingen een groot probleem vormen, “Het is ontzettend lastig om dit te handhaven. We proberen er alles aan te doen, maar deze groep jongeren is snel en verspreidt zich direct na een incident.” Volgens hem is dit een bekend probleem in de stad. “Ik begrijp de frustratie van de buurtbewoners goed. Maar wij kunnen niet overal tegelijk zijn.”

In 2021 werden Vlissingse jongeren naar verhouding het meest verdacht van een misdrijf van heel Nederland. De overlast en onrust door groepen jongeren speelt dus al langer in Vlissingen. Volgens buurtbewoners en politie is het nachtelijke lawaai en het afsteken van vuurwerk een terugkerend probleem. De afgelopen dagen lijken echter een nieuw dieptepunt te vormen, waarbij de incidenten intensiever en georganiseerder lijken dan voorheen.

De gemeente Vlissingen heeft een speciaal meldpunt in het leven geroepen voor overlast. De gemeente vermeld erbij dat er vaak klachten zijn of overlast is, maar dat er ‘vergeten’ wordt het te melden. Zolang er geen melding van wordt gemaakt is het voor de gemeente lastig om het probleem aan te pakken.

Mogelijk steeds dezelfde groep

Veel buurtbewoners denken dat het steeds om dezelfde groep jongeren gaat. “De manier waarop ze te werk gaan, het voelt als een kat-en-muisspel,” zegt Sil Lemckert. “Ze weten precies hoe ze de politie te slim af kunnen zijn.”

Hoewel de overlast afgelopen nacht minder leek dan de dagen ervoor, blijft de situatie vervelend. Bewoners hopen op een oplossing, zodat de binnenstad weer de rust krijgt die het verdient. “Hopelijk kan er snel iets aan worden gedaan,” zegt Levi Reusink. “Want ik wil gewoon weer een goede nachtrust.”

Middelbare school uit Tilburg organiseert projectdag over seksualiteit door tijdgebrek tijdens reguliere les

0

Op de meeste middelbare scholen in Nederland wordt seksuele voorlichting behandeld tijdens de reguliere biologielessen. Toch wordt vaak niet over alle aspecten gesproken en ontbreekt er informatie, waardoor veel jongeren te weinig weten over o.a. de verschillende vormen van intimiteit, grenzen in relaties, consent en lichaamsbeeld. Op het Cobbenhagenlyceum in Tilburg is er dit schooljaar voor het eerst een projectdag over seksualiteit georganiseerd. “Als we nou een dag ervoor nemen, dan kunnen we er echt eens een keer een goed gesprek over voeren,” aldus biologie docent Job van der Tuin.

Ontstaan 

Het project is dit jaar voor het eerst geïntroduceerd op het Cobbenhagenlyceum, nadat van der Tuin het idee had meegenomen van de school waar hij eerder werkte. Daar werd het project al zeven tot acht jaar uitgevoerd. Het is bedoeld voor derdejaarsleerlingen en gaat dieper in op verschillende aspecten van seksualiteit. De reden voor deze dag is het gebrek aan tijd tijdens de biologieles: de lesuren zijn vaak kort, waardoor het moeilijk is om diep in te gaan op de onderwerpen of een uitgebreid gesprek te voeren. Leerlingen krijgen op deze dag daadwerkelijk de tijd om over deze onderwerpen na te denken en in gesprek te gaan. “Met de hoop dat het gesprek dan thuis verder gevoerd wordt,” aldus Job. Het project wordt op het Cobbenhagenlyceum over het algemeen goed ontvangen, hoewel er altijd een aantal leerlingen onverwachts ziek blijkt te zijn. “Hier in Tilburg-Noord hebben we een relatief grote islamitische gemeenschap, en die haken vaak af op zo’n dag,” vertelt van der Tuin. “Ook kinderen uit de dorpen hier zeggen: ‘Ik wil daar niet over praten.’ Dus er zit echt wel een taboe op.”

Projectdag

Tijdens de projectdag worden de klassen opgesplitst in jongens en meisjes, met een vrouwelijke of mannelijke collega. Zo kunnen de leerlingen in een veilige omgeving de vragen stellen die ze willen stellen, zonder dat de jongens reageren op de meiden. Uiteindelijk worden de groepen weer samengevoegd, zodat de leerlingen van beide geslachten iets kunnen leren.

Daarnaast is er een lezing geweest over sexting. Een slachtoffer deelde haar verhaal over wat ze had gedaan, de gevolgen daarvan en de impact die het op haar leven had. Het doel van deze lezing was om de leerlingen bewust te maken van het risico van bepaald gedrag. “In de biologieles leg ik altijd uit dat seks en seksualiteit normaal en zelfs leuk zijn, want anders zouden dieren zich ook niet voortplanten, maar ook dat er vaak negatieve ervaringen zijn, zoals verhalen op internet of filmpjes die niet overeenkomen met de werkelijkheid.”

Gebrek 

Dat er veel informatie ontbreekt klopt volgens Sara Woods, programmamanager bij stichting Sexmatters. Het aanbod verschilt sterk per school, maar toch is deze voorlichting vaak beperkt tot onderwerpen zoals voortplanting. “Het gaat niet alleen om de biologische aspecten van seks, maar óók over de verschillende vormen van intimiteit, grenzen in relaties, consent, lichaamsbeeld, en veiligheid,” vertelt Woods. Sexmatters werkt met jongvolwassenen die ervaringskennis delen en richt zich op gesprekken in plaats van een klassieke les. De organisatie biedt seksuele voorlichting aan vanaf groep 7 tot en met het hbo. ‘In de brugklas, groep 7 en 8 van de basisschool ligt de focus vooral op body positivity, de veranderingen in je lichaam en hoe je daarmee omgaat. Naarmate de oudere groepen zijn, hebben we het meer over romantische relaties en seksualiteit.” De stichting geeft voornamelijk workshops in Amsterdam en de Randstad. 

Reacties en toekomstplannen 

Volgens Sara Woods verschillen de reacties van leerlingen per klas. Vaak is er ongemak, vooral bij leerlingen die het onderwerp thuis niet kunnen bespreken door religieuze of culturele normen. “Het is wel iets wat voor veel jongeren leeft, dus er is ook nieuwsgierigheid,” vertelt Woods. Veel jongeren zijn seksueel actief, maar missen basiskennis over gezonde en plezierige seks. Ze halen informatie van sociale media, of influencers maar die informatie klopt niet altijd en ook gesprekken met vrienden gaan niet over het informatieve deel ervan. Daarom laat de organisatie jongeren zelf betrouwbare informatie online zoeken en leert ze hoe ze een betrouwbare bron kunnen herkennen.

Het Cobbenhagenlyceum behoort tot de groep scholen van 2College. Er zitten in Tilburg zes vestigingen, maar alleen op het Cobbenhagenlyceum wordt deze projectdag nog georganiseerd. “Misschien wil ik dat wel uitbreiden,” aldus Job. 

Internationale competitie voor tennis toptalent in Nederland

De toekomst van topniveau tennis speelt bij ’t Root in Asten. Hier spelen jongens van 16 jaar en jonger het hoogste niveau tennis in Europa. Teams uit 8 landen spelen heel het weekend voor een kans om in de finale te komen.