”Het is een fantastische dag voor alle Nederlanders’’ dat waren de woorden van verschillende kabinetsleden in de aanloop naar de algemene beschouwing. Nog steeds vraag ik mij af wie ze bedoelden met ‘alle Nederlanders’.
Zo fantastisch is het niet voor het onderwijs. Daar wordt 430 miljoen euro op bezuinigd. De klassen zullen nóg voller gaan worden, omdat er minder docenten zijn. Ondertussen blijft de laaggeletterdheid onder de jongeren groeien.
Ook voor de inwoners van Ter Apel is het geen fantastische dag, die door het intrekken van de spreidingswet de aankomende jaren last zullen hebben van asielzoekers die daar in bosjes en op parkeerplaatsen zullen rondzwerven.
Ook niet voor die ene student met psychische problemen die al een halfjaar op de wachtlijst staat bij de GGZ. En die alleen maar langer gaat worden omdat er op de jeugdzorg bezuinigd gaat worden. Diezelfde student loopt studievertraging op en riskeert een langstudeerboete.
Of voor Jan, die met pensioen is en geniet van zijn rustige dagen. Hij leest dagelijks de krant en maakt graag uitstapjes naar musea en theaters. Maar dat plezier wordt duurder: de btw op kranten en culturele uitstapjes stijgt naar 21%.
Of voor dat gezin in Oisterwijk die net hebben geïnvesteerd in zonnepanelen en een warmtepomp, maar voor wat? Dit kabinet wil de salderingsregeling in 1x afschaffen.
En dan José niet te vergeten, die ziek thuis zit en haar zorgpremie nu al nauwelijks kan betalen. Volgend jaar gaat die premie nóg verder omhoog. Hoe moet ze dat dan doen?
Dus nee, het lijkt voor velen niet bepaald een “fantastische dag” te zijn. Het kabinet mag dat misschien zo voelen, maar het is duidelijk dat niet iedereen die woorden kan delen.
De dag waarop we investeren in onderwijs, de opvang eerlijk verdelen, de wachttijden in de zorg verkorten en zorgen dat iedereen aan het einde van de maand genoeg overhoudt, dát zou een fantastische dag zijn voor alle Nederlanders.