Home Blog Pagina 107

Slagingspercentage autotheorie-examen slechts 36 procent, hoe kan dat? 

0

Het slagingspercentage voor het autotheorie-examen was in 2022 slechts 36 procent, terwijl het percentage in 2009 nog op 51 procent lag. De afgelopen jaren is de score op het theorie-examen gedaald en dat betekent dat veel mensen meerdere pogingen nodig hebben om te slagen. Onderschatting lijkt de voornaamste oorzaak. 

In 2022 deden er 860.122 mensen theorie-examen (inclusief motor en brommer), maar voor het autotheorie-examen slaagde maar 36 procent. Sinds 2014 hangt het slagingspercentage net boven de veertig procent, maar dat is nu nog verder aan het dalen. Het autotheorie-examen bestaat uit drie onderdelen: gevaarherkenning, kennis en inzicht. Bij gevaarherkenning mag je van de 25 vragen twaalf fouten maken. Bij kennis mag je twee van de twaalf vragen fout maken. En bij inzicht mag je drie van de 28 vragen fout maken.  

Het CBR denkt dat de grootste oorzaak voor dit lage percentage onderschatting is, dat geeft woordvoerder Wessel Agterhof aan: ”Mensen denken het wel even te doen, of komen op het examen zonder te leren en om een keer te oefenen. Ze worden dus vaak met hun neus op de feiten gedrukt, dat ze meer hun best hadden moeten doen’’. Agterhof meldt dat hij de onderschatting op elk opleidingsniveau ziet: ‘’We zien dat mensen die goed kunnen leren en bijvoorbeeld VWO volgen, ook wel eens het examen onderschatten. Je moet er echt voor gaan zitten, anders weet je bijvoorbeeld niet hoe ver een lading mag uitsteken bij een auto.’’ 

Agterhof kan moeilijk een vinger leggen op hoe deze daling is ontstaan: ‘’We hebben daar wel naar gekeken, maar het examen is al jaren niet moeilijker geworden. Dus we hebben er niet echt een uitleg bij. Dan zouden we onderzoek moeten doen naar onze klantgroepen, maar dat onderzoek is niet gedaan.’’ Bij het CBR vinden ze het huidige slagingspercentage wel te laag: ‘’Dat het veel te laag is, is een feit. Want 36 procent is natuurlijk wel eens anders geweest.’’ 

Dit lage slagingspercentage zorgt bij het CBR voor extra drukte: ” We doen veel meer examens dan misschien nodig zijn, als mensen vaker zouden slagen voor hun theorie zouden we het rustiger hebben.” Maar er zijn geen wachttijden, mensen kunnen twee weken voor ze examen willen doen een reservering plaatsen. Dat is bij het praktijkexamen wel anders, daar kan de wachttijd oplopen tot wel twintig weken.

Foto: ANP, Robin van Lonkhuijsen

Geen ijspret op het Museumplein

Dit jaar ontbreekt de traditionele ijsbaan op het Museumplein, normaal gesproken een grote publiekstrekker. Hoe vertaalt deze verandering zich naar de sfeer op de kerstmarkt? We gaan in gesprek met de bezoekers ter plaatse.

OPINIE: WK voor clubs niet interessant genoeg: Rest van de wereld kan niet opboksen tegen Europese miljardenclubs

0
Fluminense won in de halve finale van het WK clubs van Al Ahly. Bron: EPA/ALI HAIDER

Een Europese miljardenclub die de Champions League (CL) wint, speelt tegen de winnaar van de Aziatische CL in de halve finale van het WK voor clubs. Is dat toernooi interessant genoeg als het in Nederland niet eens wordt uitgezonden op tv?

Vroeger waren sommige wedstrijden op de NOS te zien, maar sinds een paar jaar heeft geen enkele Nederlandse zender de rechten. Het toernooi bestaat sinds 2000 en vanaf 2005 wordt het in een knock-outfase gespeeld. In 2005 en 2006 won een Braziliaanse club. Vanaf 2007 won slechts een keer een niet-Europees team het toernooi. Dat verrast mij niet, want het niveau in Europa ligt een stuk hoger dan in de rest van de wereld.

Volgens de huidige opzet kunnen teams zich voor het WK kwalificeren door het hoofdtoernooi van hun eigen continentale voetbalbond te winnen. Manchester City won afgelopen seizoen de Champions League en kwalificeert zich daardoor. In de eerste ronde neemt de deelnemer uit het gastland het op tegen de CL-winnaar van Oceanië. Daarna stromen de anderen in, behalve de Europese club en de winnaar van Zuid-Amerika. Die stroomt in de halve finale pas in.

De andere deelnemers zijn: Urawa Red Diamonds uit Japan, Al-Ahly uit Egypte, Club Léon uit Mexico, Fluminense uit Brazilië, Auckland City uit Nieuw-Zeeland en Al-Ittihad uit Saudi-Arabië. Het laatste team plaatste zich doordat ze in het gastland zitten.

Is het voor de Europese voetballiefhebbers wel interessant genoeg? Ik kijk veel programma’s over voetbal, maar er wordt haast nooit gesproken over de wereldbeker voor clubs. Daarnaast heb ik nog geen wedstrijd gezien van het toernooi. Echter heb ik daar mijn best ook niet voor gedaan.

Topwedstrijd?

Ik kan me voorstellen dat men het niet interessant vindt. Als je ziet dat Manchester City tegen een Japanse club speelt, dan verwacht ik dat ze er misschien wel met dubbele cijfers overheen gaan. Of ze stellen een B- of misschien wel C-team op. Het is niet bepaald een topwedstrijd te noemen.

Vrijdag 22 december is de finale. Echter zijn tegelijkertijd ook wedstrijden in de Serie A en in de Premier league. Als ik moet kiezen tussen Aston Villa – Sheffield United en de finale van het WK clubs, kies ik voor het eerste.

Spectaculair hoogtepunt

Maar voor de voetballiefhebbers uit andere continenten denk ik dat het wel speciaal is. Als een in verhouding kleine club als Urawa Red Diamonds tegen het grote City speelt, zal dat best als bijzonder voelen. Een centrale verdediger die misschien wel tegen de beste spits van de wereld Erling Haaland komt te staan, lijkt mij voor die verdediger een hoogtepunt. Ook de supporters van de club zullen het ongetwijfeld spectaculair vinden dat hun club tegen een club speelt die vorig jaar kampioen werd en de beker en CL won.

Overigens zijn de wedstrijden van het toernooi wel te zien op de website van de FIFA. Je moet dan een account aanmaken en dan kun je de wedstrijden gratis kijken.

Het onderwijs op de schop: tijd voor een frisse blik en een frisse neus

0

De leesvaardigheid van jongeren is niet om over naar huis te schrijven. Uit onderzoek blijkt dat jeugd steeds minder goed wordt in lezen en taal en slechter scoort op exacte vakken. Zijn de achterstanden te wijten aan de coronapandemie? Of is dit een teken dat er iets moet veranderen aan het huidige onderwijs?

Volgens Vincent van Veen, Impact Manager bij het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid is dat laatste het geval: ‘’We bevinden ons in een tijdperk van verandering waarin andere behoeften spelen dan in het verleden. Ik denk dat het huidige onderwijssysteem daar nog niet helemaal op is ingericht.’’Hij pleit voor een frisse blik op het onderwijs, waarbij leerlingen opnieuw enthousiast worden gemaakt voor leren. Achter een tafeltje op een stoel is volgens hem niet de manier. Van Veen vindt dat we het klaslokaal vaker moeten verlaten om te leren van en in de natuur.

De voordelen van leren in de buitenlucht

Hij stelt dat het ideaal zou zijn als vijfentwintig procent van het onderwijs in de buitenruimte plaatsvindt en vijfenzeventig binnen. “Gebruik maken van de echte context geeft betekenis aan vaardigheden zoals rekenen en taal, omdat het mentale kapstokjes biedt. We hoeven niet volledig af te stappen van binnen zijn, maar het is essentieel om de natuur in de dagelijkse leeromgeving te integreren”, voegt hij toe.

Onderzoek bevestigt dat les in de buitenlucht niet alleen zorgt voor enthousiaste leerlingen, maar ook bijdraagt aan betere concentratie en prestaties, óók op het gebied van taal. “Als kinderen in een natuurrijke omgeving spelen, stimuleert dat actiever taalgebruik. Het actief gebruiken van taal in de context heeft een positief effect op de woordenschat. Het gebruik van de buitenruimte kan de taalontwikkeling enorm stimuleren”, legt Van Veen uit.

Het onderwijs is meer dan rekenen en taal

Naast rekenen en taal onderstreept Van Veen het belang van andere competenties zoals creativiteit, samenwerken, oplossingsgerichtheid en natuurkennis. Hij wijst op een opvallend gegeven: ongeveer 50 procent van de kinderen voelt zich niet verbonden met de natuur.

´´Ik denk dat dat een hele belangrijke opgave is voor het onderwijs, dat we een maatschappij hebben waar mensen zich verbonden voelen met de natuur en die natuur ook ervaren als een bondgenoot. Zeker in tijden van klimaatverandering´´, zegt Van Veen. Hij benadrukt dat hij het belang van taal en rekenen begrijpt, maar dat onderwijs meer moet zijn dan alleen dat:‘’Kinderen worden ook volwassen in een wereld waar dit soort thema’s spelen en onderwijs heeft ook als doel om voor te bereiden op een zelfstandige rol in de maatschappij.’’

De reactie op de prestaties die achteruitgaat noemt Van veen ‘’bijna spastisch’’. Hoewel hij het belang van taal en rekenen begrijpt, hoopt hij dat het onderwijs mee evolueert met de maatschappelijke behoeften van deze tijd en niet beperkt blijft tot alleen reken- en taalles. ‘’Door de eenzijdige druk van onderwijsinspectie en de aandacht van media houden scholen juist krampachtig vast aan het stampen van taal- en rekenvaardigheden.‘’

Dat drillen en stampen zorgt bij Van Veen voor de nodige zorgen. Onderwijs is meer dan ‘basisvaardigheden’, vindt hij: “We zijn gelukkig in Nederland op het moment dat alle kinderen de breuken in groep 8 goed hebben eigen gemaakt. Dan verlies je, volgens mij, ook wel iets van de waarde van het onderwijs.’’

Van Veen wil hier niet mee beweren dat de ontwikkeling van taal en rekenen niet nodig is, of dat buitenonderwijs alle problemen zou oplossen. Maar volgens hem is een stap naar buiten, wel een stap in de goede richting. Want ook de omgeving die je creëert doet ertoe, en heeft invloed op de prestaties, welzijn en gezondheid van kinderen. 

Ruimte om tot bloei te komen

Op dit moment is de gemiddelde buitenruimte die een kind heeft op een schoolplein 2,7 vierkante meter. Van vrije uitloopkippen is bekend dat ze vier vierkante meter per kip nodig hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen vertonen. Als kippen deze ruimte niet krijgen gaan ze elkaar pikken, worden ze te dik en bijziend. Van Veen: ‘’Dat maakt dat ik wel eens de vergelijking trek met scholen als een intensieve kindhouderij waarin kinderen op te krappe ruimte topprestaties moeten leveren.’’ 

Maar wat heeft een kind eigenlijk nodig om zijn natuurlijke gedrag te kunnen vertonen? Niet alleen over de prestaties valt wat te zeggen. Kinderen zijn namelijk ook steeds vaker bijziend, motorisch slecht ontwikkeld, er wordt veel gepest en kinderen ervaren stress. “Ik zie daarin toch wel die metafoor met de intensieve veehouderij. Niemand heeft die bedoeling, maar als we echt willen dat kinderen en jongeren tot bloei komen, dan is het weleens goed om ook op dat vlak vragen te stellen”, besluit Van Veen.

Graaiflatie grote winnaar Woord van het Jaar 2023

Graaiflatie heeft met overtuiging het Woord van het Jaar verkiezing gewonnen. Het woord werd met 65 procent van de stemmen verkozen tot winnaar. Meer dan 15.000 mensen hebben gestemd op hun favoriet. 

Graaiflatie liet de nummers twee en drie ver achter zich. Vreugdebier en nepobaby kregen een schamele 6,9 en 5,2 procent van de stemmen. 

Volgens Van Dale is de definitie van graaiflatie ”Inflatie die wordt aangewakkerd door ondernemingen die de kostenstijging van grondstoffen, productiemiddelen en arbeid volledig of bovenmatig doorberekenen aan de consument om hun winst op peil te houden of te verhogen.” 

In België is graaiflatie ook tot grote winnaar uitgeroepen. Wel iets minder overtuigend. Bij maar 36.7 procent van de Vlaamse stemmers was graaiflatie de favoriet. 

Foto: ANP// Rob Engelaar

Europarlementariër Vera Tax blijft de komende vijf jaar weg uit de Europese politiek 

0

Vera Tax gaat zich niet meer verkiesbaar stellen volgend jaar. De huidige Europarlementariër geeft vanaf 6 Juni 2024 haar rol op bij Groenlinks-PvdA.

Waarom ga je je niet meer verkiesbaar stellen? 

”Dat was in eerste instantie een hele moeilijke afweging. Het is natuurlijk een afweging die iedere politicus aan het eind van zijn/haar mandaat moet maken en dat is nooit makkelijk. Vooral omdat ik mijn werk graag doe, is het lastig. Ik vind dat ik goede dingen bereikt heb. Ik denk dat de mensen tevreden over me zijn, dat maakt het afsluiten van dit hoofdstuk makkelijker. Daarbij kwam dat mijn man Jasper, aan het eind van de zomer, gedeputeerde geworden is in Limburg. Dat betekent dat hij feitelijk ook bijna nooit thuis is. Hij vertrekt ’s morgens om 8 uur. ‘S avonds om een uur of 10/11 is hij pas weer thuis. Dat we dan allebei erg weinig thuis zouden zijn, zorgde ervoor dat ik mezelf de vraag ging stellen of ik nog vijf jaar door wilde gaan met mijn huidige functie. Daaruit kwam de conclusie dat ik dit niet vijf jaar vol ging houden. Het werk wel, maar de thuissituatie niet. Het is lastig, maar wel helder voor mij nu.” 

”Soms word ik verdrietig van dat soort opmerkingen, andere keren moet ik erom lachen”

Aan de talkshow-tafel bij L1 kreeg u de vraag of het niet treurig is dat een politica die zich inzet voor vrouwenrechten, nu zelf stopt doordat het thuis de druk is. Wat vind je daarvan? 

”Soms word ik er verdrietig van en soms moet ik er mee lachen. Het is een hele vreemde vraag, maar dit soort opmerkingen hoor ik helaas vaak genoeg. Gelijkheid staat ervoor dat je zowel als man en als vrouw dit soort keuzes moet kunnen maken. Die heb ik gelukkig kunnen maken. Ik nam bij L1 in de uitzending ook nog als voorbeeld dat mijn man Jasper terug is gekomen vanuit Den Haag naar Venlo, zodat ik wethouder kon worden. Hij deed het toen voor mij, maar nu is het andersom. Het gaat erom dat je gelijkwaardig in je relatie staat. Dus wat volgens L1 presentator, Maurice de Heus, ’treurig’ zou moeten zijn, zie ik niet helemaal. Maar goed, dit soort vragen krijg ik wel vaker.” 

Hoe gaat u nu verder? 

”Ik ga nu vooral kijken naar NGO’s en banen in het bedrijfsleven, die dezelfde thematiek zoals die waar ik nu mee bezig ben belichten. Dat kan politiek zijn, vrouwenrechten, maar ook iets dergelijks als laaggeletterdheid. Voordat ik in het Europees Parlement kwam te zitten, heb ik ook genoeg andere thema’s behandeld. Deze liggen mij nog steeds goed. In bijvoorbeeld jeugdzorg ben ik actief geweest. De ervaringen die ik in het verleden op heb gedaan, zorgen voor een breed keuzepakket. Dus dat is fijn, maar voor nu is het voor mij ook nog spannend. Vanaf 6 juni ben ik klaar bij het Europees Parlement. Het is dan zomervakantie en kan ik rustig nadenken over de mogelijkheden. Ik word nu al wel eens door mensen gebeld met ”Hey, heb je dit gezien?” Dan hebben ze het bijvoorbeeld over een vacature die ze hebben gezien, die ze bij me vinden passen. Dat is het fijne aan een goed netwerk hebben. Mensen denken nu al met me mee.” 

Ga je je verkiesbaar stellen bij volgende nationale verkiezingen? 

”Nou ja, die verkiezingen zijn natuurlijk net geweest dus dan moet ik wel geduld hebben. Ik ga er niet vanuit dat we over een half jaar of een jaar weer staan te stemmen, maar ik heb besloten om zeker niet te stoppen met de politiek. Het stoppen is nu echt een hele pragmatische keuze. Ik zie op dit moment nog geen functies waar ik als politica door kan gaan. Die kunnen altijd nog tevoorschijn komen. Ergens burgemeester worden kan natuurlijk altijd nog, maar ook dat soort dingen zijn even niet te combineren met de thuissituatie.”  

Transport, logistiek en vrouwenrechten zijn uw portefeuilles, gaat u op deze onderwerpen door? 

”Jazeker. Ook omdat vrouwenrechten een thema is, wat ik voorheen in de lokale politiek al heel belangrijk vond. Toen ik op de middelbare school zat, dacht ik: oh, we zijn gelijk. Maar toen ik na de middelbare school aan het werk ging, kwam ik er toch achter dat de wereld nog lang niet gelijk is voor mannen en vrouwen. Zeker tegen de tijd dat ik kinderen kreeg viel dit me op. Dat vind ik oneerlijk en daar wil ik een verschil in maken door wetten door te voeren die daaraan bijdragen. Nergens op de wereld hebben we op dit moment échte gendergelijkheid, dus we hebben het hard nodig.” 

”Ik voel me meer een wereldburger dan een Nederlander”

Wat gaat u missen aan uw baan als Europarlementariër? 

”Wat ik ga missen is de internationale omgeving. Het midden in Europa werken en collega’s hebben uit 27 andere landen is prettig. Daarbuiten ga je ook nog vaak de EU uit voor bepaalde zaken. Ik ben bijvoorbeeld voor de wet voor loonkloof en loontransparantie naar IJsland gegaan. Binnenkort ga ik naar New York voor een vrouwenrechtenconferentie. Je komt als Europarlementariër over heel de wereld en daardoor ontmoet je collega’s met allerlei verschillende culturen, die met dezelfde onderwerpen als ik werken. Collega’s kunnen bij bepaalde punten ergens heel anders in staan dan ik. Hiermee bezig zijn maakt jezelf een genuanceerder mens. Veel Nederlandse idealen vallen me op in de multiculturele cultuur. Ik kan veel beter communiceren met mensen die bijvoorbeeld uit Zuid-Europa komen of nog verder. De mengeling van culturen maakt mijn werk heel interessant en daar heb ik ook veel van geleerd. Ik voel me meer een wereldburger dan een Nederlander. Dat is iets wat ik wel heel erg kan gaan missen.” 

Wat gaat u niet missen? 
”Wat ga ik niet missen is alleen in een hotel zitten van maandag tot donderdag. Je staat op in een willekeurig hotel. Je gaat hard aan het werk en je valt weer in je bed. Ik heb echt wel eens gehad dat ik ’s ochtends wakker werd en me afvroeg waar ik ook alweer was. Dan wist ik serieus even niet in welke stad ik was. Dat ik dacht ja weet ik veel, Zuid-Korea ofzo. Ja, dat ga ik niet missen. Zeker als je ziek bent, is het zwaar. Laatst had iets gegeten wat niet goed viel, als je je dan niet goed voelt, voel je je echt heel eenzaam zonder man en kinderen om je heen.”  

Een vuurwerkverbod- als dieren konden praten

0

De koude feestmaand staat al in volle bloei. Met de jaarwisseling voor de deur, zijn mensen weer op zoek naar kerstcadeaus en vuurwerk. Hoewel velen het jaar 2023 spetterend en kleurrijk af willen sluiten, is er één groep die geen positief woord over vuurwerk zou hebben: de dieren.

“December is geen feest voor honden en katten. Het is eerder een stressmaand.” Dat zegt een woordvoerder van het bedrijf Dierenexpert Benji. Van de mensen die in hun winkel huisdiervoeding halen, heeft ongeveer zestig procent een hond of kat die last heeft van vuurwerk. Bij veel honden en katten uit dit zich in piepen of verstopplekken zoeken onder tafels en banken. “Sommige honden zijn zelfs zo bang voor vuurwerk, dat ze gaan braken.”

ANP FOTO/ROBERT VOS

Vuurwerkverbod op de Beekse Bergen

Safaripark Beekse Bergen doet er volgens haar persvoorlichter alles aan om de dieren op hun gemak te stellen tijdens oud en nieuw. Met name een vuurwerkverbod draagt hieraan bij. Toch is er vorig jaar vuurwerk afgestoken op de bijbehorende camping. Volgens de persvoorlichter zorgt de Beekse Bergen er daarom voor dat de savannedieren goed in de gaten gehouden worden. Zo verblijven de dieren gedurende de jaarwisseling binnen en is er extra toezicht. Tot nu toe ervaren de beestjes nauwelijks stress aan de feestdagen.

Vuurwerk rond Burgers’ Zoo

Overdekte verblijven zijn ook belangrijke hulpmiddelen voor dierentuinen. Volgens de woordvoerder van Burgers’ Zoo verschilt de impact van vuurwerk per park. “Wij zitten buiten de stad, dus onze dieren hebben er gelukkig weinig last van. Ik heb bijvoorbeeld medelijden met de antilopen die midden in een woonwijk verblijven.”

Dierenexpert Benji is het eens met de Beekse Bergen en Burgers’ Zoo: als er ergens een vuurwerkverbod is, moet je je hieraan houden. “Het is belangrijk om ook tijdens de feestdagen aan onze dieren te blijven denken.”

Loonverschil is gedaald, maar uurloon mannen blijft hoger: ‘Dat is onacceptabel’ 

Demissionair minister Karien van Gennip van Sociale zaken en Werkgelegenheid vindt het onacceptabel dat een vrouw in Nederland voor vergelijkbaar werk minder verdient dan een man. Dat zei de minister naar aanleiding van een onderzoek van het CBS. Van Gennip pleit voor het snel invoeren van de Europese richtlijn over loontransparantie.  

Gelijke beloning voor vrouwen en mannen zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Toch laat recent onderzoek van het CBS zien dat er nog steeds loonverschillen zijn tussen vrouwen en mannen. Dit meldt woordvoerder, Raoel Koole, ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid.

De Europese richtlijn houdt in dat werkgevers duidelijker moeten zijn over lonen en loonverschillen. Deze richtlijn is aangenomen in het Europees Parlement en moet daarom binnen drie jaar gehandhaafd worden in de Europese lidstaten. “Door deze wet kunnen werknemers zien als ze minder verdienen dan mannelijke collega’s. Als ze dit aankaarten moet de werkgever bewijzen dat het niet zo is”, zegt FNV-persvoorlichter Mariette van Dijk. “Dit maakt dat iedereen kan inzien of werkgevers ook rapporteren. Het systeem van handhaving, sancties en boetes wordt op dit moment verder uitgewerkt in de wet”, legt Koole uit.

Vakbond FNV wil deze loonkloof dichten: ”Het is onacceptabel dat een vrouw voor hetzelfde werk minder verdient. We pleiten voor meer loon in sectoren waar meer vrouwen werken zoals in de zorg, het onderwijs en in winkels”, vertelt van Dijk. “Je ziet dat als er meer vrouwen in een sector werken dat het loon relatief lager wordt.” Het ministerie is het daarmee eens. Het verschil in uurloon laat zien dat vrouwen minder vaak in hoge functies werken, minder goed kunnen doorstromen of meer in sectoren/functies actief zijn met lagere salarissen. Ook zijn vrouwen in Nederland minder vaak economisch zelfstandig dan mannen en werken zij meer in deeltijdbanen. “Het ministerie van SZW zet zich in voor gendergelijkheid op de arbeidsmarkt”, aldus het ministerie.

Bron foto: ANP Sem van der Wal

Vrouwen betalen meer voor identieke producten: ‘Dit is bizar’

Deodorant, scheermesjes en zelfs speelgoed: producten gericht op vrouwen zijn vaak aanzienlijk duurder dan vergelijkbare producten voor mannen. Dit fenomeen staat bekend als de pink tax. Studenten Communicatie, Teske van den Biggelaar en Isa Teunissen, vinden dit schandalig en voeren campagne tegen deze vorm van genderdiscriminatie.

Wanneer je een drogisterij binnenwandelt, herken je meteen de producten die bedoeld zijn voor vrouwen. Visueel aantrekkelijke producten met een vrolijk kleurtje en elegante teksten. De verpakkingen van de mannen zien er een stuk simpeler uit. Op het eerste gezicht lijkt er weinig verschil tussen de twee producten, behalve dat de een in een roze verpakking zit en de andere in een blauwe. Maar er is wel een belangrijk verschil: de prijs.

Bij Etos wordt een scheermes van het huismerk voor mannen met zes reservemesjes verkocht voor 5,59 euro. Daarentegen kost de roze variant van het huismerk, met slechts vijf reserveblades, 6,99 euro. Van den Biggelaar en Teunissen willen hier iets aan doen, daarom doen zij onderzoek naar de pink tax. 

Think not Pink   

De studenten vinden het bijzonder dat er nog steeds veel vrouwen zijn die niets weten over dit onderwerp. Door hun bevindingen te delen op het Tiktok- en Instagram-account Think.not pink proberen zij meer bewustwording te creëren. ”Wij vinden dat genderongelijkheid een zeer relevant probleem is. Het heeft hier ook mee te maken.’’ Vrouwen worden vaak minder betaald voor dezelfde werkzaamheden als een man. ”Daar komt ook nog de pink tax bovenop. Dat vinden wij echt bizar.’’

Briljante marketingstrategie om meer geld uit de zakken te kloppen

Paul Moers

Uit Amerikaans onderzoek blijkt zelfs dat het bedrag kan oplopen tot 1300 dollar per jaar, omgerekend 1190 euro. Bedrijven houden de genderongelijkheid in stand en zetten het zelfs in als verdienmodel. Retailexpert Paul Moers stelt dat pink tax eigenlijk een slimme marketingtruc is. ”Briljante marketingstrategie om ervoor te zorgen dat er meer geld uit zakken geklopt kan worden, omdat je op een specifieke vraag inspeelt.’’

Inspelen op emotie

Fabrikanten spelen in op de emotie van een consument. ”Wanneer vrouwen producten kopen die speciaal voor hen zijn gemaakt, krijgen zij het gevoel dat er rekening met hen wordt gehouden’’, omschrijft Moers. Vrouwen voelen zich hierdoor goed en dat zorgt voor een hoog tevredenheidsgevoel. ”Dat emotionele component speelt een grote rol en daar hebben zij dus geld voor over.” Overigens is dit probleem niet alleen aanwezig bij vrouwen. ”Mannen worden in sommige gevallen ook te grazen genomen. Zij zijn ook bereid om meer geld te betalen voor producten die specifiek voor hen zijn’’, vertelt Moers. 

Bij het analyseren van de ingrediënten valt er weinig verschil op. Een verschil in stofje tussen het mannen- en vrouwelijke product is nauwelijks merkbaar. Opmerkelijk is dat de oorzaken van de prijsverschillen moeilijk terug te vinden zijn. ”We willen bedrijven oproepen om transparant te zijn. Op dit moment kunnen we niet inzien waarom het ene product duurder is dan het andere”, vertelt Van den Biggelaar. Het tweetal wil in gesprek gaan met bedrijven om de oorzaken inzichtelijk te maken. 

Deel uitmaken van de oplossing

Maar wat kan je zelf doen om de pink tax tegen te werken? De studenten raden je aan om de roze producten links te laten liggen en te kiezen voor de goedkopere mannenproducten. ”Ik snap heel goed dat je niet een mannenparfum wil dragen, maar bijvoorbeeld een scheermesje kan prima. Kies daar is voor en draag zo bij aan de strijd tegen de pink tax.” Daarnaast kan je natuurlijk de petitie die de meiden zijn gestart, tekenen. 

Moers raadt consumenten aan om kritisch naar de producten te kijken. “Denk logisch na. Is het product nu echt zo verschillend dat je hier meer geld voor over hebt? Als je geen enkel verschil constateert, bedenk dan of het slim is om voor het duurdere product te gaan.’’

Wij zijn drogisterijen ingedoken om deze verschillen te controleren. Hier wat voorbeelden:

Tien jaar en al bezig met welke baan je later wilt  

  

In groep 6 al denken over welke baan je later wilt. Het klinkt vroeg, maar in Rotterdam-Zuid is dit al de realiteit. Dit noemen ze loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). Samen met AanDeBak-garanties moet LOB ervoor zorgen dat kinderen in kwetsbare gebieden studies gaan kiezen met meer baangarantie.  

In alle groepen 6 in Rotterdam-Zuid is het heel normaal om gastsprekers over werk, snuffelstages en lessen te krijgen. Dit behoort namelijk tot de LOB die ze daar hebben. Hierdoor gaan kinderen studies kiezen met meer baangarantie. De focussectoren zijn de richtingen, techniek, haven, logistiek en de zorg. Dit omdat hier de meeste banen in zijn. “Kinderen kiezen nu nog voor juridische mbo’s, terwijl hier weinig tot geen banen in zijn”, vertelt Edwin Cornelisse, woordvoeder nationaal programma Rotterdam-Zuid, “Dit komt vooral omdat ze geen kennis over de andere beroepen hebben.” LOB leert de kinderen over de verschillende beroepen die er zijn, waar baankansen liggen en waar ze goed in zijn.  

Ouders 

Ook de ouders worden ingelicht. “Als ik aan de ouders vertel hoeveel een loodgieter verdiend, hoor ik alleen maar oh, ah dat wist ik niet”, gaat Cornelisse verder. Ouders beïnvloeden kinderen erg en willen het liefst dat hun kinderen een studie kiezen waar ze later veel geld mee kunnen verdienen. “Ouders denken nog steeds dat beroepen waar je vies wordt, minder verdienen”, vertelt Martijn Meeter, hoogleraar onderwijswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het is dus belangrijk dat ook zij up-to-date zijn.   

  

Vroegtijdig  

Cornelisse vertelt dat ze in groep 6 al beginnen met LOB, door de vele activiteiten die er zijn en dat past niet in één jaar. Het normale onderwijs gaat namelijk ook gewoon door. Het begint in groep 6 met kleine excursies, iemand uit het werkveld die komt vertellen en dat bouwt zich langzaam op tot in groep 8 waar de kinderen een school moeten kiezen en LOB veel intensiever is. “Ze beginnen al in groep 6, omdat de leerlingen in groep 7 moeten nadenken over welke school ze gaan kiezen. Veel vmbo’s zijn gericht op een specifieke sector”, legt Meeter uit. Door LOB krijgen alle kinderen een goeie basiskennis over de baanmarkt. Hierdoor kiezen ze vanaf nu studies met meer baankansen.