Werknemers die regelmatig in contact komen met baby’s jonger dan zes maanden, zouden een kinkhoestvaccinatie aangeboden moeten krijgen, aldus een nieuw advies van de Gezondheidsraad aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De vaccinatie zou volgens de raad bij werkgevers op de agenda moeten staan, vooral voor personeel in kinderopvang, kraamzorg en neonatale zorg.
Vaccinatieplicht versus vrijwilligheid
De Gezondheidsraad adviseert nadrukkelijk om de vaccinatie aan te bieden, maar legt geen verplichting op. “Wij zeggen: biedt die vaccinatie aan, maar of het daadwerkelijk gebeurt, ligt bij de werkgevers,” licht Silvia Viergever, woordvoerder van de Gezondheidsraad, toe. Hoeveel werknemers precies gevaccineerd zouden moeten worden, is volgens haar lastig te zeggen. “Het gaat om diverse groepen, zoals werknemers in kinderopvang en kraamzorg, maar de precieze aantallen zijn onbekend.”
Kinkhoestvaccin: bescherming voor kwetsbare baby’s
Werknemers zouden het DKT-vaccin krijgen, een combinatievaccin tegen difterie, kinkhoest en tetanus, vergelijkbaar met het vaccin dat zwangere vrouwen nu aangeboden krijgen. Viergever benadrukt dat het vaccin niet alleen belangrijk is voor de eigen bescherming van de werknemer, maar vooral voor de baby’s die ze verzorgen. “Werknemers hebben de verantwoordelijkheid om kwetsbare baby’s te beschermen, ook al denken sommigen dat ze de prik zelf niet nodig hebben.”
Hoewel kinkhoestvaccinaties voor kinderen deel uitmaken van het Rijksvaccinatieprogramma, blijft het nog onduidelijk hoe vaak de vaccinatie bij volwassenen herhaald moet worden. Viergever: “Er is geen helder criterium op basis waarvan we kunnen bepalen wanneer een herhaalprik nodig is.”
Bezwaren en verantwoordelijkheden
Sommige werknemers zouden kunnen twijfelen aan de noodzaak van de vaccinatie, vooral als ze denken dat het hen persoonlijk niet voldoende beschermt. Viergever erkent deze mogelijke bezwaren, maar benadrukt dat het hier gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid. “Het gaat niet alleen om zelfbescherming, maar vooral om het beschermen van baby’s. Door je te laten vaccineren, voorkom je dat je kinkhoest doorgeeft aan deze kwetsbare groep.”
De aanbeveling van de Gezondheidsraad heeft vooral een morele lading: het welzijn van pasgeborenen ligt in handen van de professionals die hen verzorgen, en het aanbieden van de kinkhoestvaccinatie zou daarbij een logische stap zijn. Toch blijft het afwachten hoeveel werkgevers het advies daadwerkelijk zullen overnemen.