Minister Bruins van onderwijs, cultuur en wetenschap, gaat het wetsvoorstel over het verminderen van internationale studenten van zijn voorganger Dijkgraaf doorzetten. Daarbij heeft hij strengere criteria toegevoegd, zoals het maximum van 30% niet-Nederlandstalige opleidingen. Ook moet in Nederlandstalige opleidingen minstens 60% van het curriculum in het Nederlands zijn. Universiteit Maastricht (UM) heeft haar alarmklokken geluid over deze mogelijke maatregelen, maar specifieke problemen kunnen ze niet benoemen.
Uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen in het wetsvoorstel. Zo wordt er rekening gehouden met omstandigheden zoals krimp- en grensregio’s of sectors waar een tekort aan mensen op de arbeidsmarkt is. Hierbij zouden Engelstalige opleidingen, met toestemming van een commissie, alsnog mogen blijven. UM vindt deze uitzonderingen niet genoeg en heeft gevraagd om te spreken met Minister Bruins. “Internationalisering is voor een regio als Limburg geen probleem, maar juist een oplossing,” aldus UM-woordvoerder Drs. Koen Augustijn. Hij beweert dat het enige urgente probleem in de regio vergrijzing is. Daar moeten internationale studenten ook een oplossing voor zijn. Zij moeten het banentekort vullen, maar de algemene bachelors of masters student bij UM gaat de meest cruciale banen niet vullen. Zuid-Limburg heeft juist mensen nodig die als individuele zorghulp, monteur ofvrachtwagenchauffer willen werken.
Data
UM-woordvoerder Drs. Koen Augustijn claimt ook dat hun opleidingen niet kunnen bestaan zonder de internationale studenten. Nuffic zegt dat in 2023 60% van de studenten bij UM internationale studenten waren. Dit zijn 13 duizend studenten. Internationale studenten hoeven niet weg te gaan. 30% van de opleidingen op UM mogen nog Engelstalig zijn en veel UM-opleidingen vallen onder uitzonderingen. Ook zouden ze Nederlands kunnen leren. Ondanks dat het aantal internationale studenten van 3,6 duizend in 2006 naar 13 duizend in 2023 is gegaan, is het aantal Nederlandse studenten ongeveer hetzelfde gebleven. In 17 jaar zijn ze van 7,8 duizend in 2006 naar 8,8 duizend in 2003 gegaan.
Internationaal
Ook zijn beide de opleidingen en hun personeel voornamelijk Engelstalig. Minister Bruins’ maximum van 30% niet-Nederlandtalige opleidingen is hierbij het grootste probleem voor UM, die wel minstens 73 van de 86 mogelijke Bachelors en Masters opleidingen in het Engels biedt. Hierin geld veelal hetzelfde: als de opleiding geen verbinding heeft aan de Engelse taal of internationale connecties nodig heeft, moet het in het Nederlands worden aangeboden. Dat betekent dat zonder enige uitzonderingen, ze maar 26 opleidingen in het Engels zouden mogen bieden. De belangrijkste uitzonderingen voor UM zijn de internationale uniekheid en positie. Er kan beroep worden gedaan op uniekheid, als dit de enige opleiding is die dit onderwerp biedt. Dan is de anderstaligheid nodig om dat vak in Nederland te houden. De internationale positie is alleen toepasbaar als de andere taal een cruciaal deel is van de opleiding zoals International Business of European Studies.
Effect
Ondanks de vele uitzonderingen heeft UM een probleem met het wetsvoorstel. Ze zijn bang om veel van hun studenten te verliezen, maar dit is alleen in de ernstigste, strengste situatie van regelingen. Minister Bruins heeft aangegeven dat hij wel degelijk uitzonderingen maakt, maar het wetsvoorstel wel nog effect moet hebben op opleidingen. Limburg heeft meer verleden en connectie met buurlanden België en Duitsland, dan met hun eigen land, dus de uitzonderingen zijn zeker nodig. Alsnog moet er ergens een grens getrokken worden en is een internationale-studentenpercentage van 60% dubbel de standaard van het land. Dit neemt veel weg van de kansen die juist naar Nederlandse studenten hadden kunnen gaan.