“Ik ben boos, gefrustreerd, ik ben altijd goed geweest”, zweert de 37-jarige Maarten D. uit Veghel vandaag. Volgens de aanklacht zou hij zijn toenmalige partner mishandeld hebben door haar hand om te draaien en haar in het gezicht te slaan. Wat uiteindelijk uitliep op een bloedende onderlip bij zijn echtgenote. Hij ontkent echter: “Ik ben neergezet voor iets wat ik niet heb gedaan.”
In zijn verdediging benadrukt de Veghelaar dat hij en zijn partner in een verhitte discussie waren verwikkeld over de aandacht die zij aan haar telefoon besteedde. “Ik wilde met haar praten, maar zij negeerde me compleet.” Hij vermoedde dat ze in contact stond met een andere man, wat zijn wantrouwen en frustratie verder aanwakkerde. Hij probeerde de telefoon uit haar handen te pakken en er ontstond een worsteling.* Hij ontkent met klem dat hij haar bewust had geslagen en beweert dat het bloeden een gevolg was van een ongelukje, dat later werd uitvergroot.
Tegenstrijdige verhalen
Maarten D. geeft aan dat de lipbloeding door andere factoren kon zijn veroorzaakt, zoals de koude weersomstandigheden of een bestaande koortslip. “Ze heeft altijd snel koortslippen en met het koude weer kan dat snel gaan,” verklaarde hij. Bovendien uit hij de gedachte dat zijn partner wellicht zelf iets had gedaan om de schade ernstiger te laten lijken.
Zijn ex-partner schetste echter een heel ander beeld. Zij verklaarde dat haar echtgenoot haar telefoon niet kon pakken en haar daaropvolgend tweemaal met zijn vuisten in het gezicht sloeg, waarbij haar onderlip werd geraakt. Ook zou hij haar hand hebben omgedraaid. Ze verklaarde ook dat het niet de eerste keer was dat ze met geweld binnen hun relatie te maken kreeg. “In 2015 is hij ook aangehouden wegens mishandeling.”
De Officier van Justitie stelt dat de verklaringen en foto’s van het letsel overtuigend bewijs zijn van opzettelijke mishandeling. Zij vindt de verklaringen van de verdachte niet aannemelijk en concludeert dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Ze eist een taakstraf van zestig uur, waarvan twintig uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, plus een schadevergoeding van vierhonderd euro voor immateriële schade.
Gezin geruïneerd
Zijn advocaat betwist de beschuldiging. Zij benadrukt dat het letsel aan de lip niet overeenkomt met een vuistslag en dat er, indien er echt sprake was geweest van geweld, veel meer zichtbaar letsel zou moeten zijn. Bovendien wijst ze op de bestaande paniek- en angststoornissen van de aangeefster, wat haar perceptie van het incident zou kunnen hebben beïnvloed. Ze verzoekt dan ook om vrijspraak. “Ze kan heel goed op haar lip hebben gebeten door de droogte die bij haar angststoornissen voorkomt,” suggereerde de verdediging.
In de verklaring van de verdachte geeft hij aan dat de beschuldigingen hem zwaar vallen en dat hij zich gebroken voelt door de situatie. Hij woont momenteel bij zijn ouders in Schijndel omdat hun gezamenlijke woning aan zijn ex-partner is toegewezen. Het conflict en de bijbehorende contactbeperkingen hebben hem ook gescheiden gehouden van zijn kinderen, wat hij als ondraaglijk ervaart. “Mijn hele gezin is geruïneerd door deze beschuldigingen,” verklaarde hij met zichtbaar ongemak. “Als er een taakstraf komt, wil ik niets meer met haar te maken hebben. “Ik vind dit absurd, echt niet normaal gewoon.”
De rechter zal over veertien dagen uitspraak doen.