Home Blog Pagina 34

Rwanda getroffen door marburgvirus: Nederland alert

0

In Rwanda zijn zes personen overleden door het zeldzame marburgvirus. Zo’n twintig anderen zijn tot nu toe besmet geraakt sinds de uitbraak en ruim 160 mensen worden in de gaten gehouden, meldt de minister van Volksgezondheid.

Het marburgvirus is een zeer besmettelijk en dodelijk virus dat wordt overgedragen op mensen door besmette vleermuizen. Harold Wychgel, werkzaam bij infectieziektebestrijding bij het RIVM, zegt dat we ons vooralsnog geen zorgen hoeven te maken in Nederland: “Het is niet realistisch dat het deze kant op komt. Ebola is ook niet deze kant op gekomen, maar zeg nooit nooit.”

Wat is het marburgvirus?

Het virus is te vergelijken met ebola en de kans op overlijden is bijna 90 procent. De klachten die erbij komen kijken, zijn hoofdpijn, koorts, overgeven, spierpijn en buikpijn. Later komen er hevige bloedingen bij kijken en vallen de organen uit. Er is nog geen vaccin tegen het virus.

EPA/ISAAC KASAMANI

Tot nu toe is nog niet bekend of er Nederlanders zich in het gebied bevinden, maar mocht dit zo zijn, dan krijgt het RIVM het te horen. Als iemand uit dit gebied terugkomt met soortgelijke klachten, dan wordt de persoon in isolatie gezet en de omgeving volledig gemonitord.

NOS meldt dat de meeste slachtoffers in Rwanda zorgmedewerkers zijn. De bron van de besmetting is nog niet gevonden. In alle zorginstellingen worden voorzorgsmaatregelen getroffen. De WHO zit er bovenop in de hoop om verdere uitbraak te voorkomen. “Wij kunnen als Nederland nu niet zoveel doen om te helpen, behalve alert zijn,” aldus Wychgel.

Nederlander in 2008 besmet met virus

In juli 2008 is er een Nederlandse vrouw besmet geraakt met het virus na een vakantie in Oeganda. Volgens Wychgel was de vrouw besmet geraakt in een grot toen ze vleermuizen fotografeerde. Enkele dagen na haar terugkomst in Nederland kreeg de vrouw klachten, en is ze opgenomen in het ziekenhuis, waar ze vijf dagen later is overleden. Haar omgeving was in quarantaine geplaatst om verdere besmetting te voorkomen.  

Bestuursjaar onder druk door langstudeerboete, toch zien ze geen gevaar: ‘’Studentenverenigingen hebben iets tijdloos’’

0

Bestuurslid zijn bij een studentenvereniging is tijdrovend. Met de langstudeerboete in het vooruitzicht twijfelen studentenverenigingen over de aantrekkelijkheid van een bestuursjaar, omdat je naast je studie veel andere taken hebt. Een studievertraging is hierbij dus niet ondenkbaar: ‘’Je hebt een hele takenlijst die je uit moet voeren en je kan niet of nauwelijks bij colleges zijn’’, aldus Mayumi van Tillo, bestuurslid bij studentenvereniging St. Olof in Tilburg.

Als je in het bestuur zit bij een studentenvereniging doe je een stuk meer dan alleen maar bier drinken, je houdt controle over de financiële situatie en je coördineert het organiseren van activiteiten. Mayumi snapt dat het voor nieuwe leden een dilemma kan zijn om je toch aan te sluiten bij een studentenvereniging, je risico op een studievertraging wordt groter: ‘’Als ik mezelf een paar jaar terug in de tijd zou zetten dan zou ik misschien denken: ik ga helemaal niet bij een vereniging of ik haal eerst mijn propedeuse’’. Ze denken na over ideeën om toch leden te werven, maar:‘’Tegen een langstudeerboete van 3000 euro kan je als studentenvereniging niet op, behalve enige studiehulp bieden’’, vertelt Mayumi. Bij de vereniging kan je 80% korting krijgen op bijles, maar is dit genoeg motivatie voor leden om toch het bestuur in te gaan?

Voor internationale studentenvereniging ESN werkt het net een beetje anders: het bestuur krijgt hun studiegeld vergoed. Ondanks dit zullen de studenten bij ESN ook voor een dilemma komen te staan. ‘’Dit is mijn fulltime baan’’, aldus Nina Graczyk, vicepresident van internationale studentenvereniging ESN Tilburg . Alle tijd gaat dus in studeren en het bestuursleven, Nina is druk met activiteiten coördineren zodat ze bijvoorbeeld nieuwe mensen kunnen werven. Voor Nina ging het leiderschap haar makkelijk af, maar haar vrienden hebben er meer moeite mee. ‘’Voor hen is het moeilijk om school en bestuur te combineren en hierbij zie je dat sommigen een studievertraging oplopen.’’

Toch denkt Mayumi dat de langstudeerboete niet het einde betekent voor de studentenverenigingen: ‘’Studentenverenigingen hebben iets tijdloos’’, zegt Mayumi. Dit omdat er ook veel voordelen zitten aan het lid zijn van een studentenvereniging, zo heeft een bestuursjaar verschillende voordelen zoals het ontwikkelen van leiderschap, het verbeteren van communicatieve vaardigheden en je sociale en internationale kennis verbeteren. Ze ziet de studentenverenigingen daarom niet snel verdwijnen en denkt dat er altijd nog animo zal blijven voor het bestuursleven. De langstudeerboete kan in de toekomst eventueel complicaties met zich meebrengen, maar Mayumi hoopt dat de voordelen genoeg opwegen tegen de langstudeerboete.

Vrouwen wereldkeuken koken voor de week van de eenzaamheid

Maandag gaat de week van de eenzaamheid van start. De vrouwen van de Gemertse stichting Sistermoed gaan in het teken van deze week soep maken voor de bewoners van woon-zorglocatie Ruijschenbergh. “Wij willen graag wat doen voor de eenzame ouderen,” zegt Zual van Sistermoed.

Zual 

De 54-jarige Zual is vijf jaar geleden met haar man vanuit Turkije naar Nederland gevlucht. Dit kwam vanwege de politieke standpunten van het stel. Zij kunnen niet leven in een land waar Erdoğan de baas is. “Mijn man heeft hierdoor voordat wij gevlucht zijn ook één jaar in de gevangenis gezeten.”

Zij zijn mede verantwoordelijk voor de oprichting van Sistermoed en staken vooral veel liefde in de tuin. Zual’s man heeft recentelijk een hersenbloeding gehad en zit nu in een rolstoel, maar hij geeft zijn vrouw met liefde aanwijzingen in de wereldtuin. 

Zual is ook erg actief binnen de stichting met het bedenken van activiteiten. “Toen ik las dat de week van de eenzaamheid eraan kwam, wilde Safinaz en ik wat doen. Wij gaan honderd koppen soep koken voor de ouderen. Ze krijgen er ook een zonnebloem en een handgeschreven kaartje bij, zodat we ze op deze manier even in het zonnetje kunnen zetten.”

Sistermood thee drinken naast de Wereldtuin
Sistermood thee drinken naast de Wereldtuin

Effect

Binnen Sistermoed zijn in de afgelopen jaren serieuze banden ontstaan, bij sommige net alsof het zussen zijn. “Iedereen knuffelt met elkaar, geeft complimentjes en wil leren van elkaar,” zegt de Bosnische Dana die al 31 jaar in Nederland woont.”

Dana en de Nederlandse Angela zijn het er over eens dat Sistermoed laat zien dat vluchtelingen meer zijn dan wat sommige mensen en de media doen denken. Zij leren veel van Nederland, maar wij kunnen ook erg veel van hun leren. Twee maandagavonden in de maand koken de vrouwen van Sistermoed voor gasten in de Wereldkeuken. Zij komen op twee woensdagochtenden samen om thee te drinken en met elkaar te zijn.

Groei

De Nederlandse Thea is er ook sinds het begin bij en merkt veel groei bij haar buitenlandse sisters. “Je ziet hoe leergierig ze zijn! In het begin moest je met ‘tok tok’ geluiden kip omschrijven tijdens het koken, en nu, een paar jaar later, raak je niet met elkaar uitgepraat”. 

Veel buitenlandse vrouwen die naar Nederland verhuizen hebben moeite met het leren van de Nederlandse taal. Het contact leggen met mensen kan dan ook moeilijk zijn. Sistermoed heeft veel van deze vrouwen een eigen plekje gegeven om de taal te leren, maar vooral om even lekker zichzelf te kunnen zijn. 

De vrouwen van Sistermoed

Sistermoed bestaat nu uit 96 vrouwen, maar dit aantal groeit bijna elke week. Zij komen van over de hele wereld. Er zijn 25 verschillende nationaliteiten. Onder de 25 nationaliteiten zitten bijvoorbeeld Afghaanse, Tanzaniaanse, Amerikaanse, maar ook een aantal Nederlandse vrouwen. Iedere vrouw heeft een eigen verhaal en reden waarom zij naar Nederland zijn verhuisd. De één moest vluchten vanwege politieke meningen, de ander vanwege conflicten in de regio of is gekomen voor de liefde. 

Steeds meer jongeren naar musea: “Maar ik ga toch liever naar de film”  

Laatst zijn de nieuwe ‘Museumcijfers’ gepubliceerd. Daaruit blijkt dat het goed gaat met Nederlandse musea, vooral onder jongeren. In totaal zijn er 30,9 miljoen museumbezoeken afgelegd. 20% van de bezoekers waren 18 of jonger. Dit is goed nieuws voor initiatieven die jongeren naar de musea willen halen, zoals TakepArt. “Het is belangrijk dat nieuwe generaties leren over geschiedenis, ook kunstgeschiedenis.” zegt Fé van Heusden, deelnemer van het initiatief.

 Goede cijfers na corona

Hoewel musea een flinke klap kregen na corona, is het aantal jongere bezoekers vanaf 2019 tot 2023 met een half miljoen gestegen. Schoolexcursies zijn hier niet bij opgeteld. Musea proberen al langer jongeren te trekken. Musea zijn namelijk vaak het populairst bij ouderen, de op een na grootste groep museumkaarthouders is dan ook 65+. Het aantal museumkaarthouders stijgt wel onder de leeftijdsgroep 19-35.  

 Acties voor jongeren

Er zijn veel initiatieven om nog meer jongeren geïnteresseerd te krijgen in kunst. Zo ook TakepART, een Dordtse organisatie dóór jongeren vóór jongeren, die samenwerkt met het Dordrechts Museum. Fé van Heusden (18) is een van de deelnemers van TakepART. “Om nog meer jongeren te bereiken deden we veel op sociale media, vooral Instagram en TikTok. Ook is er een speciale audiotour gericht op jongeren en hangen er grappige ‘meme’ stickers naast de schilderijen.” De organisatie houdt zich elk jaar ook bezig met evenementen in het museum, zoals ‘Art After Dark’, waarbij je ‘s avonds het museum kan bezoeken. Zij merken ook dat er meer jongeren het museum bezoeken, maar dat de opkomst vergeleken met andere groepen in de samenleving nog steeds karig is.  

Nog niet klaar 

Hoewel het aantal jongeren dat musea bezoekt nu stijgt, is het nog niet op het gewenste niveau. In een onderzoek van BinnenBijMusea benoemen jongeren liever andere activiteiten te doen. Zoals naar de bioscoop of een speelhal gaan. Zo zegt Fé zelf ook liever naar de film te gaan. “Ik heb ook niet veel vrienden die geïnteresseerd zijn in kunst. Daarom ga ik er buiten TakepART bijna nooit heen.” De initiatieven van musea, waaronder TakepART, zijn dus nog lang niet klaar.

Open dag op het AZC: een warme ontmoeting van culturen

0

Dit weekend scheen de zon helder boven het azc (asielzoekerscentrum) in Oisterwijk. De poorten staan wijd open en er hangt een levendige, haast feestelijke sfeer in de lucht. Ballonnen wiegen zachtjes heen en weer in de wind, kinderen lachen terwijl ze rondrennen en de geur van versgebakken falafel en zoete baklava vult de lucht. Het is Open Dag, en het centrum is vandaag niet slechts een plek achter hoge hekken en gesloten deuren. Het is een ruimte van ontmoeting geworden, waar nieuwsgierige buren en geïnteresseerden een blik kunnen werpen in een wereld die vaak verborgen blijft.

Bij binnenkomst worden de bezoekers vriendelijk ontvangen door medewerkers van het azc. Naast de ingang staat een grote tafel vol kleurrijke gerechten: hummus, pita’s, verschillende soorten rijst en exotische hapjes, allemaal bereid door de bewoners zelf. Aan een van de tafels zit Sara, een vrijwilligster die al jaren actief is bij het azc. Ze lacht breed terwijl ze een bordje met Syrische zoetigheden aanbiedt aan een jonge moeder met haar zoontje aan de hand.

“Deze dag is zo belangrijk,” zegt Sara terwijl ze om zich heen kijkt. “Veel mensen weten niet precies wat hier allemaal gebeurt, en vandaag kunnen we dat laten zien. Het gaat niet alleen om de praktische zaken, maar ook om de verhalen van de mensen hier, hun achtergrond, hun dromen en angsten. We willen graag de kloof tussen de bewoners en de buitenwereld verkleinen. De bewoners zijn geen cijfers, het zijn mensen met een verhaal.”

Sara wijst naar een groep bewoners die gezellig staan te praten met een paar buurtbewoners. “Kijk, daar begint het al,” zegt ze met een glinstering in haar ogen. “Ze maken verbinding. Dat is het doel.”

Nieuwsgierigheid en openheid

Onder de bezoekers is ook Mark, een man van middelbare leeftijd, die zichtbaar geïnteresseerd de rondleiding volgt. Hij knikt terwijl een medewerkster vertelt over de dagelijkse routines en activiteiten op het azc, zoals taallessen, sportprogramma’s en kinderactiviteiten. “Ik had eerlijk gezegd nooit echt stilgestaan bij wat er allemaal achter die hekken gebeurt,” geeft hij toe. “Je hoort zoveel in het nieuws, maar dat is vaak negatief. Vandaag zie ik dat er hier zoveel meer gebeurt dan ik had verwacht. Het is eigenlijk een kleine gemeenschap, met zijn eigen uitdagingen, maar ook met zoveel hoop.”

Mark blijft even stilstaan bij een informatiebord waar foto’s hangen van bewoners tijdens verschillende activiteiten. “Wat me vooral opvalt, is de veerkracht van de mensen hier,” zegt hij na een moment van stilte. “Ze hebben vaak veel meegemaakt, maar toch zie je ze lachen, zie je kinderen spelen. Het is mooi om te zien hoe mensen uit zoveel verschillende landen hier samen een nieuwe start proberen te maken.

Verbondenheid in eenvoud

Terwijl de middag vordert, klinkt er muziek vanaf een klein podium in de hoek van het terrein. Een groep bewoners speelt traditionele muziek uit hun thuisland. Bezoekers klappen mee op het ritme en sommige kinderen dansen op het gras. De sfeer is warm, bijna familiair, alsof iedereen elkaar al veel langer kent dan enkel deze dag.

Wat deze dag vooral bijzonder maakt, is de eenvoud waarmee verbinding wordt gelegd. Een glimlach, een gedeeld gerecht, een vriendelijk gesprek – het zijn kleine gebaren die vandaag laten zien dat verschillen in afkomst, taal en cultuur niet onoverbrugbaar zijn. Ze worden juist gevierd. Het voelt alsof er vandaag een stukje onzichtbare muur is afgebroken tussen het azc en de buitenwereld.

Samen vooruit

Aan het einde van de dag druipen de bezoekers langzaam af. Kinderen zwaaien nog een laatste keer naar hun nieuwe speelkameraadjes, terwijl de bewoners tevreden napraten onder de laatste zonnestralen van de dag. De open dag is een succes gebleken. Niet alleen omdat zoveel mensen een kijkje zijn komen nemen, maar vooral omdat er verbinding is ontstaan. Zoals Sara het verwoordt: “We hebben allemaal iets te bieden, en als we openstaan voor elkaar, kan er zoveel moois ontstaan.”

Met een hoofd vol nieuwe indrukken en een hart vol verhalen verlaat Mark het terrein. “Ik kom zeker nog een keer terug,” zegt hij vastberaden. “Dit is de plek waar echte ontmoetingen plaatsvinden, en dat is misschien wel het belangrijkste van alles.”

Week tegen Pesten: Hebben kinderen er iets aan?

Op het Maurick College in Vught is de Week Tegen Pesten in volle actie. Stichting School & Veiligheid verstuurt ideeën en suggesties naar de school om de Week van Pesten goed over te brengen bij leerlingen. Maar leerlingen krijgen dit niet altijd goed mee.

School

“Helaas zie ik bij ons op school wel dat leerlingen een week tegen pesten niet echt serieus nemen, ze vinden het toch een beetje onzin of doen er lacherig over”, vertelt Danny Vermeer, docente op het Maurick College. De Week Tegen Pesten is bedoeld om docenten te helpen bij het overbrengen van informatie over pesten. Wat de docenten er zelf mee doen is hun verantwoordelijkheid vertelt Danny verder. “Zelf ben ik mentor van een vwo-5 klas dus die zijn beter aanspreekbaar gelukkig.”

Bewustzijn

“Ik weet niet precies waarom middelbare scholieren niet de week tegen pesten heel serieus nemen”, verteld Bianca van Keulen, sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij Reinier van Arkel. Toch kan ze het zich wel voorstellen vanuit hun perspectief. “Mogelijk zijn kinderen niet bewust van de gevolgen van pesten, onderschatten ze de ernst van pesten, of beschouwen ze het als een tijdelijk probleem dat hen niet direct raakt.”

Pesten

Bianca vertelt dat kinderen elkaar om verschillende redenen pesten. Zo draagt sociale status bij, gedrag imiteren die ze ergens anders zien of eigen onzekerheden die ze op andere kinderen projecteren. “Bij pesten zien we vaak dat het gaat om machtsverhouding en sociale dynamiek, waarbij pestgedrag vaak voortkomt uit het verlangen naar controle of dominantie over anderen”. Pesten kan ook op latere leeftijd flink wat gevolgen opleveren. Voorbeelden hiervan zijn emotionele instabiliteit, problemen met relaties en zelfs complexe posttraumatische-stressstooris (CPTSS).

Week Tegen Pesten

Bianca denkt dat de Week Tegen Pesten wel nut heeft voor het creëren van bewustwording. “Veelal praten kinderen die gepest worden niet over het feit dat ze gepest worden, uit angst dat ze nog meer gemarginaliseerd raken. Ook op scholen die denken dat er een goed beleid is tegen pesten, wordt er vaak meer gepest dan dat bekend is.” Daarnaast vertelt ze ook dat veel pesten buiten het zicht van leraren plaats vindt. Uit verschillende studies, zoals het HBSC-onderzoek (Health Behaviour in School-Aged Children), hebben aangetoond dat pestgedrag vaak voorkomt op scholen die zichzelf als “veilig” beschouwen. “Dit gebeurt deels omdat pestgedrag zich kan verschuiven naar meer subtiele vormen zoals uitsluiting of cyberpesten, die helaas moeilijker op te merken zijn dan fysieke pesterijen”.

Veel veranderingen in 100 jaar kinderpostzegels, al is niet iedereen er blij mee: “Ik vind het niks dat het allemaal zo moeilijk wordt gemaakt.”

0

EINDHOVEN- “Wij doen met onze klas mee aan de kinderpostzegelactie. Wilt u ook iets kopen?” een zin die u deze week vast nog vaker gaat horen, want kinderen van verschillende basisscholen in Nederland trekken deze week weer massaal langs de deuren om kinderpostzegels te verkopen. Dit jaar is het extra bijzonder: de kinderpostzegelactie bestaat 100 jaar en er is genoeg veranderd in die tijd. 

Vriendinnen Sophie en Juno zitten in groep 7 van basisschool de Floralaan en doen dit jaar mee aan de kinderpostzegelactie. Het is vrijdagmiddag en het duo wil langs de deuren. Er is regen voorspeld, maar dat mag de pret niet drukken. Gewapend met een paraplu en een map met alle benodigdheden rennen ze naar de eerste deur, kibbelend wie als eerste mag aanbellen. Het enthousiasme om langs de deuren te gaan is er in de jaren niet minder op geworden, al is er zeker wat veranderd. 

Buurtbewoner Annique weet nog goed hoe zij vroeger langs de deuren ging. “Eerst ging je langs de deuren om postzegels te verkopen. Het opgehaalde geld ging dan in een envelop en een paar weken later moesten alle bestelde kaarten weer langs de deuren gebracht worden. Soms zeiden mensen dat had ik niet besteld. Je moest het erg goed bijhouden” Tegenwoordig kan je een QR-code scannen en via je telefoon betalen. Ook worden de producten gewoon opgestuurd. 

De meiden wandelen door en de deurposten in de wijk zijn al gauw allemaal versierd met het oranje stickertje van de postzegelactie, zelfs de huizen met een bordje ‘geen verkoop of collectes’. Bijna iedereen betaalt via de telefoon: “Ik vind het fijner dat ze het nu online doen, het is een stuk makkelijker.” Laat een buurtbewoner weten. Toch wordt modernisering van de betaalwijze niet bij iedereen met open armen ontvangen. Buurman Frans Custers koopt elk jaar Kinderpostzegels, maar schrok toch even toen Sophie vroeg of hij de QR code wilde scannen. “Ik ben digibeet, dus dat kan ik niet en dat is jammer, want ik vind het een mooie actie.” Gelukkig kan je nog steeds op papier betalen. Ook zijn 85-jarige buurvrouw vindt het maar ingewikkeld: “Ik laat mijn jongens het wel doen online.”

Niet alleen de betaalwijze is de laatste jaren veranderd, ook het assortiment is een stuk verder uitgebreid. Juno laat de achterkant van haar map zien. Dit kan je allemaal kopen: kaarten met of zonder postzegels, pleisters, een tas of 2 velletjes postzegels. Als je niks wil kopen is er ook nog de mogelijkheid om een donatie te doen. Tot 1994 werden er alleen postzegels verkocht. Tegenwoordig kun je een postzegel versturen met videoboodschap en is er een app waarop de kinderen een spel kunnen spelen voor extra punten.

De vriendinnen zijn naast elkaar op de bank geploft en spelen om de beurt de game. Sophie speelt het level uit, wat weer punten oplevert. Dit alles draagt bij aan de motivatie van de leerlingen, want hoewel het goede doel nog steeds belangrijk is, worden ze nu extra aangemoedigd door de schoolreis die ze kunnen winnen. “We hebben als klas al 3000 euro opgehaald” roept Sophie duidelijk gemotiveerd door de competitie.

Alles uit de kast: tóch feest in Rotterdam

Deze week staat Rotterdam in het teken van pride. Een kleurrijk evenement dat diversiteit en inclusie viert, maar even leek het erop dat het hele feest niet door zou gaan…

Apothekersassistenten willen beter cao

0

Moest je twee weken geleden nog maar afwachten of je met de trein naar je werk kon, deze week was het voor mensen in Den Haag maar de vraag of je je medicijnen kon ophalen. Want apothekersassistenten in die regio legden hun werk neer.

Limburgse ziekenhuisalliantie diep ontevreden over uitspraken Agema: ‘Dit viel echt tegen’

Twee bussen vol met bewoners uit Heerlen en omgeving reisden gisteren naar Den Haag toe, om actie te voeren en een debat bij te wonen over de toekomst van het Zuyderland Medisch Centrum. Fleur Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, stak in dat debat deze Heerlenaren echter geen hart onder de riem: “Ik ga niet over het aanbod van de ziekenhuizen”.

Teleurstelling, frustratie, maar ook vastberadenheid zijn allemaal te horen in de stem van Theo de Groot, kartrekker van De Ziekenhuisalliantie en fractievoorzitter van de lokale Ouderenpartij. “Ze blijft zich net als haar voorgangers verschuilen achter het feit dat zij daar niet over gaat, maar dat wisten we al. Wat er nu aan haar wordt gevraagd, is om aan te geven dat ze in het gesprek tussen CZ en Zuyderland, zaken voor elkaar kan krijgen. En daar blijft ze heel magertjes in tijdens haar reactie.”

Een gebroken verkiezingsbelofte
Dat haar partijleider Geert Wilders tijdens de verkiezingen in 2023 in een SBS-6 debat aan de Heerlenaren beloofde dat geen van de medische afdelingen uit hun ziekenhuis zouden verdwijnen, strooit extra zout op de wond. “U moet die zorg krijgen. We hebben een ereschuld aan mensen zoals u”, vertelde hij toenmalig aan het publiek.

De realiteit blijkt anders. De vice-premier zegt dat de toestand van het Heerlense ziekenhuis haar aan het hart gaat, maar daar heeft de gemeente volgens De Groot helemaal niks aan. “Zuyderland staat dadelijk op het punt om acties te ondernemen richting nieuwbouw die dadelijk onomkeerbaar zijn. Dus er moet nú echt maatwerk worden geleverd.” Op de vraag of de kwestie van Zuyderland mevrouw Agema echt bezig lijkt te houden, wordt duidelijk geantwoord: “Ze geeft niet de indruk, laat ik het zo zeggen, dat ze er vol voor gaat.”

Demonstranten met spandoeken, net na het verlaten van de bus. Fotografie door David Fadaee Outan.

Doorpakken
De strijd voor de spoedafdeling, IC-afdeling en het geboortecentrum is echter nog niet volledig gestreden. “Wij blijven die druk optimaal opvoeren”, aldus De Groot. “Er zijn nog een paar andere moties ingediend. Je ziet hier en daar toch wel weer wat aanknopingspunten tussen de regels door van Fleur Agema. Ze zegt daar niet zoveel over, maar hier en daar zie je toch wel wat zaken, zoals rondom het personeel van het ziekenhuis. Maar wat voor ons echt belangrijk is, is onze mars richting het hoofdkantoor van CZ in Tilburg, op 18 oktober. Dat hebben we ook aangekondigd.”

Het zal dus nog even spannend kunnen worden.