Boekel. Een gemoedelijk dorpje zo’n 40 kilometer ten noorden van Eindhoven. Het heeft pak ‘m beet 11 duizend inwoners. Er zijn twee supermarkten en drie kroegen. In dit dorpje waar alles rustig zijn eigen gangetje gaat, is afgelopen week een moord gepleegd. Een vrouw stak haar eigen kinderen neer, en reed zichzelf vervolgens dood tegen een vrachtwagen. Een hartverscheurend verhaal, hoe gaan de inwoners van dit dorp hiermee om?
De 42-jarige vrouw van Poolse origine, bracht op 6 maart in haar huis op de Dotterbloem haar 12-jarige zoon Dawid om. Ook verwondde ze haar dochter. De 10-jarige Maja verkeert inmiddels buiten levensgevaar. Na haar kinderen neer te hebben gestoken beroofde de moeder zichzelf van het leven. Ze reed in Wilbertoord tegen de vrachtwagen van chauffeur André Wierikx. Tegen het Brabants Dagblad zei hij, “Wat een drama. Ik kreeg tranen in mijn ogen.” Ook op de gemeente Boekel maakte het indruk, “Het incident heeft een grote impact op onze gemeenschap.”
“Ze heeft de waarheid mee het graf in genomen.”
Dit bevestigt ook echtpaar Dirk en Marzena. Zij wonen al een jaar of tien in Boekel, Marzena is zelf van Poolse origine. “Voor de Poolse gemeenschap in Boekel was het wel echt aangrijpend. Het is voor ons moeilijk. Eigenlijk het eerste waar je aan denkt is, kennen we haar? Via via ben ik er wel achter gekomen wie het was. Mijn schoonzus kende haar, die hebben samen wel eens koffie gedronken, hun kinderen zaten bij elkaar in de klas. We konden echt niet geloven dat zij zoiets heeft gedaan. We hebben er ook wel echt een nacht van wakker gelegen.”
Haar man Dirk voegt hieraan toe, “Eerst heb je zoiets van, dit soort incidenten gebeuren overal wel eens. Maar dan komen er steeds meer details naar buiten. Toen hoorden we, het was op de Dotterbloem, hier slechts een minuut of vijf vandaan.” Marzena vervolgt, “In een dorp gaan dit soort dingen ook echt snel rond, ik merk dat als buitenlandse zelf ook. Terwijl niemand in deze situatie het échte verhaal weet. Iedereen koppelt zijn eigen perspectief eraan.”, “Ze heeft de waarheid mee het graf in genomen,” voegt Dirk toe.
Marzena kan zich ook wel verplaatsen in de vrouw. “Omdat ze buitenlandse was, en net verhuisd naar Boekel, kom je hier aan in een nieuwe omgeving. En ze had natuurlijk twee kindjes. Naar de buitenwereld wil je voor de kinderen ook doen alsof alles oké is. Als ze meer contacten had, hadden we wellicht wel kunnen helpen. Je vraagt je toch af of je niet iets had kunnen doen. Ik kan me heel goed inbeelden hoe moeilijk het is om hier te zijn als iemand die de taal niet spreekt en nog niet echt contacten heeft. Ik praat haar daad niet goed, maar hier moet iets achter hebben gezeten.”
Het koppel denkt momenteel vooral aan de overlevende Maja. “Hoe is haar toekomst? Hoe gaat het met haar vader. Wat voor soort gezin was het? Is ook die vader oké, en gaat het meisje daarheen? Krijgt zo’n meisje dadelijk wel genoeg liefde?”
“Toen besefte ik dat ik dat huis en die straat nooit meer hetzelfde kan zien.”
Ook de 12-jarige dorpsgenoot, Pim, houdt zich met de toekomst van Maja bezig. “Toen ik nieuws het hoorde was ik eerst in shock en moest ik het twee keer horen tot het binnenkwam, daarna ging ik gelijk denken over hoe de moord precies heeft plaatsgevonden. Toen dacht ik gelijk aan het meisje, nu nog steeds.”
“Ik zou wel het gezicht willen zien van die kinderen, zodat ik er een beeld bij kan vormen. Want nog niet eens een jaar geleden zat ik zelf nog op de basisschool waar de kinderen zaten.” Dawid zat op een middelbare school in Helmond, en Maja zit op Kindcentrum de Octopus waar ook Dawid heeft gezeten. “Dat is wel een raar idee. Ik heb ook dezelfde juffrouw gehad als het jongste meisje, toen ik in die groep zat.”
“Ik ben toen ik terugfietste van school, langs het huis gereden. Dat was de dag nadat het is gebeurd. Toen zag ik allemaal witte doeken, en een meneer in een wit pak, en met een echte nieuwscamera. En je kon ook niet door het straatje heen. Ik heb ook in het raam aan de achterkant van het huis gekeken, of ik nog iets verdachts kon zien. Toen besefte ik me dat ik dat huis en die straat nooit meer hetzelfde kan zien.”
“Ik vind het eigenlijk moeilijk dat ik me Dawid niet herinner, ik heb hem waarschijnlijk ooit gezien. Want we hebben tegelijkertijd op dezelfde school gezeten, we zijn namelijk even oud. Het was niet zijn keuze om dood te gaan. Waarschijnlijk heeft hij net als ik gepraat over hoe hij later vader wordt, en welk beroep hij wilde doen. Hij had gewoon een leuk leven kunnen hebben, net als ik. Ik kan me de situatie denk ik beter inbeelden vanuit de ogen van de kinderen. Omdat zij best veel op mij lijken.”
Bij het huis waar het zich heeft afgespeeld hebben de rouwende bewoners van Boekel bloemen, kaarsen en knuffels neergelegd. Als je goed kijkt spot je brieven en beterschapswensen voor Maja.
Ook op de basisschool waar zowel Maja als Dawid zijn opgegroeid, houden de kinderen en leerkrachten zich bezig met de zaak. De Octopus heeft een beterschapshoek gemaakt voor Maja. Het hoekje blijft voorlopig nog wel even. Er wordt ook met toeziend oog naar de kinderen gekeken. De ochtend na het incident kwam slachtofferhulp met de klasgenootjes van Maja praten. Ook was er in de raadszaal van Boekel op de avond van het incident een gesloten bijeenkomst voor direct betrokkenen en omwonenden.