Home Blog Pagina 73

Hoe een Brabants dorpje omgaat met een hartverscheurende moordzaak

Boekel. Een gemoedelijk dorpje zo’n 40 kilometer ten noorden van Eindhoven. Het heeft pak ‘m beet 11 duizend inwoners. Er zijn twee supermarkten en drie kroegen. In dit dorpje waar alles rustig zijn eigen gangetje gaat, is afgelopen week een moord gepleegd. Een vrouw stak haar eigen kinderen neer, en reed zichzelf vervolgens dood tegen een vrachtwagen. Een hartverscheurend verhaal, hoe gaan de inwoners van dit dorp hiermee om?

Het centrum van Boekel

De 42-jarige vrouw van Poolse origine, bracht op 6 maart in haar huis op de Dotterbloem haar 12-jarige zoon Dawid om. Ook verwondde ze haar dochter. De 10-jarige Maja verkeert inmiddels buiten levensgevaar. Na haar kinderen neer te hebben gestoken beroofde de moeder zichzelf van het leven. Ze reed in Wilbertoord tegen de vrachtwagen van chauffeur André Wierikx. Tegen het Brabants Dagblad zei hij, “Wat een drama. Ik kreeg tranen in mijn ogen.” Ook op de gemeente Boekel maakte het indruk, “Het incident heeft een grote impact op onze gemeenschap.”

“Ze heeft de waarheid mee het graf in genomen.”

Dit bevestigt ook echtpaar Dirk en Marzena. Zij wonen al een jaar of tien in Boekel, Marzena is zelf van Poolse origine. “Voor de Poolse gemeenschap in Boekel was het wel echt aangrijpend. Het is voor ons moeilijk. Eigenlijk het eerste waar je aan denkt is, kennen we haar? Via via ben ik er wel achter gekomen wie het was. Mijn schoonzus kende haar, die hebben samen wel eens koffie gedronken, hun kinderen zaten bij elkaar in de klas. We konden echt niet geloven dat zij zoiets heeft gedaan. We hebben er ook wel echt een nacht van wakker gelegen.”

Haar man Dirk voegt hieraan toe, “Eerst heb je zoiets van, dit soort incidenten gebeuren overal wel eens. Maar dan komen er steeds meer details naar buiten. Toen hoorden we, het was op de Dotterbloem, hier slechts een minuut of vijf vandaan.” Marzena vervolgt, “In een dorp gaan dit soort dingen ook echt snel rond, ik merk dat als buitenlandse zelf ook. Terwijl niemand in deze situatie het échte verhaal weet. Iedereen koppelt zijn eigen perspectief eraan.”, “Ze heeft de waarheid mee het graf in genomen,” voegt Dirk toe.

Marzena kan zich ook wel verplaatsen in de vrouw. “Omdat ze buitenlandse was, en net verhuisd naar Boekel, kom je hier aan in een nieuwe omgeving. En ze had natuurlijk twee kindjes. Naar de buitenwereld wil je voor de kinderen ook doen alsof alles oké is. Als ze meer contacten had, hadden we wellicht wel kunnen helpen. Je vraagt je toch af of je niet iets had kunnen doen. Ik kan me heel goed inbeelden hoe moeilijk het is om hier te zijn als iemand die de taal niet spreekt en nog niet echt contacten heeft. Ik praat haar daad niet goed, maar hier moet iets achter hebben gezeten.”

Het koppel denkt momenteel vooral aan de overlevende Maja. “Hoe is haar toekomst? Hoe gaat het met haar vader. Wat voor soort gezin was het? Is ook die vader oké, en gaat het meisje daarheen? Krijgt zo’n meisje dadelijk wel genoeg liefde?”

“Toen besefte ik dat ik dat huis en die straat nooit meer hetzelfde kan zien.”

Ook de 12-jarige dorpsgenoot, Pim, houdt zich met de toekomst van Maja bezig. “Toen ik nieuws het hoorde was ik eerst in shock en moest ik het twee keer horen tot het binnenkwam, daarna ging ik gelijk denken over hoe de moord precies heeft plaatsgevonden. Toen dacht ik gelijk aan het meisje, nu nog steeds.”

“Ik zou wel het gezicht willen zien van die kinderen, zodat ik er een beeld bij kan vormen. Want nog niet eens een jaar geleden zat ik zelf nog op de basisschool waar de kinderen zaten.” Dawid zat op een middelbare school in Helmond, en Maja zit op Kindcentrum de Octopus waar ook Dawid heeft gezeten. “Dat is wel een raar idee. Ik heb ook dezelfde juffrouw gehad als het jongste meisje, toen ik in die groep zat.”

“Ik ben toen ik terugfietste van school, langs het huis gereden. Dat was de dag nadat het is gebeurd. Toen zag ik allemaal witte doeken, en een meneer in een wit pak, en met een echte nieuwscamera. En je kon ook niet door het straatje heen. Ik heb ook in het raam aan de achterkant van het huis gekeken, of ik nog iets verdachts kon zien. Toen besefte ik me dat ik dat huis en die straat nooit meer hetzelfde kan zien.”

“Ik vind het eigenlijk moeilijk dat ik me Dawid niet herinner, ik heb hem waarschijnlijk ooit gezien. Want we hebben tegelijkertijd op dezelfde school gezeten, we zijn namelijk even oud. Het was niet zijn keuze om dood te gaan. Waarschijnlijk heeft hij net als ik gepraat over hoe hij later vader wordt, en welk beroep hij wilde doen. Hij had gewoon een leuk leven kunnen hebben, net als ik. Ik kan me de situatie denk ik beter inbeelden vanuit de ogen van de kinderen. Omdat zij best veel op mij lijken.”

Bij het huis waar het zich heeft afgespeeld hebben de rouwende bewoners van Boekel bloemen, kaarsen en knuffels neergelegd. Als je goed kijkt spot je brieven en beterschapswensen voor Maja.

Ook op de basisschool waar zowel Maja als Dawid zijn opgegroeid, houden de kinderen en leerkrachten zich bezig met de zaak. De Octopus heeft een beterschapshoek gemaakt voor Maja. Het hoekje blijft voorlopig nog wel even. Er wordt ook met toeziend oog naar de kinderen gekeken. De ochtend na het incident kwam slachtofferhulp met de klasgenootjes van Maja praten. Ook was er in de raadszaal van Boekel op de avond van het incident een gesloten bijeenkomst voor direct betrokkenen en omwonenden.

Het beterschapshoekje voor Maja, met een verwelkoming voor als ze weer terug zou komen

Beruchte hondenfokker uit Eersel krijgt eindelijk totaalverbod na jaren van misstanden 

Na jaren toezicht en herhaalde waarschuwingen heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) eindelijk een totaalverbod kunnen opleggen aan Jan Paridaans, de beruchte hondenfokker uit Eersel. De NVWA verklaart dat per 1 januari 2024 de Wet dierverwaarlozing en diermishandeling is aangescherpt. Hiermee krijgt de NVWA de mogelijkheid om in te grijpen op basis van dierenwelzijn en een totaalverbod op te leggen. 

Paridaans stond al langere tijd onder toezicht van de autoriteiten vanwege ernstige misstanden in zijn fokkerij, waaronder verwaarlozing en slechte omstandigheden voor de dieren. Bij recente inspecties werden geen honden meer aangetroffen, maar wel andere dieren zoals varkens, pony’s, ezels, konijnen, cavia’s en pluimvee. De dieren verkeerden nog steeds in slechte omstandigheden.  

Ondanks de eerdere ingrepen slaagde Paridaans erin om zijn praktijken voort te zetten. De NVWA legt uit dat het niet simpel is om honden in beslag te nemen. Er zijn strikte regels die ze moeten volgen, zodat onze acties standhouden voor de rechter. Hierdoor krijgt de eigenaar altijd de kans om problemen op te lossen. Ook is er vaak niet genoeg ruimte in opvangcentra voor alle dieren.  

Het totaalverbod op het houden van dieren is een mijlpaal in de strijd tegen dierenmishandeling en verwaarlozing. De NVWA benadrukte dat dit de eerste keer is dat zij deze maatregel hebben toegepast sinds de aanscherping van de wet. “Dit is een belangrijke stap voorwaarts,” vertelt de NVWA, “maar het benadrukt ook de noodzaak van strikte handhaving en voortdurende waakzaamheid om ervoor te zorgen dat dierenwelzijn ten alle tijde wordt gewaarborgd.” 

De NVWA verklaart dat ze ondanks het totaalverbod de situatie bij Paridaans nauwlettend blijven volgen, ook gezien de lange geschiedenis van misstanden bij zijn fokkerij. Zo willen ze voorkomen dat Paridaans zijn activiteiten kan voortzetten. 

Uitgelichte foto: ANP XTRA/Lex van Lieshout

Jason onthult met rapport misstanden binnen de gesloten jeugdzorg: ‘Er zijn veel jongeren getraumatiseerd, dat had niet gehoeven’

Geweld, vernedering, seksueel misbruik en extreem isolement. Dat zijn slechts enkele misstanden die vandaag de dag nog voorkomen in gesloten jeugdzorg afdeling ZIKOS, aldus ervaringsdeskundige Jason Bhugwandass. Dinsdag 12 maart presenteerde hij zijn rapport. Het rapport bestaat uit grondig onderzoek naar alle misstanden binnen ZIKOS en zou een keerpunt moeten zijn voor de Nederlandse jeugdzorg.

Het begon allemaal bij zijn eigen ervaringen. In 2015 heeft Jason zelf vier maanden op een ZIKOS (Zeer Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie) afdeling gezeten. De herinneringen aan extreem isolement waarin hij toen wel 20 tot 22 uur op een dag in zijn kamer zat, zijn hem tot op heden altijd bijgebleven. Deze ervaringen bleken herkenbaar te zijn voor vele andere jongeren, die ook in gesloten jeugdzorg hebben gezeten. Dit was voor Jason genoeg aanleiding om begin dit jaar zelfstandig een onderzoek te beginnen naar misstanden binnen de ZIKOS afdelingen. ‘’Mijn school heb ik nooit af kunnen maken. Ik heb dit rapport dan ook geschreven als afscheid van mijn schoolloopbaan. Dit is een beetje de diploma-uitreiking die ik nooit heb gehad.’’

In Nederland zitten op twee locaties ZIKOS afdelingen: in Harreveld en in Zetten. Deze afdelingen zijn bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar die kampen met gedragsproblemen en daar begeleiding bij nodig hebben.

Ervaringen van jongeren

Om echt inzicht te kunnen krijgen op de ervaringen van jongeren binnen ZIKOS, ging Jason in gesprek met 51 jongeren die in gesloten jeugdzorg hebben gezeten. ‘’Van de 51 jongeren was er maar 1 iemand die opperde tevreden te zijn geweest met zijn of haar plaatsing.’’

‘’Uit mijn onderzoek is gebleken dat het gemiddelde verblijf bij een ZIKOS afdeling 8 maanden was. Een zogenaamd kortdurende observatie zou echter maar 3 maanden betekenen. De kamers waar de jongeren in moesten slapen waren eigenlijk geen kamers te noemen, maar meer een cel. Bij Harreveld zit het meubilair vast aan de grond, en in Zetten kon je meubilair verdienen als je je dag opdrachten voldaan had. En nu we toch de vergelijking met een gevangenis aan het maken zijn: bij ZIKOS mochten jongeren maar 3 minuten per dag een frisse neus halen buiten. In een gevangenis krijg je een uur.’’ Verder was er volgens het rapport ook sprake van verwaarlozing van basale behoeften. ‘’Ik heb het hier over slapen, eten, toiletteren. Sommigen moesten slapen met het licht aan, kregen niet eens wat te eten voor het slapen gaan of moesten toestemming vragen om naar de wc te gaan. De wc’s werden soms zelfs op slot gezet.’’

In het rapport spreken de jongeren ook over grensoverschrijdend gedrag vanuit de groepsleiders. Er was sprake van beide psychisch en fysiek geweld. Jongeren werden uitgescholden, vernederd of gemanipuleerd. Er werd verteld dat ‘hun stoornissen niet echt waren’ of ‘dit het gevolg was van hun eigen gedrag.’ Hieruit blijkt dat de groepsleiders niet deskundig genoeg zijn om deze kwetsbare groep te begeleiden.

40% van de jongeren gaf aan slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld. Bij sommigen bestond dit uit seksueel getinte opmerkingen. Een deel werd in de afdeling zelfs verkracht. ‘’Opvallend is dat er maar 1 jongere was die aangaf dat er daadwerkelijk adequaat gereageerd werd op een melding van verkrachting. Het is dus niet alleen zo dat seksueel misbruik voorkomt, maar ook dat het op deze afdeling is gefaciliteerd en in stand is gehouden’’, aldus Jason.

Neveneffecten van ZIKOS

‘’Bijna alle jongeren vertellen dat ze tijdens, en of na hun plaatsing nog last hebben van bepaalde neveneffecten. Ze hebben trauma’s opgelopen: nachtmerries of angsten om opgesloten te worden. Ze hebben wantrouwen in hulpverlening of wantrouwen in het algemeen. Sommigen raakten zo gewend aan het systeem van ZIKOS, dat ze op een gegeven moment het niet eens meer gek vonden wat er gebeurde.’’

Jason vroeg aan deze 51 jongeren, wat volgens hen dan wel had geholpen om hun mentale gezondheid te vorderen. Verschillende antwoorden kwamen naar voren: ‘’Nabijheid, steun en gezinsondersteuning. Misschien een andere voorziening zoals een psychiatrie.’’ Veel jongeren misten het gevoel van begrip, en gaven aan dat ze meer vrijheid hadden gewild tijdens hun plaatsing. ‘’Open plekken en buitenlucht hadden daar zeker aan meegeholpen.’’ Maar het belangrijkste wat ze misten: ‘’Gewoon wat meer liefde.’’

Conclusie

Jason sluit zijn presentatie af met een reeks aanbevelingen voor alle belanghebbenden: ‘’Sluit de afdelingen permanent, zo bescherm je de jongeren én de werknemers.’’ Verder pleit hij dat meerdere instanties excuses verschuldigd zijn. Er moet betere research gedaan worden vanuit de jeugdbeschermers. De tolerantie van geweld moet stukken lager en signalen moeten serieuzer genomen worden. Het geld dat vrij zal komen bij sluiting van de afdelingen, kan stukken beter ingezet worden volgens Jason. ‘’Ga in gesprek met de jongeren en luister naar hun behoeftes. Besteed het geld aan passende hulp.’’

Uitgelichte foto: ANP/Remko de Waal

Bendegeweld Haïti staat symbool voor politiek wanbeleid en internationale bemoeienis

In korte tijd escaleerde het geweld van bendes in Haïti. Na een kleine twee weken van onrust maakte de president Ariel Henry bekend af te treden. Maar daar is de onrust niet gelijk mee over. Net als dat de escalatie niet van de ene op de andere dag plaatsvond.

Het bendegeweld in Haïti kwam in de wereld binnen toen op 3 maart één van de grootste gevangenissen werd bestormd. Daarbij kwamen duizenden gevangen vrij. De bendes in Haïti kwamen in opstand tegen de regering van president Ariel Henry, die maandag zijn vertrek aankondigde. Daarmee hebben de bendes hun doel bereikt. Hoe het nu verder gaat is afwachten. “Telkens weer is de gewone bevolking de dupe van de onrust”, zegt Marcel Catsburg. Catsburg woonde zelf vijf jaar in Haïti, werkte voor een hulporganisatie en volgt nog altijd het nieuws via onder andere lokale kranten. Volgens hem zat het geweld er al lange tijd aan te komen.

Disclaimer: Wij spraken Catsburg voordat bekend werd dat Henry af zou treden.

“Ik moest denken aan het Nederlandse gezegde ‘wie wind zaait, zal storm oogsten’. Nu is de storm losgebarsten. Het moest een keertje fout gaan“, vertelt hij. De zaadjes werden geplant door oud-presidenten. In juli 2021 kwam de groeispurt toen president Jovenel Moïse werd vermoord in zijn woning. Ariel Henry nam zijn taken over. “Je hebt een tijdelijke regering die geleid wordt door een soort interim minister-president. Met een regeringsploegje daar omheen. Er is verder geen parlement meer, geen enkele gekozen parlementariër.”

Moïse en zijn voorgangers gebruikten de bendes volgens Catsburg om critici de mond te snoeren. “Om de zin van politici door te drijven. Bijvoorbeeld door demonstranten die demonstreerden tegen de overheid een lesje te leren. Dus die bendes zijn op een gegeven moment eigenlijk gebruikt als een soort knokploegen van de regering.” Het legde de basis voor de huidige situatie in het land.

‘Papa Doc’

Het eerste kwartaal van 2024 is zodoende een nieuw hoofdstuk in de toch al zo rumoerige geschiedenis van Haïti. Het land in het Caribisch gebied is één van de armste op het westelijk halfrond en heeft in de afgelopen decennia op met name politiek vlak een zware tijd gekend. Vanaf 1957 werd Haïti bestuurd door de dictator François Duvalier, ook wel bekend als ‘Papa Doc’. Na zijn dood nam zijn zoon Jean-Claude Duvalier, ‘Baby Doc’, het stokje over. De leefomstandigheden en mensenrechten stonden zwaar onder druk, wat tot vele vluchtelingen leidde. Nadat de Verenigde Staten druk uitoefende, stond Jean-Claude de macht af en vluchtte hij naar Frankrijk.

In de jaren daarna namen meerdere hooggeplaatste legercommandanten de leiding, steevast afgezet door hun concurrenten. In 1990 braken grootschalige protesten uit en werden er verkiezingen uitgeschreven. De linkse priester Jean-Bertrand Aristide won, maar een half jaar later werd hij afgezet door middel van een staatsgreep, gepleegd door militairen en aanhangers van de oud-dictator Duvalier.

Amerikaanse inmengingen

De Junta’s, zoals de groep heette, bleven tot 1994 aan de macht. Na het aannemen van een VN-resolutie viel de Verenigde Staten Haïti binnen met een troepenmacht om de Junta-regering af te zetten. Met succes, waarna Aristide terug kon keren als president. Het was het begin van een rustigere periode met door het volk gekozen presidenten Aristide en René Préval. Tot 2004, toen Aristide in zijn tweede periode wederom met een staatsgreep werd afgezet.

Catsburg: “De Verenigde Staten willen eigenlijk in hun achtertuin mensen hebben die ze naar hun hand kunnen zetten, die positief zijn voor de Amerikaanse industrie.” Aristide paste niet in dat plaatje. Ondertussen werd hij volgens Catsburg wel nog steeds gesteund in de volksbuurten. “Dus nadat Aristide de tweede keer verdreven was, waren er nog heel veel aanhangers van hem die in die sloppenwijken zaten en zich gingen verzetten tegen de nieuwe regering.” Met de tweede termijn van Préval keerde de rust weer terug.

Begin 2010 werd Haïti getroffen door een zware aardbeving. Direct daarna zijn er verkiezingen georganiseerd, gewonnen door Michel Martelly. Dat is volgens Catsburg op een ‘wonderlijke manier’ gebeurd. “Daar hebben de Verenigde Staten zich gewoon in gemengd. In Martelly zagen ze iemand die ze naar hun hand konden zetten. Om zeg maar allerlei Amerikaanse bedrijven toegang te geven tot de Haïtiaanse markt.”

‘Parallelle machtsstructuur’

Met Martelly en Moïse kreeg Haïti twee presidenten die volgens Catsburg niet op de steun van de bevolking konden rekenen. Daar begon naar zijn idee ook het probleem met de bendes. “Aanvankelijk waren het gewoon een soort wijkbendes. Die aan de ene kant een soort good guy, bad guy waren voor de wijken. Die zorgden voor een stukje veiligheid en ook wel opkwamen voor de belangen van de wijk. Maar tegelijkertijd vroegen ze bijvoorbeeld beschermgeld aan de bewoners.” Hun macht groeide toen de presidenten een beroep op de bendes deed om demonstraties van tegenstanders neer te slaan. Volgens Catsburg waren de bendes technisch gezien dus in dienst van de president van Haïti.

De moord op Moïse, twee-en-een-half jaar geleden, veranderde de situatie drastisch. Ariel Henry werd kort na de moord beschuldigd van medeplichtigheid. Als reactie daarop ontsloeg hij de aanklager. Omdat de bendes de kant van Moïse kozen, keerden ze zich tegen Henry. “Toen is dat bendegeweld in Haïti enorm geëscaleerd. Vroeger waren die bendes duidelijk ondergeschikt aan de overheid en de politie. Nu zijn ze eigenlijk een soort parallelle machtsstructuur geworden.” De kleine politiemacht waar Haïti over beschikt kon daar niks tegen beginnen.

Henry hoopte een troepenmacht naar Haïti te halen om te helpen. Kenia zou die missie leiden en duizend agenten sturen. Maar dat duurt langer dan gehoopt, omdat het hooggerechtshof in Kenia het in eerste instantie tegenhield. Daarop reisde de Haïtiaanse president naar het Afrikaanse land om te praten over een mandaat. Dat moment grepen de bendes aan om een opstand te beginnen in Haïti. Na diplomatiek onderhandelen de afgelopen dagen is Henry, waarschijnlijk onder internationale druk, afgetreden.

Zoveelste interventie

Catsburg verwacht dat er in de nieuwe situatie ook een troepenmacht zal komen. “Ik denk dat op dit moment het merendeel van de mensen zegt ‘laat alsjeblieft die internationale troepen komen’. Want slechter kan het niet worden. Er moet iets gebeuren.”

Het zou de zoveelste internationale troepenmacht of interventie zijn op Haïti. “Het feit dat ze nu weer komen is al heel erg ongunstig. De komst van deze militairen is de schuld van politieke onwil vanuit de regering en vanuit de internationale gemeenschap om echt tot een oplossing te komen. En dan blijkt er geen andere oplossing te zijn dan weer militairen te sturen.” Catsburg hoopt dat er deze keer eindelijk een structurele oplossing komt. Daarvoor moet men naar alle partijen luisteren. Iets waar het de vorige keren vaak aan ontbrak.

Ook denkt Catsburg dat de bendes aan tafel moeten schuiven. “De bendes moeten betrokken worden bij het ontwikkelen van nieuwe plannen voor Haïti. Want ze zijn gewoon een partij. Je kan gewoon niet om ze heen.” Hij gelooft niet in een militaire overwinning op de bendes. De troepen moeten de orde herstellen, zodat er met een interim-regering gebouwd kan worden aan de toekomst. “Laat het vergezeld gaan met een diplomatieke inzet om alle partijen van Haïti om de tafel te krijgen en te werken aan een nieuwe start.”

Uitgelichte foto: EPA/SIFFROY CLARENS

Dartsport groeit in België, maar zo gek als in Nederland is het nog lang niet 

0

Het Belgisch darten is in opkomst, mede door de recente winst van Dimitri van den Bergh bij de UK Open, maar het is nog niet zo groot als in Nederland. Namen zoals Michael van Gerwen en Raymond van Barneveld klinken u vast bekend. Bij de Belgische topdarters Van den Bergh of Mike de Decker zal er geen belletje gaan rinkelen.   

Dimitri van den Bergh won op zondag 3 maart zijn tweede major titel. Zulke successen geven een boost aan de sport. “Dan zien mensen dat een landgenoot het heel goed doet. Ja, dat werkt natuurlijk positief voor de sport,” vertelt Paul Engelbertink, directeur van de Nederlandse Darts Bond. “Het is natuurlijk goed voor een sport als je een ambassadeur hebt.” 

Volgens Jacques Nieuwlaat, dartscommentator bij ViaPlay, zijn successen de reden voor de bekendheid van de sport. “Het feit dat Raymond van Barneveld twee keer wereldkampioen werd aan het eind van de vorige eeuw. Daardoor wordt het darten uitgezonden op TV. Vanaf dat moment zijn de aantallen ook gewoon toegenomen”, aldus Nieuwlaat. Van Barneveld is niet de enige Nederlander met grote successen. In 2006 maakte Michael van Gerwen zijn debuut op een groot podium. Later in de jaren 10 won hij drie wereldtitels. 

In Nederland is de sport dus razend populair. “Wij hebben op dit moment om en nabij de 27.000 leden die competitie darten. En we hebben ongeveer 200.000 mensen in Nederland die wekelijks darten, maar die zijn niet aangesloten bij de bond”, zegt Engelbertink. De organisatie in Nederland loopt voor op die in België, dat vindt Mathijs Haest van de Belgische dartbond. “Ik ga dat eerlijk zeggen, in België is dat nog enigszins een amateurorganisatie. Ik kan het niet anders zeggen, maar in Nederland is dat al heel mooi geprofessionaliseerd. Daar kijken wij echt naar op.” 

In België zit de sport darten in de lift. “Je zou het België van nu kunnen vergelijken met het Nederland van 1999 of 2000. Dus zij zitten nog in die eerste fase van de boom,” legt Nieuwlaat uit. “Het is de laatste jaren behoorlijk gegroeid”, aldus Haest. Bij het laatste Belgische kampioenschap waren er 900 deelnemers. Voor de COVID-periode was dit nog niet een vierde. Ook is er een verschil in publiek. Bij de Belgian Darts Open zat op vrijdagmiddag de zaal bomvol. Of dat de sport in België net zo groot kan worden als in Nederland, weet Haest niet. “Je hebt ook de kennis, de financiering en dergelijke nodig om effectief die stap naar die professionalisering zoals in Nederland te zetten. Dat is iets waar je wel naar toe streeft natuurlijk. Dus dan is Nederland misschien niet het eerste land waar we ons aan willen tippen, maar dat moet ergens wel ons doel zijn.” 

FOTO:ANP/ Bas Czerwinski

Meer huizen bouwen met minder grondstoffen. Is dat wel zo makkelijk?


Bron ANP, fotograaf: Ramon van Flymen

Nederland zou in de toekomst flink kunnen besparen op grondstoffen en toch meer huizen kunnen bouwen. Dit meldt organisatie Natuur en Milieu na een onderzoek op eigen initiatief. Er was berekend dat in 2030 maar liefst 45% bespaard kan worden op cement, aluminium, staal en kunststof. Ronald Schleurholts, architect en baas van architectenbureau ‘Cepezed BV’, ziet de mogelijkheid. Toch valt er nog veel te leren.

Bouwbedrijven zijn al jaren bezig met het maken van innovatieve manieren om duurzamere huizen te bouwen. Volgens Ronald Schleurholts is deze verandering niet makkelijk: ‘ Veel van de oudere bouwtechnieken zijn niet echt duurzaam.’ Wel ziet hij een aantal grote ontwikkelingen. ‘meer bouwbedrijven hergebruiken materialen of proberen zelfs Emissieloos, dus zonder schadelijke uitstoot, te bouwen.‘

Ook zijn er steeds meer leegstaande gebouwen zoals winkels en kantoren  gebruikt worden om er volstaande woningen van te maken. Ook dit is nog niet zo makkelijk. ‘Transformaties van leegstaande gebouwen zijn arbeidsintensief en vaak complexer dan het maken van compleet nieuwe woningen. De meeste bouwers willen niet met al te veel risico beginnen aan dit soort renovaties mits er goede en duidelijke plannen zijn gemaakt.’
Of het haalbaar is om in 2030 maar liefst 45% te besparen op de verschillende materialen kan Schleurholts niet zeggen: ‘Ik kan daar op dit moment geen percentage aan hangen, maar de huidige bouwpraktijk is nog relatief ‘dom’ en er kunnen dus nog behoorlijk wat stappen worden gemaakt.’ Toch is hij positief over de toekomst ‘Met ambitieuze opdrachtgevers, samenwerking tussen verschillende bedrijven en de bereidheid om samen te leren moet het lukken.’

Bron: Ronald Schleurholts, Cepezed BV,
Foto: ANP/Ramon van Flymen














Holocaustmuseum heeft geen spijt van komst Israëlische president 

Het Nationaal Holocaustmuseum heeft geen spijt van de komst van Isaac Herzog. Dat vertelt Niels Peeters, floormanager bij het museum. De president van Israël was zondag aanwezig bij de opening van het museum. Het bezoek van Herzog leidde tot hevige protesten. Hoewel het bestuur zijn komst na de ontwikkelingen in Gaza heeft heroverwogen, besloot het museum toch vast te houden aan zijn aanwezigheid. Dit vanwege Herzog zijn rol als vertegenwoordiger van Holocaust-overlevenden en hun nazaten in Israël. 

Demonstratie in Amsterdam om komst Israëlische president Herzog -ANP RAMON VAN FLYMEN

Wanneer de Israëlische afgezant zondagmiddag aankomt wordt hij door een groep pro-Palestina protestanten uitgejoeld. Herzog wordt internationaal bekritiseerd om zijn rol in het Israëlisch-Palestijns conflict. Eind vorig jaar schreef de president in het Hebreeuws ‘Ik vertrouw op je’ op een granaat die later afgevuurd werd op Gaza. Ook zei hij geen onderscheid te maken tussen normale mensen in de Gazastrook en strijders van Hamas: ”De hele natie is verantwoordelijk”.  

Hoewel het museum zijn komst nog heeft heroverwogen, staan ze achter hun besluit. “Hij was afgelopen zomer al uitgenodigd, voordat de oorlog begon. In Israël wonen nog veel mensen die direct betrokken zijn met de holocaust. Denk aan overlevenden of hun kinderen. Herzog wordt daar gezien als hun vertegenwoordiger.” Het museum heeft dan ook zeker geen spijt van zijn komst, vertelt Peeters. “Overal is gezegd hoe belangrijk het is dat er vertegenwoordigers bij zijn. Hij is het staatshoofd van dat land, dus is het belangrijk dat hij erbij is. De president van Oostenrijk en een vertegenwoordiger van Duitsland waren er ook.” 

Opening voor publiek 

Nadat het Nationaal Holocaustmuseum afgelopen zondag geopend werd, werden gisteren de eerste bezoekers verwelkomd. Zo’n vijfhonderd mensen kwamen op de eerste dag een bezoek brengen. In het museum wordt het verhaal van de Jodenvervolging in Nederland aan de hand van voorwerpen, foto’s en video’s verteld. Op de eerste dag kwamen vooral toeristen. Floormanager Niels Peeters denkt dat dit voornamelijk komt door de vele mediabelangstelling. “We hebben natuurlijk enorm veel publiciteit gehad in de afgelopen weken. Al was dat niet altijd positieve aandacht.”  

Bezoekers noemen het museum ‘indrukwekkend’ en ‘iets wat iedereen een keer zou moeten bezoeken’. Echter zijn er ook mensen die er meer van hadden verwacht. Zo vertelt een Amerikaanse toerist niet veel nieuws te hebben geleerd over de holocaust na zijn bezoek. Voor Peter en Peggy Haens geldt dit niet. Zei wisten al veel te vertellen, maar hadden ook nog nieuwe dingen geleerd na hun bezoek. ”We wisten niet dat Joden zo slecht werden behandeld nadat ze terugkwamen van de kampen. Hun huizen waren soms al na een week verkocht.” 

ING-klanten kunnen met Android-smartphone nu pas draadloos betalen

Klanten van ING met een Android-telefoon kunnen nu draadloos betalen met Google Pay. Vanaf 12 maart kunnen gebruikers de digitale pinpas installeren via de ING-Bankieren app. Andere banken als Rabobank en ABN-AMRO bieden deze ondersteuning al langer.

De functie om draadloos te kunnen betalen bij ING is al langer mogelijk door Apple Pay, dat alleen gebruikt wordt door iPhone-gebruikers. Zo maakt ING sinds 2021 er gebruik van. Maar Google Pay was tot nu nog niet beschikbaar voor ING-klanten. De concurrerende banken ABN-AMRO en Rabobank hebben de Android functie al sinds 2021.

Toenemende vraag

ING-woordvoerder Manon van der Hof geeft aan dat het een veel gehoorde wens was van klanten. ,,We zagen de vraag naar Google Pay de afgelopen tijd steeds verder toenemen. Bijvoorbeeld door klantcontact en via onze sociale media kanalen.” Volgens Van der Hof heeft ING daarom besloten om het te introduceren. Maar waarom de invoering precies zo lang heeft geduurd, is onbekend.

De Google Pay functie is alleen beschikbaar voor mensen die in bezit zijn met een Android-smartphone 8 of hoger. Dat komt doordat er een NFC-chip nodig is voor Google Pay. Die soort chip zit alleen in de nieuwste telefoons. In de toekomst wil ING het mogelijk maken om smartwatches te koppelen met Google Pay. Daarmee kan ook draadloos betaald worden. ,,Dat is technisch nu nog niet mogelijk. Daar werken we nu aan”, aldus Van der Hof.

Uitgelichte foto: ANP/Lex van Lieshout

De bewustwording over cybercriminaliteit groeit onder Nederlanders 

Uit een recent onderzoek van het CBS, blijkt dat Nederlanders steeds vaker hun persoonlijke gegevens afschermen op het internet. Dit heeft volgens meerdere experts verband met de toenemende cybercriminaliteit.  

Op het internet staan diverse tips om jezelf beter te beschermen tegen cybercriminaliteit. Ook voert de Fraudehelpdesk meerdere campagnes omtrent cybersecurity en cybercriminaliteit. Henk van Ee, voorzitter stichting Cyberbrein.nl, beaamt: ”Hierdoor worden mensen wel bewust van de informatie dat ze allemaal delen op het internet”. Ook Marianne Junger, Emeritus Hoogleraar cybersecurity aan de Universiteit Twente, merkt op dat er meer bewustwording ontstaat. Mogelijk als gevolg van de toenemende media-aandacht voor het onderwerp. 

”Hacken is echt kinderspel” 

Cybercriminaliteit neemt in Nederland toe. Jorij Abraham, directeur Global Anti-Scam Alliance (GASA), ziet in zijn vakgebied(expertise) een duidelijke stijging van online scams en internetfraude. Volgens Van Ee is de toenemende cybercriminaliteit de reden voor de stijgende zorgen van Nederlandse internetgebruikers. Vanaf het jaar 2000 is onze economie steeds meer aan het digitaliseren. Het recentste onderzoek naar internetgebruik door het CBS toont een groei van 14% aan tussen 2012 en 2022. Volgens Arno Lodder, Hoogleraar internetrecht Vrije Universiteit Amsterdam, wordt het internet nu inderdaad vaker gebruikt. ”Voor criminelen wordt het steeds makkelijker om online misdrijven te begaan.” Daar is Van Ee het mee eens. ”Hacken is echt kinderspel.” De overgang van conventionele criminaliteit naar online criminaliteit is duidelijk zichtbaar. 

Volgens een onderzoek van het World Economic Forum bedraagt de pakkans voor online scammers slechts 0,05%. Abraham benadrukt dat het voor online criminelen weinig tijd kost, veel geld oplevert en het risico om gepakt te worden dus klein is.    

De toekomst van cybercriminaliteit  

De toekomst met cybercriminaliteit is nog onzeker. Lodder, Van Ee en Abraham voorspellen een verdere stijging van de cybercriminaliteit cijfers in de toekomst. ”Het wordt steeds lastiger om echt van nep te onderscheiden door de komst van kunstmatige intelligentie”, Aldus Van Ee. 

In de audio hieronder, is te horen hoe verschillende mensen op straat over dit onderwerp denken.  

Uitgelichte foto: ANP/ Koen van Weel

Hugo de Jonge in Mindlabs: ‘Dit is heel bijzonder’

Minister Hugo de Jonge bracht gisteren in Tilburg een werkbezoek aan Mindlabs, de Lochal en de toekomstige elektrische haven in Waalwijk. Deze plekken zijn sleutelgebieden in het regioplan, waarvoor het Ministerie van Binnenlandse Zaken €12,5 miljoen heeft toegekend. Naast de Minister waren ook de partners van Mindlabs en burgermeester Theo Weterings aanwezig bij de rondleiding.

 
De Regio Deal, een samenwerking tussen Rijk en regio, streeft naar verbetering van levenskwaliteit en werkgelegenheid. Mindlabs is hier een resultaat van. De partners van van Mindlabs werken samen aan ontwikkelingen in de technologie die interacteren met menselijk gedrag. Kunstmatige Intelligentie in de Journalistiek is hier een voorbeeld van. Minister De Jonge verkende het bruisend hart, debatcentrum, televisiestudio en de lokalen van het ROC. “Ik vind Mindlabs zeker een voorbeeld voor andere regio’s. Het is enorm mooi en bijzonder hoe meerdere onderwijsinstellingen samenwerken om tot innovatieve ideeën te komen. Ik denk dat ze elkaar goed aanvullen”, aldus de Minister.