Home Blog Pagina 6

Internationale en Nederlandse studenten over het verminderen van Engelstalige opleidingen in Nederland

0

De Nederlandse regering heeft plannen om het aantal Engelstalige opleidingen aan universiteiten te verminderen. Dit zou moeten helpen bij het oplossen van problemen zoals de woningcrisis en overvolle collegezalen. Maar wat vinden studenten zelf van deze ontwikkelingen? We spraken 2 internationale en 2 Nederlandse studenten over hun ervaringen en meningen.

“Mijn opleiding zou niet mogelijk zijn zonder Engels”

Esosa Igbinosun, een masterstudent Global Health aan de Universiteit van Maastricht, koos specifiek voor Nederland voor zijn Engelstalige opleiding: “Ik wilde een master in Global Health volgen en die kon ik alleen in Maastricht vinden.” Voor hem is het essentieel dat de opleiding in het Engels wordt gegeven: “Ik spreek nog geen Nederlands, dus als het niet in het Engels was, zou het onmogelijk zijn om te volgen.”

Esosa is kritisch over de plannen van de overheid om het aantal Engelstalige opleidingen te verminderen: “Voor mijn studie zou dat een enorme impact hebben, want 95% van de studenten in mijn opleiding zijn internationaal.” Hij ziet Engelstalige opleidingen als een verrijking voor het onderwijs: “Global Health zou niet meer ‘global’ zijn als we de opleiding beperken tot Nederlands.”

Ja, maar de overheid stelt dat de grote instroom van internationale studenten bijdraagt aan de woningcrisis, vooral in studentensteden. Moeten universiteiten dan niet toch minder Engelstalige programma’s aanbieden om de druk op de huizenmarkt te verlagen?

Esosa reageert resoluut: “Het woningtekort is een breder probleem dat niet alleen door internationale studenten wordt veroorzaakt. Overal ter wereld kampen steden met huisvestingsproblemen, en het terugdringen van Engelstalige opleidingen lost dat niet op. In plaats van het aantal internationale studenten te beperken, zou de overheid juist moeten investeren in meer betaalbare en toegankelijke studentenhuisvesting.

“Nederland was een van de meest verwelkomende landen”

Dr. Stephen, een PhD-student in Wiskunde aan de Radboud Universiteit, koos bewust voor Nederland: “Nederland stond op mijn lijst van beste universiteiten in Europa, en het voelde als een van de meest gastvrije landen voor internationale studenten.” Voor hem was het cruciaal dat zijn opleiding in het Engels was: “Ik kom uit een Engelstalig land. Een Nederlandstalige opleiding zou een enorme uitdaging zijn geweest.”

Over de plannen van het kabinet zegt hij: “Het is geen goede beslissing. Engelstalige opleidingen brengen diversiteit in het onderwijs en later ook op de arbeidsmarkt. Dat zorgt voor nieuwe perspectieven en innovaties.” Ook in de onderzoekswereld ziet hij negatieve gevolgen: “Veel onderzoekers en docenten zijn internationaal. Minder Engelstalige opleidingen betekent minder onderzoekers en minder hoogopgeleide leraren.”

Dr. Stephen vatte zijn visie krachtig samen met een quote: “We don’t just need Dutch brains, we need brains from all over the globe.”

Nederlandse studenten over Engelstalige opleidingen

Niet alleen internationale studenten hebben een mening over Engelstalige opleidingen. Twee Nederlandse studenten van de Universiteit van Maastricht delen hun visie op deze kwestie.

Lisa, een bachelor student Biomedische Wetenschappen, begrijpt de zorgen van de overheid, maar ziet ook voordelen: “Engelstalige opleidingen maken Nederlandse universiteiten aantrekkelijker voor talentvolle studenten wereldwijd. Dat kan ons onderwijsniveau verhogen.” Over het verminderen van Engelstalige opleidingen zegt ze: “Het raakt mij persoonlijk minder, omdat ik in Nederland woon en Nederlands spreek. Voor mij maakt het niet veel verschil.”

Emma, een masterstudent Klinisch Onderzoeker, ziet zowel de voordelen als de nadelen: “Ik snap de voordelen van internationalisering, maar ik vind wel dat universiteiten meer moeten doen om internationale studenten te helpen integreren en de Nederlandse taal te leren.” Over de woningcrisis zegt ze: “Ik denk niet dat het verminderen van Engelstalige opleidingen een directe oplossing is voor de huizencrisis. Het voelt soms alsof de overheid het probleem vooral daarop afschuift, terwijl er bredere oorzaken zijn.”

Conclusie

De meningen over het verminderen van Engelstalige opleidingen in Nederland zijn verdeeld. Internationale studenten zoals Esosa en Dr. Stephen benadrukken het belang van Engelstalig onderwijs, zowel voor hun studie als voor de diversiteit die het biedt aan universiteiten. Ze wijzen erop dat Engelstalige programma’s essentieel zijn voor de globaliteit van hun opleidingen en de integratie van internationale perspectieven in zowel het onderwijs als de arbeidsmarkt. Esosa stelt bovendien dat de woningcrisis een breder probleem is dan alleen de instroom van internationale studenten en pleit voor meer investeringen in studentenhuisvesting in plaats van het beperken van Engelstalige programma’s.

Aan de andere kant geven Nederlandse studenten zoals Lisa en Emma ook hun perspectief. Lisa vindt het niet zo relevant voor haar, aangezien zij in Nederland woont en Nederlands spreekt, maar erkent wel de voordelen van internationale studenten voor het onderwijsniveau. Emma is wat kritischer: hoewel ze de voordelen van internationalisering ziet, denkt ze niet dat het verminderen van Engelstalige opleidingen een directe oplossing is voor de huizencrisis.

Universiteit van Tilburg website niet bereikbaar

0

De website van de Universiteit van Tilburg (TiU) ligt eruit. De website is niet toegankelijk voor webverkeer. Waardoor dit komt is nog onbekend, vertelt de TiU.

Het bericht: “Het duurt te lang voordat www.tilburguniversity.edu reageert.” Staat in plaatst van de website van de Universiteit van Tilburg. De TiU meldt dat ze op de hoogte zijn dat de website uit de lucht is en ze bezig zijn met het probleem op te lossen. Waarom de website offline is en hoe lang het duurt voordat deze weer online is. Weet de TiU nog niet.

De applicatie voor studenten zijn nog wel te bereiken, deze werken nog als normaal. De TiU zegt dat er geen angst is voor een cyberaanval zoals op de Technische universiteit Eindhoven.

Update: de website is weer bereikbaar. De TiU meldt dat er sprake was van een kleine verstoringen.

Vintage kleding kopen per kilo: dit is de ‘Sustainable Fashion Hub’ van Middelburg

Middelburg heeft een uniek winkelconcept dat duurzaamheid, mode en inclusiviteit samenbrengt: Kilo Sale Zeeland. De winkel, opgericht door Liz en haar man Joris, biedt vintage kleding van hoge kwaliteit die per kilo wordt verkocht. Wat begon als een bescheiden initiatief in een antikraakpand, groeide in twee jaar uit tot een bloeiende ‘Sustainable Fashion Hub’ in de St. Janstraat. Liz deelt haar verhaal, beweegredenen en visie voor de toekomst.

Liz’ drijfveer om Kilo Sale Zeeland te starten, kwam onder andere voort uit een documentaire over de tweedehands kledingmarkt in Kenia. “Ik zag hoe mensen daar probeerden kleding te verkopen die gewoon flut was. Gewoon hele slechte kwaliteit: plastic en kapot. Ik dacht, dit kan gewoon niet meer. Het brak mijn hart.” Het raakte Liz hoe fast fashion niet alleen milieuschade veroorzaakt, maar ook de markt voor tweedehands kleding overspoelt met items die nauwelijks draagbaar zijn. Ze wilde een alternatief bieden: kleding van goede kwaliteit die jaren meegaat en een tweede leven verdient. Ze wilde een alternatief bieden: kleding van goede kwaliteit die jaren meegaat en een tweede leven verdient. “Tweedehands vind ik een beetje een oubollige term. Ik noem het ‘pre-loved’. Het geeft aan dat iemand echt waarde heeft gehecht aan het kledingstuk, niet zomaar even in de sale heeft gekocht en daarna nooit meer heeft gedragen. Vintage heeft een extra lading. Dit is écht kwaliteitskleding en minimaal 20 jaar oud.”

Al jaren kocht Liz zelf tweedehands kleding op kilo sales en markten. Toch durfde ze haar droom niet serieus na te jagen. “Ik dacht: dit slaat niet aan, zeker niet in Zeeland. Maar op een gegeven moment vielen alle elementen samen. Ik wist: er moet vraag naar zijn.” Samen met haar partner Joris besloot ze een kleine winkel op te zetten. “Hij was eerst sceptisch, maar bouwde uiteindelijk een paskamer en hielp me met de inrichting. Ook hij werd enthousiast.”

De opening bleek een groot succes. “De eerste dag verkochten we bijna alles uit. We hadden iets van 300 à 400 kilo kleding verkocht en moesten meteen naar de leverancier voor nieuwe voorraad!”

Waarom vintage kleding verkopen per kilo?

Het idee voor een kilo sale kwam onverwacht. “Ik was bij mijn tatoeëerder, Tim, en vertelde over mijn plannen. Hij zei: ‘Waarom begin je geen kilo sale?’ Ik was mindblown. Dat is een topidee, dacht ik. In de Randstad is het bekend, maar hier nog niet. Toch werkte het.”

Sommige klanten moesten wennen aan het concept. “Sommige mensen dachten dat ze een hele kilo moesten kopen of verwarden het met een ‘kilo knaller’. Maar inmiddels snappen de meeste mensen het. Ze vinden het super leuk.”

Een plek voor iedereen

Liz benadrukt dat haar winkel meer is dan een plek om kleding te kopen. “Alles hangt door elkaar, zonder heren- of damesafdeling. We hebben klanten gehad die in transitie zijn en hier voor het eerst kleding durfden te passen waarin ze zichzelf voelden. Dat is zo bijzonder om mee te maken.”

Inclusiviteit staat centraal in de winkel. “We hebben tijdens de Pride Month een Pride-vlag opgehangen en besloten hem gewoon te laten hangen. Misschien trekt het daardoor mensen aan, maar het voelt als een veilige plek voor iedereen.”

Duurzaamheid en creativiteit

Duurzaamheid zit verweven in alles wat Liz doet. “Voor mij gaat duurzaamheid over bewustzijn van je voetafdruk. Tweedehands kopen in plaats van nieuw. Kleine moeite, groot verschil.”

In de winkel biedt ze een ‘Care, Repair, Wear’-hoek aan. “Als klanten iets kopen dat te groot is of dat ze willen aanpassen, kunnen we dat hier voor een kleine prijs doen. Als ze het zelf willen proberen, is het gratis. Ik wil mensen motiveren om zelf creatief te zijn.”

Liz maakt ook nieuwe items van kleding die niet verkoopbaar is. “Ik heb zoveel custom pieces. Misschien ga ik ze in de winkel hangen of one-on-one sessies doen om mensen te leren hoe ze hun eigen kleding kunnen upcyclen.”

Liz’ creatieve aanpak reikt verder dan de winkel zelf. Zo organiseerde ze een ‘Trash & Fashion Show’ waarin kleding werd geupcycled tot unieke creaties. Ook werkte ze samen met lokale onderwijsinstellingen zoals de HZ en UCR aan de ‘Sustainable Fashion Week Zeeland’. “We wilden laten zien dat mode ook anders kan: bewuster en duurzamer. Het mooiste was dat studenten hun eigen ideeën konden inbrengen en met upcycling hun creativiteit tot leven brachten.”

Daarnaast werkte ze met studenten van Scalda en het MBO Dans in Roosendaal, waar dansers kostuums ontwierpen van hergebruikte materialen. “Het is fantastisch om te zien hoe mensen geïnspireerd raken en vervolgens zelf verder gaan met wat ze hier hebben geleerd.”

Jongeren

Liz ziet een duidelijke verandering onder jongeren. “Ze kopen bewuster en kiezen één stuk waar ze verliefd op zijn, in plaats van een hele mand vol. Studenten van de Roosevelt Academy zijn vaste klanten. Sommigen hebben zelfs een naaimachine gekocht om samen kleding te repareren.”

Een klant die bij Liz leerde naaien, besloot zelfs mode te gaan studeren. “Hij wist niet wat hij wilde, maar ging naar de modeacademie en start nu een eigen label. Hoe gaaf is dat?”

Toekomstplannen

Hoewel Kilo Sale Zeeland een succesverhaal is, blijft Liz realistisch. “Ik hoop vooral dat we nog lang kunnen blijven bestaan. Ik heb zoveel ideeën, maar het belangrijkste is luisteren naar klanten en continu verbeteren.”

Ze sluit af met een duidelijke boodschap: “Er is genoeg kleding op de wereld. Er hoeft niks nieuws meer gemaakt te worden. Investeer in kwaliteit en koop vintage. Het is beter voor de planeet en voor jezelf.”

Smeer ‘m wil er voor de studenten zijn, maar is er ook voor de bedrijven in MindLabs

Het horecapunt in MindLabs heeft een nieuwe uitbater gevonden. Smeer ‘m verzorgt voortaan lunch en snacks voor de studenten en andere mensen in het gebouw in de Spoorzone. Het bedrijf laat weten dat deze periode als een overgangsperiode geldt en dat ze. ‘Het is voor ons een overbruggingsperiode’, laat eigenarese Martine van Leeuwen weten. Vanaf september willen ze hun volledige zaak in de MindLabs vestigen. De vorige uitbater, het StadsCafé LocHal, kon op veel kritiek van studenten op de prijzen rekenen 

Nu in het horecapunt in MindLabs een nieuwe uitbater zit, betekent dat ook een nieuw assortiment. Zo staat er onder andere een een ham & kaas tosti, met de naam ‘studententosti’ op de kaart, maar ook bijvoorbeeld een focaccia brie.

Vanuit studenten van Fontys Journalistiek, die gevestigd zijn in MindLabs, is er veel kritiek op de prijzen. Na een korte steekproef onder studenten blijkt dat veel studenten de prijzen nog steeds aan de hoge kant vinden, zeker de broodjes. Zo kost de ‘De studententosti’, 4euro en een focaccia brie 10 euro.Een reactie van een student: ‘Smeer ‘m mag studenten hier meer in tegemoet komen en meer kijken naar de studenten die hier op school zitten.’

‘We zijn niet prijzig, we zijn heel goedkoop voor horecabegrippen. Voor kantinebegrippen zijn we misschien wel duur, maar een kantine is gewoonweg niet haalbaar, hoe teleurstellend ook voor de studenten’, zegt Van Leeuwen. Ook zegt ze dat er tijdens de bouw van MindLabs door de VvE voor gekozen is geen kantine te plaatsen. Het horecapunt heeft immers geen keukengedeelte. Hierdoor moeten bijv. broodjes afgebakken worden in de keuken in de LocHal, wat ook extra kosten met zich meebrengt. Op vragen over deze keuze wilde de Fontys niet reageren. Wel laat Fontys het volgende weten: Smeer ‘m wil beter in kunnen spelen op de vragen die vanuit de bewoners gesteld worden en ze werken volledig voor eigen risico in MindLabs.

Ook laat van Leeuwen weten er niet alleen voor de studenten te zitten. ‘We willen er wel voor ze zijn. Maar naast de Fontys, de universiteit en het MBO zitten er natuurlijk ook nog heel veel bedrijven boven. En voor hen is het punt ook bedoeld.’ 

Volgens Van Leeuwen is de periode van januari tot september een soort overgangsperiode. ‘Vanaf september gaan wij met de lunchzaak verhuizen naar MindLabs. We wilden het horecapunt in MindLabs niet leeg laten staan dus hebben we het nu zo opgelost.’ Ook mag het horecapunt, zeker vanaf september, geen kantine meer genoemd worden volgens Van Leeuwen. ‘De lunchzaak die we nu hier hebben, willen we in de MindLabs gaan plaatsen. We gaan het nog wat gezelliger aankleden en er komen wat tafels bij. Ook gaan we echt bedienen, maar je kan er nog steeds afhalen.’

‘Ons vader’ doorbreekt de stilte rondom het vaderschap

Foto: Mari Durieux

Na de succesvolle voorstelling ‘Ons Moeder’, keert het Bossche toneelgezelschap Paleis voor Volksvlijt terug in de Verkadefabriek met de voorstelling ‘Ons vader’: een ode aan het vaderschap. “We willen mensen triggeren om na te denken over de vader-kind relatie”, vertelt Talla Dirkzwager, één van de makers van de voorstelling. Ondanks dat het gros van het publiek de voorstelling zonder verwachtingen in lijkt te gaan, leidt het tot betekenisvolle gesprekken over de betekenis van het vaderschap.  

De beschikbare vader, de liefhebbende vader, de betrokken vader. Het zijn, volgens het publiek, voorbeelden van wat een vader moet zijn. De input van het publiek vormt een prominent deel van de voorstelling: de hoofdrolspelers Gürkan Küçüksentürk en Huub Smit breken de muur met het publiek regelmatig af en zetten het publiek aan het denken met vragen zoals: “Wat doen de vaders in de zaal met hun kind?” en “Wat is een goede vader?” 

De verhalen van mensen buiten het toneelgezelschap om, waren bovendien een belangrijke inspiratiebron tijdens het schrijven van de voorstelling. De makers zijn namelijk in gesprek gegaan met inwoners van de (volks)wijken in Den Bosch. Tijdens die ‘inspiratietafels’ kwam het beeld van ‘de stille vader’, die niet over zijn emoties praat, vaak naar voren. Volgens maker en regisseur Talla Dirkzwager werd dat een motivatie om de stilte rondom het vaderschap te doorbreken en mensen na te laten denken over het onderwerp.

Tijdens de voorstelling spelen  Küçüksentürk en Smit drie verschillende rollen. Ze spelen twee broers die onenigheid hebben over de toekomst van de kapperszaak van hun demente vader, zichzelf en hun eigen vaders. De persoonlijke verhalen van de acteurs komen dus ook regelmatig aan bod. “Als je het gesprek aan wilt gaan, moet je iets meer geven en het persoonlijker maken”, vertelt Dirkzwagers. 

Ondanks de intentie van de makers, lijken de meeste mensen niet met de intentie om over vaderschap na te denken naar de voorstelling te komen. Bosschenaar Leonie vond de voorstelling ‘Ons Moeder’ een groot succes, en besloot daarom een kaartje te kopen voor Ons vader: “Ik heb de vorige keer heel veel gelachen, vooral door het sterke dialect. Daarnaast vind ik het belangrijk om een lokaal initiatief te steunen.”

Jet en Ton uit Den Bosch hebben een andere reden om naar de voorstelling te komen. “Een oud-klasgenoot van de theaterschool heeft meegewerkt aan de voorstelling”, vertelt Jet. “Ik heb helemaal geen idee waar ik naar toe ga”, voegt Joël toe, die op een bankje bij de ingang aan het wachten is op zijn gezelschap. 

Ondanks dat de redenen van het publiek om de voorstelling te bezoeken uiteen lopen, reageert het publiek enthousiast op de toenaderingen van Küçüksentürk en Smit. De vraag: “Wat zou je nog aan je vader willen vragen?” lijkt het meeste stof tot nadenken te geven, want de paar mensen die om antwoord wordt gevraagd moeten er allemaal ‘even over nadenken’. 

Hoewel de voorstelling ‘Ons Moeder’ zich specifiek richtte op de moederrol in de Bossche culturen, lijkt Paleis voor Volksvlijt met ‘Ons vader’ een breder verhaal te vertellen. Als er iets duidelijk wordt over de Bossche vader, dan is het dat het een ongrijpbaar figuur is wat vele vormen aan kan nemen. In de foyer schetst Ton echter een beeld van wat, voor hem, de Bossche vader typeert: “Een sterk dialect, makkelijk in de omgang, bourgondisch.” Hij denkt even na, en dan zegt hij met een glimlach op zijn gezicht: “En hij geeft de vrouw altijd de belangrijkste rol.”

Tilburgse boekhandels verkopen steeds meer Engelse boeken: ‘Wij begonnen met één kast. Dat zijn er nu vijf’

0

De laatste jaren is er sprake van een grote stijging in de verkoop van Engelstalige boeken. Eén op de vijf boeken die in 2024 over de toonbank gingen, is Engelstalig, bevestigt Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB). Het social media platform TikTok speelt hier een grote rol in. Dit merken ze in Tilburg ook, zelfs bij de verkooppunten voor tweedehands boeken.

José van Lieshout, oprichter van Boekenschop, een stichting die tweedehands boeken verkoopt voor het goede doel, ziet steeds meer Engelstalige boeken op de planken. ‘Wij begonnen met één kast. Dat zijn er nu vijf en we komen nog steeds ruimte tekort,’ vertelt ze. Ook merkt van Lieshout dat vooral jongeren een voorkeur hebben voor boeken in deze taal. ‘Jongeren groeien op met de Engelse taal, vooral tegenwoordig met films, series, en online.’

Verder speelt het genre een belangrijke rol, vertelt Romy Gianotten Mutsaers, een boekhandel in het centrum van Tilburg, die voornamelijk nieuwe boeken verkopen. ‘Veel fantasyboeken zijn in het Engels. Als je naar de Nederlandstalige boeken kijkt, zijn dat vooral vertalingen. Dan willen mensen meestal toch liever het origineel.’ De stijging in de verkoop van deze boeken komt volgens haar vooral door Booktube en Booktok, online community’s op YouTube en TikTok waar mensen hun liefde voor boeken delen.

Bovendien zijn Engelstalige boeken vaak goedkoper dan de Nederlandse variant. Dit komt door de wet op de vaste boekenprijs. Hierin staat dat de uitgever een vaste verkoopprijs bepaalt waar boekhandels niet van af mogen wijken. Zo is een boek dat in het Nederlands twintig euro kost, in het Engels vaak al verkrijgbaar voor twaalf euro.

Verder is Romy blij met de stijging, ‘ik vind het goed dat mensen meer verschillende dingen kunnen lezen. Is ook goed voor de ontwikkeling.’ Toch heeft ze er een dubbel gevoel bij. ‘Je verliest wel een beetje de eigen taal.’

Van Lieshout ziet de groeiende populariteit van Engelstalige boeken ook positief in, ‘het is fijn dat er überhaupt al vraag is naar boeken. Ook vind ik het heel leuk om die trend te zien.’

Nederlandse ruiters schitteren op Jumping Amsterdam

0

Van 23 tot en met 26 januari 2025 stond de RAI Amsterdam in het teken van de 64e editie van Jumping Amsterdam. Het prestigieuze paardensportevenement, dat jaarlijks de internationale top in dressuur en springen samenbrengt, leverde niet alleen spannende wedstrijden op, maar ook prachtige successen voor Nederlandse ruiters.

Marc Houtzager wint wereldbekerwedstrijd springen
Een van de absolute hoogtepunten van het evenement was de Longines FEI Jumping World Cup™, waar Marc Houtzager met zijn paard Sterrehof’s Dante overtuigend de eerste plaats behaalde. In een zinderende barrage bleef Houtzager foutloos en zette hij de snelste tijd neer, wat hem de overwinning opleverde. Jur Vrieling voegde aan het Nederlandse succes toe door met Helwell du Chabus de derde plaats te behalen.

“Ik voelde dat Dante in topvorm was vandaag. Alles viel op zijn plek,” vertelde Houtzager na afloop. “Deze overwinning, hier in eigen land, voelt extra speciaal.”

Dressuur

In de FEI Dressage World Cup™ op vrijdag 24 januari 2025 in Jumping Amsterdam eindigde Dinja van Liere met haar paard Hartsuijker op een indrukwekkende vijfde plaats. De Nederlandse amazone zette een prachtige kür op muziek neer, waarmee ze een score van ruim 82 procent behaalde. Deze prestatie bevestigde opnieuw haar positie aan de top van de internationale dressuursport. Van Liere werd in de strijd om de podiumplekken overtroffen door enkele van de wereldtop, maar haar sterke rit bewees dat ze met haar paard Hartsuijker klaar is voor grote prestaties op het hoogste niveau.

Tani Joosten

Een andere opmerkelijke prestatie kwam van KNHS-talent Tani Joosten. De jonge ruiter, die de afgelopen jaren steeds meer indruk maakt binnen de Nederlandse paardensport, liet wederom haar talenten zien. Ondanks haar jonge leeftijd, toonde ze tijdens het evenement een indrukwekkende rit.

Foto’s

Foto’s door Julia Spoormakers

Rob Cross winnaar Dutch Darts Masters: ‘Ik wil er op elk TV-toernooi staan’

0

Rob Cross heeft zaterdag 25 januari de Dutch Darts Masters gewonnen. De Engelsman uit Pembury versloeg in de finale landgenoot Stephen Bunting met 8-5 en won hiermee het tweede World Series event van het jaar. Cross zelf is blij, maar blijft realistisch: ‘Ik kan de beste spelers van de wereld aan, maar ik kan de dag daarna ook gewoon van Mickey Mouse verliezen.’

Voor Cross was het alweer zijn zesde World Series event uit zijn carrière die die won. Hij is dan ook zelf een liefhebber van dit toernooi: ‘Ik hou ervan om over de hele wereld te reizen en wedstrijden te spelen. Natuurlijk klagen we allemaal weleens over de lange vluchten, maar zonder dit soort toernooien erbij zou ik maar gewoon een normale baan hebben.’

Na een slecht begin in 2025 met een verlies tegen Filipijn Paolo Nebrida bij de Bahrain Darts Masters, revancheert Cross zich. Over de aankomende toernooien blijft hij nuchter: ‘Ik kijk er per periode naar. Het ene moment heb je een periode waarin je wat minder speelt, het andere moment win je bijna alles. Dit is voor mij ook geen probleem. Ik wil dit jaar vooral op de TV-toernooien focussen: ik hou ervan om in de spotlight te staan.’

‘De pro-tour wedstrijden die achter gesloten deuren plaats vinden zijn minder interessant’, voegt hij toe. ‘Ik heb daar meer moeite mee om me ervoor op te laden dan voor de Premier League bijvoorbeeld.’ Voor Cross is deze prijs dan ook een mooie motivatie voor de World Masters van aankomende week: ‘Voor het eerst is de World Masters een ranked toernooi (toernooi waarvan het prijzengeld meetelt voor de algemene stand). Ik denk dat dit ook een goed idee is vanuit de PDC. Daarom is het ook een extra motivatie om er naartoe te gaan en te presteren.’

Fincher-maand bij Pathé: ‘Perfectionist die de grimmigheid niet schuwt’

Het is deze maand David Fincher-maand bij de Pathé bioscopen in Nederland. Verschillende films uit zijn repertoire krijgen een re-release en zijn dus weer te zien op het grote doek. Denk hierbij aan films zoals Se7en (1995), The Social Network (2010) en Gone Girl (2014). Maar wat maakt David Fincher zo uniek in Hollywood?

De grote doorbraak van Fincher kwam in 1995 met de film Se7en. Een welkome opsteker nadat zijn eerste film Alien 3 flopte in Amerika. Met Se7en wist Fincher voor het eerst indruk te maken op het grote Amerikaanse publiek. Deze film blijft een klassieker, vandaar dat de film nu zelfs een wereldwijde IMAX re-release krijgt.

“In zijn beste films schuwt hij grimmigheid niet, hij koppelt dit juist aan een uitgesproken visuele stijl”, zo vertelt filmjournalist Kevin Toma. Hij wijst op de lange vloeiende camerabewegingen in Fight Club (1999) en Panic Room (2002), maar vooral op de visueel overdonderende gruwelijkheid in Se7en.

Filmdocent Twan Arts benadrukt dat Fincher iemand is die de rauwe donkere kanten van de menselijke ziel opzoekt en op een grote wijze laat terugkeren in zijn films. “Thema’s zoals macht, obsessie en paranoia. In bijna elke Fincher film kan je die wel eruit vissen.”

Maar die kille sfeer is ook goed terug te zien in zijn manier van filmmaken. “Hij heeft een voorliefde voor strakke composities en een donkere cinematografie. Je moet hierbij denken aan het vele gebruik van schaduwen en kil kleurenpalet”, zegt Arts. Hij focust zich heel erg op het creëren van een gure sfeer om zijn publiek daarin echt mee te trekken.

Volgens Arts staat Fincher bekend in Hollywood als een meester in zijn vak. “Hij werd eerst vooral als genreregisseur weggezet, maar met name sinds zijn film MANK (2020) heeft hij een meer prestigieus imago als ‘auteurfilmmaker’.” Een auteurfilmmaker is iemand met een dusdanig onderscheidende aanpak en individuele stijl, waardoor al zijn films zijn unieke persoonlijke stempel krijgen.

Toch is niet iedereen in Hollywood positief over Fincher. Dat heeft allemaal te maken met één specifieke eigenschap. “Hij staat echt bekend om zijn perfectionisme. Hij laat gerust tientallen takes voorbijgaan voor een simpel shot.” Dit levert hem niet alleen maar vrienden op in de Amerikaanse filmindustrie.

Zo zijn er verschillende grote acteurs die publiekelijk geklaagd hebben over de werkwijze van Fincher. Zo was R. Lee Ermey niet te spreken over Fincher tijdens het maken van Se7en: “Hij is bang om ook maar één woord in het script te laten veranderen. Hij wil geen acteurs, maar marionetten. Ook al ben je een fucking goede acteur, hij laat je niet acteren”, zo vertelde Ermey aan magazine UnderGround

Ook Michael Douglas had een zelfde soort ervaring op de set van The Game (1997). In een interview met Collider vertelt hij dat het een moeilijke ervaring voor hem was: “Hij duwt je tot het uiterste, want hij ziet dingen die niemand anders zien. En dan mag je weer overnieuw beginnen. Het is erg vermoeiend, ik had nog nooit met zo’n iemand gewerkt.” Acteurs Jake Gyllenhaal en Robert Downey JR. (werkten met Fincher tijdens Zodiac) beloofden zelfs nooit meer met Fincher samen te werken.

Ondanks zijn hardnekkige reputatie blijven de films van Fincher wel onverminderd populair bij het grote publiek. Daarom is het ook niet gek dat de Pathé besloten heeft om een aantal van zijn films opnieuw uit te brengen. De komende maand heb je nog de kans om Gone Girl, The Social Network en Se7en op het grote doek te zien.

Van der Voort: ‘De ranking toernooien zullen het aller belangrijkst zijn’

0

Na de verloren WK-finale van begin januari kwamen Michael van Gerwen en tienersensatie Luke Littler elkaar alweer tegen op de Dutch Darts Masters. De Engelsman was met 6-3 te sterk voor Van Gerwen. Darter, analist en boezemvriend van Van Gerwen, Michael van der Voort, is duidelijk: ‘Tuurlijk is die teleurgesteld, dat moet ook!’

Het eerste verlies van Van Gerwen in 2025 sinds de finale is een feit. Met een gemiddelde van 90,26 moest hij het afleggen tegen het gemiddelde van 94,85 van Littler. Van der Voort snapt wel hoe dit komt: ‘Hij is net twee en een halve week op vakantie geweest. Het is dan ook niet gek dat die nog niet zijn beste spel laat zien.’ De focus bij Van Gerwen zal volgens Van der Voort dan ook ergens anders liggen.

‘De rankingtoernooien zullen heel belangrijk zijn. Aankomende week is de World Masters en dat is een heel belangrijk toernooi. Hij heeft nu twee wedstrijden gespeeld en hij weet dat er nog een hoop werk aan de winkel is. De Premier League is natuurlijk ook belangrijk, maar de rankingtoernooien zullen het belangrijkst zijn.’

Naar de Premier League kijkt Van der Voort erg uit: ‘Ik denk dat het wel een hele goede Premier League gaat worden. Ik denk uiteindelijk wel dat Luke (Littler), Luke (Humphries), Van Gerwen en nog eentje de halve finale gaan halen.’ Over de samenstelling van de Premier League is hij echter minder enthousiast: ‘Ik, als iemand die naar sport kijkt, ben het er niet mee eens. Een Aspinall, Price en Dobey zijn jongens die wel degelijk wat gepresteerd hebben, maar niet genoeg om een plek te krijgen naar mijn mening.’

Het volgende ranking toernooi is de World Masters, dat van 30 januari tot en met 2 februari plaatsvindt in Milton Keynes. De Premier League begint op 6 februari in Belfast en eindigt op 29 mei in de O2 Arena in Londen met de finales. Ook komt de Premier League nog langs in Nederland, op donderdag 17 april in Ahoy in Rotterdam.