Home Blog Pagina 82

Gemeente Cranendonck blij met komst spreidingswet: ‘Zodra er meer opvanglocaties zijn, kan de gemeente ontlast worden’

0

Gisteren, 1 februari is de spreidingswet ingegaan. Het doel is om het aantal asielzoekers beter te verdelen over de gemeentes. Het asielzoekerscentrum Budel is na Ter Apel het grootste azc van Nederland. De overlast die een deel van de bewoners van het azc veroorzaakt heeft grote gevolgen voor de gemeente Cranendonck. Zo is er al beveiliging op het treinstation en stopt de bus niet meer bij de bushalte voor het azc.

De gemeente Cranendonck is blij met de spreidingswet: “Hierdoor zullen er opvangplekken bijkomen waardoor asielzoekers eerlijker en beter verspreid kunnen worden.” Het azc zit overvol en de mogelijkheden om asielzoekers te laten doorstromen zijn klein. “Zodra er meer opvanglocaties zijn, kan Cranendonck ontlast worden”, aldus de gemeente.

De lokale politieke partij ELAN denkt dat het lastig te zeggen is of de spreidingswet zal helpen tegen het verminderen van de overlast in Cranendonck. “Minder opvangplekken wil niet zeggen dat er ook sprake is van minder overlast. Daar komen ook nog andere factoren bij kijken, zoals de samenstelling van de opvangplekken”, aldus Geert Rijkers, raadslid ELAN.

Studenten klagen over hoge prijzen Horecagelegenheid Mindlabs

Veel studenten zijn het er mee eens, de prijzen bij kantine ‘But first coffee’ in MindLabs zijn te duur. Dat blijkt uit een enquête gehouden door EyDaily onder tientallen mensen in MindLabs en meerdere gesprekken met studenten en beleidsmakers afgelopen weken.

Uitgangspunt van de catering

Volgens Michel Goebbels, manager bedrijfsvoering Fontys Journalistiek, dient ‘But First Coffee’ meerdere doelen. ”De horecagelegenheid dient als sociale ontmoetingsplaats, een trefpunt voor medewerkers en studenten. Belangrijk om duidelijk te maken is dat het uitgangspunt van But First Coffee is om kost dekkend te zijn, niet winstgevend.” Gabriël Bergmans, ex-procesmanager van Fontys, zegt zelfs dat ze verlies draaien. ”Het verlies was na de opening van MindLabs nog erger, omdat Fontys in het begin als enige huurder in MindLabs zat.” Tot slot voegde Goebbels toe dat loonkosten de grootste kostenpost vormen. ”Dit moet je allemaal terug verdienen in kopjes koffie en panini’s.” De huurders in MindLabs moeten aan het einde van het jaar dit verlies vergoeden. Eerder schreef De Gelderlander ook een artikel over studenten die klaagde over hoge prijzen van broodjes in de kantine van de Wageningen universiteit.

Prijslijst But First Coffee MindLabs Tilburg

Samenwerken met LocHal & prijsharmonisatie

Volgens Bergmans speelde ook de ligging naast de bibliotheek mee in het besluit van de kantineprijzen. “Omdat de twee horecapunten van de bibliotheek en MindLabs zo dicht bij elkaar zitten, hebben we gezegd dat er ook een soort harmonisatie van de prijzen moet zijn. Anders zul je zien dat mensen naar MindLabs gaan, omdat het daar goedkoper is. Toen hebben we LocHal gevraagd of ze ervoor willen zorgen dat er bemensing komt, voorraad is en dat er spullen zijn. Maar, omdat het relatief ver lopen is, werd het assortiment zeer beperkt’’. MindLabs beschikt niet over een keuken én de voorraad moet vanuit LocHal komen, ook dit heeft lichtelijk invloed op de prijs. Hierdoor kan men dus niet zomaar de prijs halveren.

De kwaliteit van de catering is ook punt van discussie volgens Goebbels: ”men zou zelfs kunnen stellen dat de kwaliteit slecht is, erg slecht. Dat MindLabs zo’n beperkt assortiment heeft, maakt dat er op dit ogenblik gesprekken plaatsvinden voor een mogelijke oplossing. Dit probleem is alleen niet snel te verhelpen’’.

Eventuele oplossingen

Zowel Bergman als Goebbels hebben vaker oplossingen aangedragen. Een betalingssysteem waarbij Fontys medewerkers en studenten korting krijgen zou een goede optie zijn; door de prijs te verlagen voor alléén deze groep krijg je geen concurrentie met de LocHal. Hierdoor worden er meer voedingsartikelen verkocht, omdat mensen niet naar de goedkopere alternatieven gaan. Ook een vorm van studentenkorting wordt als een optie gezien. Door dit alles zou het uiteindelijke verlies minder aanzienlijk zijn.

Recordaantal bezoekers in de Efteling

2 februari 2024- De Efteling had afgelopen jaar een record aantal bezoekers. Maar liefst 5,56 miljoen mensen kwamen het park bezoeken. Ook kregen ze een hogere gastwaardering: 8,64. Wat daarnaast opvallend was: veel buitenlandse bezoekers.

De stijging in buitenlandse bezoekers was opvallend omdat Belgische gasten zorgde voor 48% van de stijging en Duitse voor 33%. “De toename in het aantal bezoekers was geen doel op zichzelf voor het park. Een exacte reden voor de stijging kunnen we hier niet voor aangeven” vertelt Steven van Gils, woordvoerder van de Efteling. Het park haalde eerder in 2022 ook een record aantal: 5,43 miljoen bezoekers. Vorig jaar zijn er ondanks klachten over de vele sluitingen van achtbanen toch nog meer mensen gekomen.

Ook waren de gasten zeer tevreden, de Efteling merkte een verhoging van de gastwaardering op. Dit was namelijk dit jaar 8,64 en in 2022 8,59.

Steven van Gils vertelt dat ze de stijging aan proberen te houden door ervoor te zorgen dat het park er goed uit blijft zien en door nieuwe attracties toe te blijven voegen. “Zo openen we dit jaar een nieuw themagebied met de nieuwe attractie de Danse Macabre en in 2025 open we het Efteling Grand Hotel bij de ingang.” Tot slot vertelt meneer van Gils dat ze voldoende personeel hebben om de stijging op te vangen en dat ze steeds een 9+ beleving willen geven en om mee te blijven doen in de top van Europa.

Column: ‘Nieuwsmakers is vergelijkbaar met stage lopen zonder stagebegeleider’

‘De nieuwsmakers is de perfecte voorbereiding op je stage’, heb je die zin in de afgelopen tien weken weleens voorbij horen komen? Het zou niet meer dan terecht zijn. Op papier leer je exact hoe je te werk moet gaan op je stage. In de praktijk? Laten we zeggen dat het nog wat verbeteringen kan gebruiken.

Als hoofdredacteur blik ik terug op de afgelopen periode nieuwsmakers. Voor dit blok heb ik mijn stage bij RTL Nieuws afgerond en twintig weken op een echte redactie rondgelopen. Met deze ervaring op zak, bekijk ik of de nieuwsmakers daadwerkelijk een goede voorbereiding op stage is of niet meer dan een slap aftreksel waardoor je toch in het diepe wordt gegooid.

‘Het principe van de nieuwsmakers is simpel: met je redactie ga je binnen je eigen thema nieuws maken. Duidelijk? Oké. Start.’ Zo zou je de eerste weken perfect omschrijven. De insteek is daarmee precies zoals die hoort te zijn. Met een mix van tweede- en derdejaars zou de basiskennis van een goed niveau moeten zijn. Elke groep beschikt over een coach en er zijn experts en onderwijsassistenten aanwezig voor hulp. Zo wordt het een gooi in het diepe met zwembandjes, alleen zijn deze bandjes zo lek als een mandje.

De nieuwsmakers is vergelijkbaar met stage lopen zonder stagebegeleider, goedwerkende basis, overzichtelijk website of capabele collega’s die je kunnen ondersteunen. Geloof mij, die maken je stage écht een stuk makkelijker. Dat wil niet zeggen dat stage gemakkelijker is. Integendeel. De eisen die gesteld worden liggen bij de nieuwsmakers lager dan je zou mogen of willen verwachten. Door het nieuwe onderwijs moet je groei aantonen. Met andere woorden, je kunt geweldig zijn doorgegroeid maar nog niet klaar zijn voor stage. Tegelijkertijd kun je ook amper ontwikkeling hebben laten zien, maar al tegen stageniveau aanzitten.

Wie een korte rondvraag doet bij elke redactie zal echter al snel ontdekken dat een rode draad vinden lastig is.

Ryan Verhaegen, hoofdredacteur

Wat is de oorzaak hiervan? Het is heel makkelijk met z’n allen te zeuren op school. Niet onterecht, maar ook niet compleet terecht. De ondersteuning om studenten stage klaar te maken, zijn vrijwel niet aan te bieden. Een coach moet niet één, maar tien tot twaalf studenten begeleiden. In de twee voorgeschreven dagdelen die daarvoor staan een vrijwel onmogelijke opgave. De experts voor feedback zijn daarnaast alleen op de voorgeschreven momenten of op afspraak beschikbaar. Moet je nagaan dat ongeveer zestig studenten vijf producties moeten laten feedbacken. Dat zijn zo’n driehonderd producties. Daarvoor staat ongeveer acht keer drie uur tijd ingepland. Snelle uitkomst: dat komt neer op 12,5 producties per uur, succes.

Nu zit de nieuwsmakers niet iedere periode even vol als de afgelopen tien weken en zal de nieuwsvloer de komende periodes een stuk leger zijn. Toch zou het gemis in begeleiding opgevangen kunnen worden door een duidelijke structuur. Wie een korte rondvraag doet bij elke redactie zal echter al snel ontdekken dat een rode draad vinden lastig is. Wel of geen ANP berichten? Nieuws van de dag of eigen nieuws? Doelgroep? Onderwerpen buiten de thema’s? Vragen waar pas gedurende de weken antwoord opkwam, al zijn een aantal vragen nog steeds onbeantwoord.

door de nieuwsmakers maak je de sprong in het diepe mét opgepompte zwembandjes en hopelijk kun je het na stage zonder.

Ryan Verhaegen, hoofdredacteur

Een goed bruggetje om terug te komen op mijn vraag: is de nieuwsmakers de ideale voorbereiding op stage? Het antwoord is en blijft ja, alleen ontbreken er zaken om helemaal goed voorbereid op stage te gaan. Kun je dat aan de nieuwsmakers wijten? Niet volledig. Zowel in het eerste jaar, als in de andere rollen zullen stappen gezet moeten worden om het basisniveau op te krikken. Wel kan de nieuwsmakers ervoor zorgen dat er één duidelijke lijn wordt getrokken die scheve gezichten voorkomt. Daar dragen de expertlessen die tussendoor worden ingepland overigens niet aan bij. Die verhogen hoogstens de schermtijd van de studenten met een aantal uur.

Moet iedereen zich nu zorgen maken dat stage te moeilijk wordt? Nee hoor. Het blok is een perfect kijkje in de keuken en heel leerzaam. Het meemaken van een vergadering, leren hoe je moet pitchen en gewoon aan de slag gaan met nieuws geeft echt goed inzicht. Dat laatste is de kern. Vooral gewoon doen is het beste wat de nieuwsmakers je te bieden heeft. Doen, op je bek gaan en het beter doen in omgeving waar het mag. Ondanks dat veel niet perfect loopt, is die ervaring erg belangrijk.

De dingen die mislopen vallen misschien pas op wanneer je in het werkveld hebt gestaan. Mocht je die ervaring nog niet hebben en denken ‘wat doe jij moeilijk?’ door de nieuwsmakers maak je de sprong in het diepe mét opgepompte zwembandjes en hopelijk kun je het na stage zonder. Tot over twintig weken.

Apotheken in Tilburg kampen met geneesmiddelentekort

0

 Foto: Gezondheid.nl

Geschreven door: Jenny Wanders

Het afgelopen jaar was het tekort aan geneesmiddelen in Nederland hoger dan ooit, meldt apothekersorganisatie KNMP. Zo blijkt uit onderzoek van de organisatie dat 5 miljoen van de 13 miljoen medicijngebruikers daar de gevolgen van hebben ervaren. Ook apotheken in Tilburg hebben last van dit probleem.

Dat het geneesmiddelentekort in 2023 een hoogtepunt heeft bereikt, is volgens Tilburgse apotheken niet choquerend. Dit heeft te maken met leveringsproblemen, omdat de meeste medicijnen geproduceerd worden buiten de EU. Daarnaast bepalen zorgverzekeraars welk medicijn jaarlijks de voorkeur krijgt om te leveren en dan besluiten fabrikanten niet al te hoge voorraden van een bepaald middel te produceren.

Volgens Hetty Vermeulen van Service Apotheek Groenstraat was het tekort er eerder ook al. ‘’Het geneesmiddelentekort loopt steeds op. Zo was het er de voorgaande jaren ook al. Het is een algemeen iets waar veel fabrikanten mee kampen.’’

Alternatieve medicijnen

Ook andere apotheken in Tilburg hebben last van het tekort zoals Service Apotheek Zorgvlied. ‘’We hebben voor huisartsen lijsten opgesteld met alternatieven als een middel niet leverbaar is. Van specialisten hebben we lijsten gekregen met alternatieve medicijnen, zo kunnen we medicatie B geven als medicatie A niet aanwezig is,’’ geeft apotheker Geert Jan Heymeijer aan. ‘’Antibiotica en Ozempic voor diabetespatiënten geven de meeste problemen in onze apotheek. Toch zijn antibiotica het grootste probleem als die nauwelijks leverbaar zijn, omdat zowel volwassenen als kinderen deze medicijnen mogen gebruiken. Een veel grotere groep patiënten dus. In Nederland krijg je een eerste keuze op het gebied van antibiotica en als dit medicijn er niet is dan krijg je een tweede keuze. Dit is dan het reserve medicijn. Dit geef je liever niet omdat je de kans op weerstand van reserve middelen zo klein mogelijk wil houden’’

Oplossingen

Volgens Inge van Schaik, apotheker van Service Apotheek De Blaak kan het zijn dat patiënten zelfs naar het buitenland moeten gaan voor een specifiek medicijn. ‘’Vanwege het tekort moeten we soms patiënten naar België of Duitsland sturen om sommige medicijnen te halen. Ik mag het niet zelf importeren, want daar moet ik ook weer een aparte vergunning voor aanvragen. Het gebeurt niet vaak dat we patiënten naar het buitenland sturen. In de meeste gevallen bieden we een alternatief geneesmiddel aan. In geval van antibiotica is het risico dat het alternatieve medicijn de bacterie niet doodt en dat het langer duurt voordat je weer beter bent.

Het tekort zou opgelost kunnen zijn als een deel van de productie naar Nederland verplaatst wordt. Ook moeten zorgverzekeraars meerdere fabrikanten aanwijzen in hun preferentiebeleid, zodat er back up mogelijkheden zijn bij productie- of leveringsproblemen.’’

Daklozenoverlast Wilhelminapark: Studenten betalen de prijs

Studenten die aan het Wilhelminapark wonen ervaren daklozenoverlast. Volgens studenten van het dispuut Hunky Dooly is de maat vol. Regelmatig is hun studentenhuis de dupe van inbraken en vernielingen. Hiervoor betalen zij een dure prijs.

COLUMN: Waar is de logica in de Formule 1?

0

Aankomende 29 februari start het nieuwe Formule 1 seizoen in Bahrein. Het grootste racespektakel ter wereld zal weer de hele globe overvliegen om de snelste racers op het circuit de strijd aan te zien gaan. Het zorgt voor een heuse wereldsport. Toch slaat de huidige kalender helemaal nergens op. Vandaar de vraag: Wanneer gaat er logisch nagedacht worden over de Formule 1 kalender?

Laten we beginnen met een onderwerp waar de Formule 1 ook veel aandacht aan besteed: klimaat. Zo willen zij in 2030 klimaatneutraal zijn. Met de slogan ‘Net zero carbon in 2030′ en hevige reclames met die slogan, laat de Formule 1 weten dat ze zeker iets willen doen aan de klimaatvoetprint die de sport achterlaat. Het gekke daaraan is, dat het lijkt alsof er alleen gefocust wordt op de auto’s en diens brandstof voor deze doelen.

Aan de kalender is er namelijk niets af te lezen van deze doelen. Zo begint het seizoen in het Midden-Oosten om vervolgens via Australië, Japan en China naar Miami te gaan. So far so good toch? Vanaf nu wordt het vreemd. Na Miami reizen we namelijk Europa in voor de races in Italië en Monaco om vervolgens weer naar Noord-Amerika (Canada) te reizen. Na de race in Canada reizen we wéér af naar Zuid-Europa voor de race in Spanje. Dan lijkt het eindelijk even te settelen. Zo blijft het racecircus voor even in Europa. Uiteindelijk gaan we via Azerbeidzjan naar Singapore om wederom naar Noord-Amerika te gaan. Ze eindigen namelijk weer gek. De coureurs gaan namelijk eerst racen in Austin en Mexico-stad. Vervolgens reizen ze af naar Brazilië om weer naar Amerika (Las Vegas) te gaan. Daarna gaat het spektakel naar Qatar. Dat is ook gek, want we waren een tijdje geleden al in Azië, sterker nog alles begonnen in het Midden-Oosten.

Natuurlijk snap ik dat een Grand Prix in Canada niet zomaar in de winter kan en dat een Grand Prix in Qatar in de zomer niet heel tactisch is vanwege het weer, maar er moeten betere oplossingen zijn dan deze. Waarom worden de continenten niet logisch afgerezen? Waarom wordt er van hot naar her gevlogen? Van Europa naar Noord-Amerika en terug en van Noord-Amerika naar Azië en terug. Het is gewoon niet logisch. Zeker niet voor een bedrijf dat zich zo openlijk voor het klimaat wil inzetten.

De enige wereldsport

Daarnaast zet de sport zichzelf als ‘enige’ wereldsport neer. Aangezien ze als een van de weinige sporten overal ter wereld opereren. Maar mogen we het wel echt een wereldsport noemen? Ik zou het eerder een Europese sport noemen. Van de 24 races dit jaar zijn er 9 in Europa. Daarnaast roept bij mij de vraag op: Waarom racen we nergens in Afrika? Dat deden we in het verleden wel. Kyalami Circuit in Zuid-Afrika is een historisch circuit voor de Formule 1. Waarom racen we er nu niet? Of misschien een stratencircuit in Noord-Afrika? Of een gemaakt circuit ergens anders in Afrika, waarom gebeurt het niet? De Formule 1 kiest zelf immers waar ze racen. Zet Afrika dan eens op de kaart.

Ook er is maar een race in Zuid-Amerika. Toegegeven het is een fantastisch circuit met rijke historie en het levert elke keer weer spektakel, maar waarom racen we alleen in Brazilië? Grote landen als Argentinië, Chili, Colombia & Uruguay daar moet toch ook te racen zijn? In het verleden is er ook in Argentinië geracet. Open de gesprekken met de Zuid-Amerikaanse landen ook eens. Daar moeten toch ook wel mogelijkheden liggen?

Met alle respect, de enige reden dat de races in het Midden-Oosten er zijn, is geld. Het Midden-Oosten heeft vier races. Vier races in de woestijn! Dat kan ook niet meer. Want racen is hier soms gewoon onveilig. In de Grand Prix van Qatar in 2023 moest coureur Logan Sargeant stoppen met racen vanwege oververhitting. Ja we houden van spektakel en sensatie, maar dat moet niet ten koste gaan van de mensen die ons dat spektakel willen brengen.

Teveel, Veel teveel

Als laatst zijn er momenteel gewoon teveel races. Vierentwintig stuks! Een paar jaar geleden waren het er nog twintig. Twintig zijn er ook meer dan genoeg. Het neemt ergens de spanning ook weg in het kampioenschap. Hoe meer races, des te meer kans coureurs kans maken om nog iets goed te maken. Je wil iedereen op het puntje van de stoel. Een fout moet fataal zijn. Iedereen moet op het toppen van zijn kunnen presteren. Meer races werkt gewoon niet. Het haalt zoals gezegd gewoon de spanning eruit. Het voelt een beetje als “Volgende keer beter Max, kan altijd gebeuren.” in plaats van dat de spanning er vanaf spat, omdat iemand een fout maakt.

Kortom: Deel de kalender logischer in, denk na over waar we racen en haal het aantal races omlaag. Dat is alles wat we nodig hebben voor een ideaal Formule 1 seizoen.

Foto: ANP/Sem van der Wal

Nog een dominant seizoen zal populariteit F1 niet goed doen 

0

Over iets meer dan een maand wordt het Formule 1-seizoen afgetrapt in Bahrein. Topfavoriet Max Verstappen zal zijn wereldtitel wederom gaan verdedigen. In 2022 en 2023 won de Nederlander met een grote voorsprong, nog een dominant seizoen zal de nodige gevolgen hebben voor de sport. 

Max Verstappen gaat na zijn succes in de afgelopen seizoenen ongetwijfeld als topfavoriet het nieuwe seizoen in. Ook omdat er dit seizoen geen grote veranderingen aan de auto’s worden doorgevoerd, dat zal in 2026 pas weer gebeuren. Nog een seizoen zonder echte spanning zal invloed gaan hebben op de populariteit, dat ziet ook Frank Woestenburg van Formule 1 Magazine: “We zien dat de interesse toeneemt in de aanloop naar het nieuwe seizoen, dat zien we onder andere aan de bezoekersaantallen online. Maar als na een aantal races blijkt dat er geen spanning in het kampioenschap zal zijn, zal de interesse weer afnemen. Gelukkig heeft de Formule 1 een loyale achterban, maar er zijn ook veel successupporters. Die zullen afhaken als er weinig spanning is.” 

Gevolgen al merkbaar 

Verstappen zette in 2023 een bizar seizoen neer, hij won 19 van de 22 races en verbrak meerdere records. Woestenburg vertelt dat hij tijdens vorig seizoen al enigszins een daling in populariteit merkte: “Toen tijdens de tweede seizoenshelft bleek dat de strijd al gestreden was, merkte we dat de verkoopcijfers van onze magazines tegenvielen. Zeker in vergelijking met het enorm spannende seizoen van 2021, toen gingen onze verkoopcijfers iedere keer door het dak. De eigenaren van de sport zeggen ook, dat het succes van Verstappen niet goed is voor de aantrekkingskracht van de sport.”  

Geen Nederlands fenomeen 

In de Formule 1 zijn meerdere periodes van dominantie geweest, zo won Lewis Hamilton tussen 2014 en 2020 6 wereldtitels. Ook de Duitser Michael Schumacher was met 5 titels op rij erg succesvol aan het begin van deze eeuw. Woestenburg merkt dat wat er in Nederland gebeurt, niet de eerste keer is in de geschiedenis: “In de succesvolle periode van Schumacher zag je een gelijk patroon als nu in Nederland. Ondanks dat Schumacher bijna iedere race met grote afstand won, nam de interesse af. Ik denk dus niet dat het een Nederlands fenomeen is.”  

Foto: ANP/Sem van der Wal

Verkiezingskoorts in Amerika: strijd en onzekerheid.

0

November 2024 brengt de Amerikaanse verkiezingen en daarmee een hoop twijfel. Wie zijn de kanshebbers? Wie gaat er als winnaar uit de bus komen? In dit artikel duiken we in het onderwerp met inzichten van expert Jennifer Smits-Kilgus en de persoonlijke ervaringen van Amerikaanse burger Jeroen Boersma, om tot antwoorden te komen.  

Tijdens de voorverkiezingen wordt er door de republikeinen en democraten gekozen wie hun partij gaat vertegenwoordigen gedurende de verkiezing. De democraten hebben zittend president Joe Biden naar voren geschoven. Bij de republikeinen zijn de voorverkiezingen nog gaande. Trump gaat momenteel aan kop. Volgens veel mensen is het al duidelijk, Trump zal de republikeinen vertegenwoordigen. “Ik denk dat het nog niet bepaald is”, zegt Jennifer Smits-Kilgus, expert op het gebied van Amerikaanse politiek.  

Nog niet voorbij  

Nikkie Haley is de andere kandidaat voor de republikeinen en volgens Smits-Kilgus nog steeds in de running. “Het moet nog duidelijk worden hoeveel geld Haley en Trump voor de partij hebben opgehaald. Hoe meer geld voor de partij, hoe meer stemmen.” De stemmen uit de voorverkiezingen worden staat voor staat bekend gemaakt. “Ze moet South Carolina winnen. Het is nog niet voorbij.”, aldus Smits-Kilgus.  

Nikki Haley Bron: EPA – Erik S. Lesser

Oud en vertrouwd  

Dat de democraten zo standvastig voor Biden hebben gekozen is volgens Smits-Kilgus niet slim. “Ze hebben niemand getraind om kandidaat te worden.” Smits-Kilgus heeft zelf met Biden gewerkt en vertelt: “Hij is heel proactief en enthousiast, maar 80 is 80.” Zij denkt dat ook de republikeinen problemen gaan hebben met de ouderdom van Trump, als hij hun gekozen kandidaat wordt. Smits-Kilgus: “Trump is al 77 jaar. Tijdens deze campagnes is hij al afwezig. Wanneer we nog meer van Trump gaan zien, gaat hij ook meer fouten maken.” Beide partijen kiezen dus voor oud en vertrouwd, wat ze beter niet hadden kunnen doen volgens Smits-Kilgus.  

Jeroen Boersma woont sinds 2021 in Amerika. Hij hoort in zijn omgeving vaak kritiek op beide partijen: “Hoe kan het dat dit de twee kandidaten zijn waar we uit moeten kiezen? ” Hoewel Nederland en Amerika allebei democratieën zijn, werkt de politiek heel anders. “Als je de ene partij niks vindt moet je op de andere stemmen. Er is niet zoveel keus als in Nederland.” Ook is het volgens Boersma onmogelijk voor een nieuwe partij om kans te maken. In de republikeinse en democratische campagnes zit ontzettend veel geld. Een nieuwe partij kan daar nooit aan tippen.  

Wie gaat er winnen?  

Boersma merkt dat de politiek in Amerika ver van de burgers afstaat. “De partij kiest de presidentskandidaat. Hoeveel invloed heb je als Amerikaanse burger wanneer het zo gestuurd wordt?” Met zijn omgeving heeft hij het dus ook weinig over de verkiezingen. Daarom heeft Boersma ook geen idee wie er gaat winnen. Boersma: “Ik verwacht wel dat het heel close wordt.” 

Zelfs expert Smits-Kilgus heeft nog geen idee. “We hebben nog 10 maanden. In de politiek is 10 maanden een eeuwigheid. Er kan nog van alles gebeuren; oorlog of geldproblemen bijvoorbeeld. Verder wordt het bekendmaken van de vicepresident een belangrijk moment.” De vicepresident wordt in het geval dat de president overlijdt (wat met Biden en Trump als kandidaten niet heel verrassend zou zijn) direct de nieuwe leider van het land. “Hier worden stemmen dus ook regelmatig op gebaseerd”, zegt Smits-Kilgus. Wie Amerika voor de komende vier jaar mag besturen blijft dus nog een raadsel. De verkiezingen vinden in november van dit jaar plaats.  

Foto: EPA – Shawn Thew

‘De Afrika Cup kan zeker worden vergeleken met de beleving van een Europees EK.’

Acht landen zitten nog in de strijd voor het Afrikaanse kampioenschap. Komend weekend zijn de kwartfinales van de Afrika Cup in Ivoorkust. Het is het grootste toernooi van Afrika, maar hoe leeft het daar? En is het te vergelijken met hoe het EK in Europa leeft? Arthur Renard, sportjournalist die op dit moment in Ivoorkust aanwezig is, geeft hier antwoord op.

De eerste wedstrijd van de Afrika Cup was op 13 januari. Ivoorkust, het land waar het toernooi wordt gehouden, mocht het spits afbijten en won met 2-0 van Guinee-Bissau. Komend weekend vinden de kwartfinales plaats. De favorieten van het toernooi, Senegal en Marokko, zijn al uitgeschakeld.

“Dat geeft echt een toernooigevoel wat ik ook al eerder heb ervaren op een EK.”

Arthur Renard

Toernooigevoel

Het toernooi leeft ontzettend in Ivoorkust. “De Afrika Cup kan zeker worden vergeleken met de beleving van een Europees EK. Hoe iedereen hier samen is, dat gevoel heb ik in Nederland ook altijd.”, vertelt Arthur Renard. “De belangstelling hier is super groot. Ik zat net in een taxi en elke taxichauffeur is voetbalgek. Maar ook overal op straat hebben mensen een shirt van Ivoorkust aan, ook als ze gewoon onderweg zijn naar werk. Dat geeft echt een toernooigevoel wat ik ook al eerder heb ervaren op een EK.”

Resellers

Veel toeristen lopen in Ivoorkust rond en zijn bezig met het voetbal, maar toch zijn de stadions vaak leeg. “Er zijn veel mensen die erbij zouden willen zijn, maar blijkbaar zijn veel kaartjes opgekocht door resellers. Die proberen het waarschijnlijk voor hoge prijzen te verkopen. Mensen zijn hier over het algemeen arm en kunnen dat niet betalen.”, aldus Renard. Niet alleen tijdens het toernooi maar ook daarna doet het wel iets voor het toerisme. “Ik zou zelf zeggen dat het daarna ook nog wat oplevert doordat de ervaring hier zo positief is. Mensen zijn vriendelijk en het is lekker weer waardoor je zo weer teruggaat.”

De kampioen

De vraag wie het toernooi gaat winnen leeft. Verschillende landen maken grote kans. “Elke keer worden de favorieten uitgeschakeld. Ik dacht eerst dat Senegal of Marokko zouden winnen, maar  die zijn al uitgeschakeld. Ergens denk ik Nigeria omdat die de beste indruk maken. Maar door de winst van Zuid-Afrika tegen Marokko heb ik in hen ook wel weer vertrouwen gekregen.”

De finale vindt plaats op 11 februari. Alle wedstrijden zijn ook in Nederland te bekijken via Ziggo Sport.

Foto: EPA/Legnan Koula