Jaarlijks trekken duizenden bezoekers rond Halloween naar diverse pretparken in Nederland om hen rot te laten schrikken door acteurs, met ticketprijzen tot wel 45 euro. Alhoewel schrikken meestal onaangenaam is, legt Erin Hermans, hoogleraar Cognitieve Affectieve Neurowetenschappen (Radboudumc), de reden achter het fenomeen uit: “Momenten die mensen meemaken die stressreacties geven, maar uiteindelijk een goede afloop hebben, dat zijn de momenten die mensen júíst leuk vinden.”
“Als er iets gebeurt wat angst veroorzaakt dan is je instinct om dat te ontwijken”, vertelt Hermans. “Aan de andere kant is het ook zo dat wij als mens uitdaging zoeken. Hoe het werkt met schrikreacties is dat we onderscheid maken tussen controleerbare en niet-controleerbare momenten. Dat betekent dus als we momenten ervaren die spannend zijn, slecht aflopen en waar we geen enkele controle over hebben dat we die momenten als stressvol ervaren. Als je dat vaker meemaakt dan leidt dat tot een steeds verdergaand gevoel van je leven niet onder controle hebben. Maar kan ook tot depressies of angststoornissen leiden op lange termijn. Maar als je spannende dingen aangaat die goed aflopen dan geeft dat juist het tegenovergestelde effect.” De spanning opzoeken, wetende dat het goed afloopt, is dus de perfecte formule voor de grote kaartverkoop van de parken.
Een gezonde mix van spanning, angst en opluchting lijkt het juiste recept van meerdere pretparken in Nederland om elk jaar weer mensen naar hun park te trekken. Parken zoals Walibi Holland, Attractiepark Toverland en Avonturenpark Hellendoorn organiseren jaarlijks in oktober, avonden waar acteurs bezoekers laten schrikken in diverse ‘scare zones’. Vanaf het jaar 2000 is de trend over komen waaien vanuit de Verenigde Staten. Scott Bravenboer, werkend bij de Events en Producties-afdeling van Walibi Holland laat weten: “Halloween in Walibi Holland is jaren geleden geïntroduceerd toen het Amerikaanse Six Flags eigenaar was van ons park. Zij deden in de VS al jaren Halloween events in de parken aldaar.”