Deze week wordt operatie “Market Garden” uit de Tweede Wereldoorlog tot en met zondag herdacht in grote delen van Nederland. Met name in Arnhem en omstreken is deze gebeurtenis een groot jaarlijks evenement. Verslaggevers van EyDaily gingen naar Oosterbeek om daar een bloemlegging bij te wonen.
Stress.
Woede.
Frustratie en irritatie.
Het zijn de emoties waarmee uw verslaggever, veertig minuten te laat, aan komt banjeren op de hoek van een T-splitsing waar de bloemleggingsdienst van operatie Market Garden in het Gelderse dorp Oosterbeek plaatsvindt. De trein die hij oorspronkelijk wou nemen, viel uit. Puffend door de nazomerhitte smijt hij een zwarte filmcameratas en het statief tegen een eikenboom aan en kijkt hij naar het herdenkingsmonument, inwendig vloekend over hoe de reportage is verpest door de NS.
De bloemen waren al gelegd, een klein groepje oudere mensen lijkt na te praten over de gebeurtenis. Recht achter het monument ligt een grote, witte villa met een publieke parkeerplek.
Er is geen speech, er zijn geen officiële gelegenheden gaande, slechts een paar mensen waren nog aanwezig. Niks te filmen, niks te doen.
Maar toen merkte hij op dat de achtergebleven oudere mensen Engels praatten. Brits-Engels.
…En de hoop flakkerde weer op.
Een drietal mensen staan met hun rug tegen een metershoge heg en lijken geanimeerd in discussie te zijn. Ieder draagt een poloshirt met een logo erop van “The Arnhem 1944 Fellowship”. De meeste zijn blauw in kleur, maar hier en daar draagt iemand ook een rood exemplaar. Een van deze drie mensen is David Locke, tevens de voorzitter van de vereniging.
“Mijn oom, Arthur Locke, heeft meegevochten tijdens operatie Market Garden”, vertelt hij. “Hij diende in een grensregiment, het 1ste bataljon. Direct betrokken bij het gevecht om Oosterbeek was hij niet, wel hij streed mee op een andere plek rondom Arnhem.” Vol vuur vertelt David over de geschiedenis van zijn organisatie: hoe het oorspronkelijk ontstond onder de naam “Arnhem veterans club” en zou zijn opgestart door een van de hogere officieren die hebben meegevochten tijdens de Slag om Arnhem: Brigademajoor Tony Hibbert, commandant van de ‘1ste parachute brigade’.
Tijdens ons gesprek loopt een vrouw met grijs haar rond op de weg, met onderscheidingen geborduurd op haar rode vest. Wanneer gevraagd wordt of de leden van ‘The fellowship’ allemaal op de foto willen, wordt ze geroepen om samen met twee andere vrijwilligers te poseren.
“Mijn naam is Stephanie Hardie”, vertelt ze.
“Mijn vader was een piloot van een zweefvliegtuig waar de paratroepen uit sprongen. Hij heeft voor zijn dienst meerdere onderscheidingen verdient, maar die liggen thuis in Engeland. Ik draag kopieën, op de rechterkant van mijn borst, niet de linker.”
Hiermee wijst ze op de strikte etiquette die hoort bij medailles: Eigen onderscheidingen hoort men op de linkerborst te dragen, medailles van ouders of voorouders draag je op je rechterzijde.
Kort na het fotomoment raken we aan de praat met een van de bewoners van Oostbeek zelf.
“Ik ben nauw betrokken bij de herdenkingen voor de Slag om Arnhem”, aldus Eric Paap. Op de vraag of zijn shirtje iets van rank indiceert, reageert hij met een lach: “Nee, maar ik ben enkel basislid. De meeste mensen die hier vandaag zijn, hebben familie die meevocht tijdens Market Garden of zijn zelf veteranen van die strijd. Ik volg alles wat met Market Garden te maken heeft, omdat het zo dicht bij huis is. Ik heb hier mijn hele leven gewoond, dus het voelt allemaal zo dichtbij.”
Langzaamaan maken de laatste mensen zich klaar om weer te vertrekken. Bij het afscheid zegt Eric, in het Engels, zodat iedereen het kan verstaan:
“Thank you. For taking an interest.”