★★★☆☆
Regie: Pieter van Rijn | Scenario: Jandino Asporaat, Michel Bonset en Maarten Swart | Cast: Jandino Asporaat, Phi Nguyen, Sergio IJssel, Ankie beilke, Kwok One, Alpha Oumar Barry, Albert Jan van Rees | Duur: 91 minuten
Al tijden zijn de Bon Bini films van Jandino Asporaat, met excentrieke en net-over-het-randje typetjes, een groot succes. De eerste film Bon Bini Holland is bekroond met zowel een Gouden Film als een Gouden Kalf. Ook de drie opvolgende delen wisten een Gouden Kalf te bemachtigen. De Bangkok-variant is precies wat te verwachten valt: vol cliché typetjes en humoristische scenes.
Na de successen van de vorige films pakt Asporaat uit met een wereldwijde productie: Robertico reist af naar Ghana waar hij een nieuwe vestiging van het fastfoodrestaurant F.C. Kip wil openen. Alleen geld voor de uitbreiding is er niet, het restaurant in Nederland loopt niet goed. Om de vestiging in Ghana te financieren, probeert ze een lening te krijgen bij de bank. Daar wordt ze vierkant uitgelachen door de medewerkers. Om de betaaldeadline te halen gaan Judeska en Ping Ping wanhopig een lening aan bij duistere Aziatische zakenman Lo-Pei Chan. Zonder het contract te lezen gaan ze met hem in zee. Lo-Pei Chan belazert hen en neemt de restaurants in beslag. Om hun fastfoodketen terug te krijgen gaan Judeska en Ping Ping naar Bangkok om onder het contract uit te komen.
De Bon Bini films staan bekend om de niet conventionele grappen. Karakters zoals de racistische Gerrie en de Turkse kledingmaker Ahmet zijn stereotyperend neergezet. Indiaanse Rajesh wiebelt continu met zijn hoofd en de Aziaten beheersen Engels niet goed. De kers op de taart is een scene in het restaurant waar Judeska het
aan de stok krijgt met twee klanten die zich niet veilig voelen. ‘Jullie zijn Transformers?’ vraagt ze aan de twee nadat ze vragen of er een genderneutraal toilet is.
De vertrouwde karakters Kofi, Rajesh, Judeska, Noltie en Ping Ping zijn precies zoals je zou verwachten. Judeska doet nog steeds niets in het restaurant, Ping Ping runt een ondergrondse organisatie waar hij geld mee verdient. Rajesh weet hoe de zaak wel gerund moet worden en Kofi & Noltie huppelen op de achtergrond achter de rest aan.
Het Bangkok avontuur
Judeska, Ping Ping en de hacker van Ping Ping’s emperium Roy gaan met z’n drieën naar Bangkok om het contract van Lo-Pei Chan ongedaan te maken. Bij aankomst worden ze al gespot en begint het vechten. De vechtscène wordt vergezeld door het nummer Kungfu Fighting en speelt zich af in slow-motion beelden. In de zaal barste het gelach los. Vooral toen Roy, niet bewust van de aanval op de groep, genoot van een kopje ramen. Het lachen blijft hierbij, grotendeels bij alle grappen en momenten blijft het stil in het publiek.
In de film zitten talloze goede momenten: de doordachte uitleg van het plan om de tablet van Lo-Pei Chan met het contract te stelen, de ultieme vechtscène in Bangkok waar Judeska, gehuld in een Kill-Bill kostuum de straat onveilig maakt, en Judeska’s droomauto montage. Deze feel-good film is een komisch spektakel waar je van moet houden. Zeker voor de Bon Bini- en Jandino fans zal deze film hun hart veroveren. Een minpunt is het einde. Het hoofdprobleem is abrupt opgelost en in de laatste vijf minuten komt een plot-twist ineens aan het licht.
Maar wat maakt deze film geschikt voor het bredere publiek? Er zijn grappige momenten die je door de film heen slepen, maar het lijkt grotendeels alsof verschillende sketches simpelweg bij elkaar zijn gevoegd. Het is zonder twijfel een kwestie van smaak; zelfs met de grappen die niet iedereen goed vindt, spat het enthousiasme van de film af. De film verkent een terrein dat weinig anderen betreden. Met zijn onconventionele humor onderscheidt deze film zich van andere Nederlandse filmproducties.
Foto bron: ANP, Robin Utrecht