Home Blog Pagina 4

“We willen een vereniging blijven, geen commerciële hal”

Terwijl padelclubs in heel Nederland uitbreiden, kiest padelvereniging Kapelle voor een ledenstop. De club wil haar identiteit als vereniging behouden en zich verzetten tegen de opkomst van consumentensport.

Drukte in de piekuren

Op een drukke avond op de clubterreinen van Kapelle valt meteen iets op: de piek ligt in de avonden doordeweeks. Van maandag tot en met donderdag tussen ongeveer zeven en tien is het druk op de padelbanen; zondagochtend is ook vaak vol. Overdag en in het weekend is het relatief rustig. Toch besloot voorzitter Annette Rikkers onlangs een ledenstop in te voeren voor nieuwe padellers. Niet omdat er te weinig banen zijn, zegt ze, maar omdat de club haar verenigingscultuur wil beschermen. “We willen een vereniging blijven,” zegt Rikkers, “geen commerciële hal waar mensen alleen komen om even een potje te spelen.”

Waarom de ledenstop is ingesteld

De club hanteert sinds kort een ledenstop die vooral invloed heeft op nieuwe padellers. Belangrijk detail: de maatregel is technisch zo ingericht dat nieuwe tennislidmaatschappen wél mogelijk zijn, terwijl nieuwe padelaccounts in het reserveringssysteem worden geblokkeerd. Het bestuur heeft daarvoor een label in het ledenbeheer ingesteld, een pragmatische oplossing om bestaande tennissers niet te benadelen en de druk op de padelbanen te reguleren.

Die vorm van afscherming is geen arbitraire keuze. Rikkers, die al jaren betrokken is bij de administratie en de praktijk kent, legt uit dat de druk op vooral de avonduren fors is geworden. ‘Je kunt op veel momenten makkelijk een baan reserveren,’ zegt ze, ‘maar iedereen wil precies die primetime.’ Die concentratie van vraag op dezelfde uren zorgt voor echte knelpunten: teams die competitie spelen, leden die jaren op dezelfde avond spelen en nieuwe aanmeldingen die de balans verstoren.

Hoe groot is de padelgroei in Kapelle?

De cijfers die de voorzitter noemt, zijn bescheiden maar sprekend. De club telt rond de 450 leden; haar eigen steekproef in het reserveringssysteem levert een inschatting van ongeveer 110–120 mensen die (ook) padellen. Er is relatief veel jeugd en een stevig aantal tennisteams: de wintercompetitie kent meerdere tennisteams, waar de padelparticipatie in die competitie juist laag blijft. Op dit moment staan er volgens de voorzitter slechts een handvol mensen op de wachtlijst, een fractie van wat je zou verwachten bij echte schaarste. Tegelijkertijd ziet het bestuur extra aanmeldingen binnenkomen: zij schatten dat er dit jaar veel nieuwe leden bijgekomen zijn, mogelijk rond de honderd.

Waarom de club niet zomaar uitbreidt

Wat in Kapelle opvalt is dat de club niet blind meegaat in de algemene reflex om uit te breiden zodra er meer vraag is. De voorzitter noemt praktische beperkingen: geld, ruimte en de bezettingsgraad buiten de piek. Een extra baan kost veel en levert niet automatisch meer club-inkomsten op als die maar een paar uren per week echt wordt gebruikt. Bovendien zit de club op een locatie met bestaande huizen in de buurt, waardoor overlast en planning meespelen. In recente gevallen elders in de regio leidde de komst van nieuwe sporthallen of commerciële centra zelfs tot ledenverlies: enkele mensen trokken weg naar een grotere hal die dichterbij of flexibeler was.

De verschuiving naar consumentensport

Een andere belangrijke dynamiek is de veranderende houding van spelers. Nieuwe padellers blijken vaak anders georganiseerd te zijn: ze boeken losse uren, betalen liever dan dat ze taken draaien, en zien het padel meer als een consumptiedienst dan als lidmaatschap met verplichtingen. Binnen de Kapelse club is dat zichtbaar geworden in de bardiensten: veel nieuwe leden kiezen ervoor om bardiensten af te kopen. Dat verkleint het dagelijks verenigingsleven en legt extra druk op de vrijwilligers die de club al heeft. Bestuursleden maken zich zorgen over het effect daarvan op samenhang en betrokkenheid: willen ze een plek die vooral toegankelijk en betaalbaar blijft voor de buurt, of veranderen ze langzaam in een commerciële aanbieder?

Een bewuste keuze voor clubcultuur

Die spanning, tussen verenigingswaarde en consumentengedrag, is precies wat het Kapelse bestuur heeft doen besluiten nu te begrenzen. De keuze is niet anti-padel, benadrukt de voorzitter; het is een keuze om te bewaren wat volgens hen de kern van de club is: vaste tijden voor vaste leden, competitie en activiteiten, en een laagdrempelige sfeer. Als de club straks meer structurele mogelijkheden ziet (ruimtelijk of organisatorisch), dan wil ze altijd opnieuw overwegen. Tot die tijd is het wachten op de normale jaarcyclus van opzeggingen en instromende leden om te zien hoe de balans zich ontwikkelt.

Een lokale keuze met landelijke betekenis

Kapelle is daarmee een interessante case: een club die tussen twee trends in zit, op nationale schaal groeit padel hard, maar lokaal is de reactie niet per se meer banen bouwen. Het gaat hier evenzeer om vraagmanagement, identiteit en de vraag wie je als vereniging wilt zijn. Voor nu kiest Kapelle ervoor de bestaande leden en de clubcultuur voorrang te geven boven ongeremde groei. Dat maakt van een lokale ledenstop geen eenvoudig administratief besluit, maar een verklaring over wat de club waardevol vindt en welk soort sportomgeving ze wil blijven bieden.

Stemmen op een familielid, “Je groeit wel op met bepaalde normen en waarden thuis”

0

De campagnetijd van de verkiezingen zijn nét voorbij. De lijsttrekkers waren elke dag weer bij een ander debat of talkshow te vinden om zo veel mogelijk stemmen te winnen. Door deze media blootstelling bereiken ze tegelijk honderden kijkers vanuit het hele land. Maar hoe zit het met de mensen uit hun eigen stad, wijk of huis? Proberen politici ook hun stem te winnen of zijn ze ál gewonnen? Jasmijn Ribbens, dochter van Anita Pijpelink (GroenLinks-PvdA, nummer 26), verteld haar verhaal.

“Ik ben opgegroeid met bepaalde normen en waarden van thuis, die ik dan dus ook heb.” Wat ook de reden is waarom Jasmijn deze verkiezingen op haar moeder heeft gestemd. Ze heeft het gevoel dat veel kinderen hun normen en waarden overkrijgen van hun ouders en dat dat bij haar zelfs nog wat sterker is, omdat het bij hun wat vaker over de politiek gaat aan de eettafel. “Dus ik denk dat het mij wel beïnvloedt op die manier.” Wel zegt Jasmijn dat haar moeder benadrukt dat ze zelf moeten kiezen waar ze op stemmen, en dat het niet per definitie op haar is.

Als moeder en dochter ben je het niet altijd eens in huis, “maar” zegt ze, wat betreft de politiek is ze het zelden oneens met haar moeder. Daarnaast zijn er ook onderwerpen waar zij zich iets minder in verdiept: “Dan heb ik ook wel van, ik vertrouw deze partij en mijn moeder er op dat ze zich daarop inlezen en daar genoeg verstand van hebben.” En wanneer ze een bepaald standpunt dan niet helemaal begrijpt, dan vraagt ze duiding aan haar moeder.

Negatieve reacties krijgt ze niet omdat haar moeder een politicus is, maar juist omdat ze zélf “niet geheimzinnig” over haar politieke voorkeuren is. Ze hoort soms van haar eigen vrienden dat ze “te feministisch” is. Ze vertelt dat ze het liefst politieke voorkeuren en haar sociale contacten wilt scheiden, maar dat dat niet altijd het geval is. “Als normen en waarden ver uit elkaar staan kan ik dat wel lastig vinden, maar ik probeer nog steeds naar de persoon zelf te kijken”.

Het aantal buitenlandse studenten in Nederland neemt af: “opleidingen bieden minder vakken in het Engels aan”

Nederland kent al jaren een sterke groei in het aantal internationale studenten, maar dat beeld begint te kantelen. Uit recent onderzoek van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) blijkt dat steeds minder buitenlandse studenten zich aanmelden voor een bacheloropleiding in Nederland. De afname lijkt niet toevallig: hbo-studies en universiteiten hebben maatregelen getroffen om de instroom van internationale studenten te beperken.

Een belangrijke verklaring voor de daling ligt in het ingevoerde wetsvoorstel ‘Internationalisering in Balans’, vertelt Bert Viel, woordvoerder van DUO. Deze wet is bedoeld om een evenwicht te creëren tussen de voordelen en nadelen van internationalisering in het hoger onderwijs. Onderwijsinstellingen en de minister krijgen hiermee meer instrumenten in handen om te sturen op thema’s als de onderwijstaal, de taalvaardigheid van studenten en het aantal studenten dat per opleiding wordt toegelaten.

De wet maakt het bijvoorbeeld mogelijk om een numerus fixus in te stellen bij opleidingen waar de capaciteit wordt overschreden of waar te veel buitenlandse studenten zich aanmelden. Daarnaast bieden opleidingen steeds minder vakken in het Engels aan, alleen de belangrijke vakken blijven in die taal beschikbaar.

Minder instroom, grotere gevolgen

Ook Nuffic, de organisatie die zich specifiek richt op internationalisering in het onderwijs, ziet de gevolgen van de teruglopende internationale instroom. Zij laten weten dat de trend verschillende risico’s met zich meebrengt.

Zo ontvangen onderwijsinstellingen minder inkomsten, omdat zij per student worden bekostigd. “In combinatie met de bezuinigingen op het hoger onderwijs en de verwachte terugloop van het aantal Nederlandse studenten de komende jaren, kan dit leiden tot ontslagen of het schrappen van opleidingen,” aldus Nuffic. Vooral instellingen in grens- en krimpregio’s, zoals de Universiteit Maastricht, worden hierdoor geraakt.

Daarnaast kan de afname op de lange termijn economische gevolgen hebben. Minder internationale studenten betekent ook minder afgestudeerden die in Nederland blijven werken, juist in sectoren waar tekorten zijn, zoals techniek en IT. Nederlandse studenten kiezen daar relatief weinig voor, wat volgens Nuffic de concurrentiepositie van Nederland kan verzwakken. 

Oudere migranten overwinnen taalangst dankzij dagbesteding in Delft

“Hier durven mensen wél te praten”, zegt begeleider Eva van Doren (31) van dagbesteding Willem Felsoord – Ipse de Bruggen in Delft. Oudere migranten blijken daar merkbaar Nederlands te leren doordat schaamte verdwijnt in kleine, veilige groepen. Sita Ramkisoen (72) ziet haar zelfvertrouwen “voor het eerst in jaren” groeien.

In de dagbesteding in Delft ontmoeten ouderen elkaar iedere week om activiteiten te doen, zoals samen koken, geheugenspelletjes en koffiemomenten. Tijdens deze dagelijkse handelingen worden deelnemers gestimuleerd om eenvoudige woorden uit te spreken. Van Doren benadrukt het belang van laagdrempelig oefenen. “Buiten, in het dagelijks leven, moet je presteren, hier mag je proberen”, legt ze uit. Volgens haar werkt een schoolsetting vaak averechts voor deze doelgroep. “Het zorgt voor druk en faalangst.” De vier geïnterviewde vrouwen, Sita Ramkisoen (72), Bea Kokoe (69), Mala Doerga (73) en Najat El Idrissi (72), wonen al meerdere decennia in Nederland, maar spraken thuis vooral Sranantongo of Marokkaanse dialecten. “Thuis spreek ik alleen Sranantongo en Sarnami Hindustani”, vertelt Ramkisoen. “Hier probeer ik Nederlands. Ik maak fouten, maar niemand lacht.” Angst om niet begrepen te worden leidde eerder tot ontwijkgedrag, zeggen ze.

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat ongeveer 42 procent van de oudere migranten moeite heeft met dagelijkse taalvaardigheid. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde eerder dat één op de drie migrantenouderen weinig contact heeft met Nederlandstalige buurtgenoten. Schaamte en angst om fouten te maken behoren volgens Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) tot de grootste drempels.

Volgens van Doren werkt de dagbesteding sinds begin dit jaar structureel aan taalstimulering. Zo worden boodschappenlijstjes geoefend, alledaagse begrippen benoemd en korte gesprekjes herhaald. “We koppelen woorden aan situaties die ze buiten ook kunnen gebruiken”, zegt ze. De methode is informeel: begeleiders corrigeren alleen wanneer deelnemers daar zelf om vragen. El Idrissi merkt dat dit helpt: “We lachen samen. Dan voelt fout minder fout.” Naast taalwinst vermindert het buurthuis volgens de vrouwen ook sociaal isolement. “Ik was eerst veel alleen”, vertelt Doerga. “Hier heb ik vriendinnen gemaakt. Als je je beter voelt, praat je ook beter.” Daarmee sluit hun ervaring aan bij landelijke zorgen over eenzaamheid onder oudere migranten. Pharos, expertisecentrum gezondheidsverschillen, stelt dat ruim 30 procent van deze groep publieke voorzieningen vermijdt uit angst voor onbegrip.

Het succes trekt inmiddels nieuwe bezoekers, merkt van Doren. “Mensen horen dat anderen vooruitgaan. Zo groeit het langzaam.” Zij vreest echter dat de capaciteit beperkt is door personeelstekorten. Voor Ramkisoen is de verbetering merkbaar. “Mijn kleindochter zegt dat ik mooier Nederlands praat”, vertelt ze trots. “Nu durf ik zelfs een praatje te maken bij de supermarkt.” Van Doren ziet dat vaker ontstaan: “Zelfvertrouwen is een taal op zichzelf.”

Een dramatisch slechte eerste helft verandert in een doelpuntenfestijn

0

Voor de tweede keer in 5 dagen speelden RKC en Cambuur tegen elkaar in het Mandemakersstadion. Vorige editie eindigde in een 4-2 overwinning voor de Waalwijkers. Ook deze editie wist RKC Cambuur te verslaan, met een 3-2 overwinning. Hiermee schakelen zij de ploeg uit Leeuwarden uit en gaan zij verder in het bekertoernooi. 

Slechte eerste helft 

De eerste helft van de wedstrijd was een schaakspel. Op een koude, regenachtige avond wist de wedstrijd het publiek in ieder geval niet warm te maken. Beide teams wilden geen risico nemen, en de bal naar achteren leek centraal te staan in de wedstrijdplannen. Met een paar luttele kansen, viel uiteindelijk in de 39e minuut van de wedstrijd het eerste schot op goal. Dit schot werd gelijk verzilverd tot goal door de spits van RKC. Tim van der Leij liep tegen de voorzet van Castillo aan en kopte deze buiten het bereik van de keeper. 

Vermaak in de tweede helft 

Na rust leek het alsof beide trainers donderpreken gegeven hadden. Het spel veranderde van een saai, tactisch spelletje naar een waar voetbalspektakel. De kansen leken niet op te houden. In de 50e minuut scoorde Felicia de 2-0. Nog geen twee minuten later scoort Tony Rölke de 2-1 en de 30 meegereisde supporters gaan uit hun dak. 4 minuten later wint de Friese ploeg een penalty, die binnen wordt geschoten door aanvoerder Diemers voor de gelijkmaker. 

De teams waren opzoek naar de 5e goal van de wedstrijd. In de 74e minuut kopte wisselspeler Held een voorzet van Altena binnen, die zijn 2e assist van de wedstrijd geeft. Lang lijkt RKC de voorsprong te kunnen verdedigen. Tot in de allerlaatste minuten de bal ineens voor de voeten van Remco Balk viel, die de bal binnen tikt voor 3-3. Tenminste zo denkt hij, want de grensrechter staat met zijn vlag omhoog voor buitenspel tot ongeloof van de Cambuur spelers. Zij zijn ervan overtuigd dat de bal via een speler van RKC bij Balk terechtkwam. De scheids gaat mee met de beslissing van de grens en de wedstrijd eindigt in een 3-2 voor de Waalwijkse ploeg. Zij komen voor de tweede keer op rij als beste geel-blauwe ploeg uit de strijd. 

Opkomst “Stemfie” om stemfraude tegen te gaan. “mensen maken graag selfies van alles.”

Steeds meer mensen maken foto’s van hun stembiljet. Dit kan vele redenen hebben. Je kan een foto maken voor jezelf, voor social media voor je familie, óf om stemfraude te voorkomen. dat denken sommige mensen op X. Door een foto te plaatsen met je stem, en het stembureau waar deze stem is uitgebracht, kunnen deze mensen zo de stemmen controleren.

“Ik verzoek alle kiezers op Forum voor Democratie een foto van hun stembiljet te maken en deze aan mij te willen tweeten. Graag erbij van welk stembureau nummer en plaats.” Dat zet @rijswijkjan1 op X. En de mensen reageerden, veel mensen plaatsten zo’n foto. Bij stembureau Centraal station Tilburg “Noordzijde” vinden ze er wel wat van. “De wereld is nou zodanig veranderd dat mensen graag selfies maken van alles. Daar moeten wij ons als stembureau aanpassen.” zegt de voorzitter van het stembureau. 

Er komen wel regels kijken bij een zogenaamde “Stemfie”. Zo mag jij, of een ander persoon niet in beeld gebracht worden. “Wij houden nauwlettend in de gaten wie er allemaal foto’s maken. Als er geen referentie naar het persoon zelf staat, is dat verder ook niet te herleiden.

Nieuwe samenwerking Douwe Egberts en Bruna: “We willen de spaaractie terugbrengen naar de winkelstraat”

De bekende spaarzegels van Douwe Egberts zijn vanaf volgend jaar weer in te wisselen. Na het faillissement van partner Blokker vorig jaar stond de actie tijdelijk stil, maar wordt nu weer nieuw leven ingeblazen. Annemarie en Marjan, spaarders van de zegels, geven aan de actie een beetje vergeten te zijn. Maar met een nieuwe samenwerking met de Bruna hoopt Douwe Egberts dan ook op een stabiele en passende partner voor het oude vertrouwde spaarprogramma.  

Het Spaarprogramma 

Al 100 jaar is de spaaractie een bekend begrip in Nederland. De zegels, die te vinden zijn op de koffiepakken en picknick-theezakjes, kun je inwisselen voor allerlei soorten producten: van waterkokers en koffiezetapparaten tot koffiekopjes en theeglazen. Lang was de Blokker hét inruilpunt voor het spaarprogramma, maar na het faillissement van de winkel kwam de actie stil te liggen. Douwe Egberts liet weten niet volledig te stoppen met de actie, waardoor de punten wel hun waarde zouden behouden. Er was enige onduidelijkheid waar de zegels dan wél ingeleverd konden worden: tot nu.  

Herkenbare Plek 

De Bruna is dé nieuwe plek waar mensen terecht kunnen. Een woordvoerder van Douwe Egberts laat weten dat ze bewust gekozen hebben voor deze winkel: “We hebben gekeken naar wat het beste aansluit bij onze spaarders om het spaarprogramma op lange termijn voort te zetten.” Doordat de actie al jaren zo’n begrip is, hopen ze opnieuw een herkenbare, laagdrempelige plek te bieden om de punten in te wisselen. “Ons doel is om het iconische Douwe Egberts spaarprogramma terug te brengen naar de winkelstraat. Het programma is voor veel mensen een traditie: waardepunten uitknippen, bewaren en samen iets moois uitkiezen.”  

Fysieke Winkel 

Annemarie (53) spaart al 30 jaar zegels. Ze is ooit begonnen met sparen omdat het vroeger een interessant merk was. “Vroeger spaarde je met elkaar. Ik ruilde met familie en ging daarna shoppen in de fysieke winkel.” Marjan (44) spaart ook al jaren, maar doet niet veel met de punten. “Ik ben 1x naar de fysieke winkel in Rotterdam geweest met mijn moeder om wat uit te zoeken. Later heb ik nog bij de Blokker gekeken voor de koffie, maar daarna nooit meer wat meegedaan. Ze liggen te verstoffen op zolder.” 

Niet meer van deze tijd 

Annemarie is blij met de nieuwe samenwerking. “Hartstikke leuk. Ik ga denk ik niet meer sparen, maar inleveren wel.” Volgens haar is de spaaractie niet meer van deze tijd. “Het systeem is voor een bepaalde leeftijd. Het merk is niet meegegaan met de tijd.” Een andere doelgroep kunnen ze met deze samenwerking niet aantrekken, vindt ze. “Het merk is daar te oubollig voor. De oudere generatie is bekend met de fysieke winkel, maar dat is nu niet meer.” Marjan zegt over de spaaractie dat ze het een beetje vergeten is: “Ik loop een keer in de Bruna en dan denk ik vast ‘ohja’ en zal ik ze wel weer opzoeken. Maar moet eerlijk toegeven, gisteren heb ik er toevallig eentje weggegooid.” 

Kaartverkoop bekerkraker Willem II nog bijzonder laag

0

Hoe smaakmakend deze wedstrijd op voorhand lijkt, slaat de wedstrijd tegen FC Dordrecht nog niet aan bij de normaal altijd fanatieke aanhang van Willem II. Volgens clubwatcher Job Willemse van het Brabants Dagblad zou er pas 50 procent van de beschikbare kaartjes verkocht zijn. Dat zou betekenen dat er maar 7000 van de mogelijk 14000 fans aanwezig zouden zijn. Normaal gezien zitten er in het Koning Willem II stadion rond de 12500 fans.

Een Keuken Kampioen Divisie-wedstrijd met beladen geschiedenis, maar dan in de KNVB Beker: Willem II zal het in eigen huis opnemen tegen FC Dordrecht. Een wedstrijd die in mei nog uitliep op strafschoppen, waarbij ‘de Schapenkoppen’ aan het langste eind trokken. Volgens Willemse kan het wel eens heel vermakelijk worden: “Ik verwacht veel doelpunten.”

Willem II staat momenteel zesde, FC Dodrecht volgt daar kort achter op de achtste plek. Van de laatste tien wedstrijden wonnen de ‘Kruikenzeikers’ er zes, toch zijn al deze gegevens niet relevant volgens Willemse: “Beide teams zijn gewisseld van trainer en er zijn bij beide teams veel veranderingen in de selecties geweest.” De Tilburgers zijn nog erg zoekende, de resultaten schommelen en er klinken al klagende geluiden vanuit de supporters over de nieuwe trainer John Stegeman. Echter hoeft de ervaren oefenmeester zich nog niet druk te gaan maken, althans volgens de clubwatcher: “De club voelt zich nog helemaal niet genoodzaakt om na te denken over een contract ontbintenis.”

Selectieproblemen

Blessures en vertrokken spelers, dat zijn volgens Willemse problemen waar de Tilburgse club mee kampt. Een groot gemis is Mickaël Tirpan, de voormalig Belgisch voetballer moest net na het einde van de zomertransferperiode zijn carrieré beëindigen door sarcoidosis. Willemse legt uit wat het probleem hiervan is: “Doordat hij dus moest stoppen na de zomertransferperiode kon de club geen vervanger halen. Hierdoor is er een gat op de rechtsachter positie.” Ook op het middenveld zijn veel belangrijke spelers vertrokken, zoals Ringo Meerveld, die de overstap maakte naar SC Heerenveen.

Heb jij je digitale nalatenschap al geregeld?

0

Volgens de Alliantie Digitaal Samenleven hebben 85% van de Nederlanders hun digitale nalatenschap niet op orde. 70% heeft er zelfs nog nooit van gehoord. Dat geldt echter niet voor Robert (68) en Alexa (71). Zo is Robert op initiatief van zijn vrouw op een lezing afgekomen die bibliotheek Midden-Brabant gisterochtend over dit onderwerp organiseerde. “Mijn vrouw had mij hiervoor ingeschreven. We zijn ons aan het oriënteren qua testament, daar hoort dit ook bij.”

Na iemand zijn overlijden blijven social media-accounts, e-mails, appjes en de cloudopslag vaak bestaan. Dit kan zelfs leiden tot identiteitsfraude door criminelen. Nederlanders blijken hier dus nog niet goed over op de hoogte te zijn.  

Robert had er voor de lezing al bij stilgestaan om zijn digitale erfenis vast te leggen. “Ik heb een lijst met wachtwoorden voor mijn kinderen. Ik ga het ze wel expliciet meegeven om alles te verwijderen wat niet voor hen of voor mij belangrijk is.” Alexa voelde zich hier echter nog niet toe geroepen, ook niet na de lezing. “Nu nog niet, te confronterend om daar nu al mee bezig te zijn. De duidelijkheid naar mijn kinderen komt nog wel.”

Niet alleen belangrijk voor ouderen

De aanwezigen bij de lezing waren allen de pensioensleeftijd al voorbij. Jongeren denken (logischerwijs) nog niet na over hun nalatenschap. Al zijn er wel belangrijke redenen om dit wél te doen. Bijvoorbeeld omdat je duurzaamheid belangrijk vindt. Alles wat offline gehaald wordt, scheelt in dataopslag en daarmee in de uitstoot van CO2.

Daarnaast ligt er het gevaar van identiteitsfraude Criminelen gebruiken gegevens van overledenen om bijvoorbeeld bestellingen op diens naam te plaatsen, of een bankrekening te openen. Specifieke wetgeving over het digitale nalatenschap is er nog niet. Vandaar dat als er niks in een testament is opgenomen, alles eigenaar blijft van de dienst die je hebt gebruikt. Zoals Instagram, Outlook of je Cloud. Rechten over jouw persoonsgegevens gaan dus niet over naar jouw nabestaanden.

Om het helder in een testament te laten opnemen of in ieder geval voor je naasten op te schrijven is ten eerste voor jezelf belangrijk. Wat mogen anderen van je blijven zien op bijvoorbeeld social media? Maar daarnaast is het voor je nabestaanden ook belangrijk. Voor hen kan het heel waardevol zijn om nog je laatste foto’s of gesprekken te bekijken.

Voor nabestaanden is het ontzettend fijn om niet in een complexe zoektocht terecht te komen van wat jouw wensen zijn rondom je digitale nalatenschap. Of er überhaupt geen toegang toe te kunnen krijgen. Voor nog meer informatie over je digitale nalatenschap kun je kijken naar de volgende campagne: https://www.datanadedood.nu/campagnes/data-na-de-dood

SPIE-ladies hopen op meer vrouwen in de techniek

So’ SPIE-ladies, een organisatie binnen techniekbedrijf SPIE, gaat een nieuwe online campagne beginnen over vrouwen in de technieksector. De organisatie hoopt te verbinden, inspireren en meer vrouwen aan te trekken voor een carrière in de techniek.

12% van het personeel in de technieksector zijn vrouwen. Bij techniekbedrijf SPIE is dat rond de 10%: “Eigenlijk is dat veel te weinig om een divers bedrijf te zijn”, vertelt Jacqueline Hus, voorzitter van So’ SPIE-ladies. “We proberen dat cijfer wel omhoog te krijgen. We willen een diversiteitsplatform dat ervoor zorgt dat we het aantrekkelijker maken voor vrouwen om voor een technisch vak te kiezen”, aldus Hus.

Vooroordelen houden vrouwen tegen

“Ik denk dat er meiden zijn die eigenlijk wel een technische baan willen kiezen, maar daar niet voor kiezen omdat het niet tussen de haakjes hoort”, meldt Hus. “Als jonge meisjes en vrouwen zien die een technisch beroep kiezen, zijn ze ook sneller geneigd om in de techniek te werken.”

‘Je bent niet de enige’

Hus heeft een aantal jaar geleden gekozen voor een carrière in de techniek; iets wat toen zeldzamer was dan nu: “Vroeger was het heel gek dat ik voor een technisch beroep koos. We hopen dat het door de campagne steeds normaler wordt. Wat ik vooral wil zeggen tegen alle jonge meisjes en vrouwen die in de techniek willen werken, is dat ze niet de enigen zijn. Er zijn gelukkig vrouwen die je voor zijn gegaan, en het aandeel daarvan wordt steeds groter. Hoe meer vrouwen zich uiteindelijk besluiten aan te sluiten, hoe diverser het werk ook wordt, en hoe meer we ook weer voor elkaar kunnen krijgen.”

Een diversere toekomst

Hus hoopt met deze campagne dat SPIE en de technieksector meer divers wordt: “Wat ik hoop is dat we minimaal 20-25% vrouwen binnen het bedrijf kunnen aantrekken op de diverse lagen. Denk aan hoger management of in de uitvoering. Daar is het percentage het laagst. Het zou mooi zijn als ook daar meer dames aan het werk gaan. Je hebt net een kijk op bepaalde zaken of problemen. En dat zou wel het ideale beeld zijn.”