Bendegeweld Haïti staat symbool voor politiek wanbeleid en internationale bemoeienis

In korte tijd escaleerde het geweld van bendes in Haïti. Na een kleine twee weken van onrust maakte de president Ariel Henry bekend af te treden. Maar daar is de onrust niet gelijk mee over. Net als dat de escalatie niet van de ene op de andere dag plaatsvond.

Het bendegeweld in Haïti kwam in de wereld binnen toen op 3 maart één van de grootste gevangenissen werd bestormd. Daarbij kwamen duizenden gevangen vrij. De bendes in Haïti kwamen in opstand tegen de regering van president Ariel Henry, die maandag zijn vertrek aankondigde. Daarmee hebben de bendes hun doel bereikt. Hoe het nu verder gaat is afwachten. “Telkens weer is de gewone bevolking de dupe van de onrust”, zegt Marcel Catsburg. Catsburg woonde zelf vijf jaar in Haïti, werkte voor een hulporganisatie en volgt nog altijd het nieuws via onder andere lokale kranten. Volgens hem zat het geweld er al lange tijd aan te komen.

Disclaimer: Wij spraken Catsburg voordat bekend werd dat Henry af zou treden.

“Ik moest denken aan het Nederlandse gezegde ‘wie wind zaait, zal storm oogsten’. Nu is de storm losgebarsten. Het moest een keertje fout gaan“, vertelt hij. De zaadjes werden geplant door oud-presidenten. In juli 2021 kwam de groeispurt toen president Jovenel Moïse werd vermoord in zijn woning. Ariel Henry nam zijn taken over. “Je hebt een tijdelijke regering die geleid wordt door een soort interim minister-president. Met een regeringsploegje daar omheen. Er is verder geen parlement meer, geen enkele gekozen parlementariër.”

Moïse en zijn voorgangers gebruikten de bendes volgens Catsburg om critici de mond te snoeren. “Om de zin van politici door te drijven. Bijvoorbeeld door demonstranten die demonstreerden tegen de overheid een lesje te leren. Dus die bendes zijn op een gegeven moment eigenlijk gebruikt als een soort knokploegen van de regering.” Het legde de basis voor de huidige situatie in het land.

‘Papa Doc’

Het eerste kwartaal van 2024 is zodoende een nieuw hoofdstuk in de toch al zo rumoerige geschiedenis van Haïti. Het land in het Caribisch gebied is één van de armste op het westelijk halfrond en heeft in de afgelopen decennia op met name politiek vlak een zware tijd gekend. Vanaf 1957 werd Haïti bestuurd door de dictator François Duvalier, ook wel bekend als ‘Papa Doc’. Na zijn dood nam zijn zoon Jean-Claude Duvalier, ‘Baby Doc’, het stokje over. De leefomstandigheden en mensenrechten stonden zwaar onder druk, wat tot vele vluchtelingen leidde. Nadat de Verenigde Staten druk uitoefende, stond Jean-Claude de macht af en vluchtte hij naar Frankrijk.

In de jaren daarna namen meerdere hooggeplaatste legercommandanten de leiding, steevast afgezet door hun concurrenten. In 1990 braken grootschalige protesten uit en werden er verkiezingen uitgeschreven. De linkse priester Jean-Bertrand Aristide won, maar een half jaar later werd hij afgezet door middel van een staatsgreep, gepleegd door militairen en aanhangers van de oud-dictator Duvalier.

Amerikaanse inmengingen

De Junta’s, zoals de groep heette, bleven tot 1994 aan de macht. Na het aannemen van een VN-resolutie viel de Verenigde Staten Haïti binnen met een troepenmacht om de Junta-regering af te zetten. Met succes, waarna Aristide terug kon keren als president. Het was het begin van een rustigere periode met door het volk gekozen presidenten Aristide en René Préval. Tot 2004, toen Aristide in zijn tweede periode wederom met een staatsgreep werd afgezet.

Catsburg: “De Verenigde Staten willen eigenlijk in hun achtertuin mensen hebben die ze naar hun hand kunnen zetten, die positief zijn voor de Amerikaanse industrie.” Aristide paste niet in dat plaatje. Ondertussen werd hij volgens Catsburg wel nog steeds gesteund in de volksbuurten. “Dus nadat Aristide de tweede keer verdreven was, waren er nog heel veel aanhangers van hem die in die sloppenwijken zaten en zich gingen verzetten tegen de nieuwe regering.” Met de tweede termijn van Préval keerde de rust weer terug.

Begin 2010 werd Haïti getroffen door een zware aardbeving. Direct daarna zijn er verkiezingen georganiseerd, gewonnen door Michel Martelly. Dat is volgens Catsburg op een ‘wonderlijke manier’ gebeurd. “Daar hebben de Verenigde Staten zich gewoon in gemengd. In Martelly zagen ze iemand die ze naar hun hand konden zetten. Om zeg maar allerlei Amerikaanse bedrijven toegang te geven tot de Haïtiaanse markt.”

‘Parallelle machtsstructuur’

Met Martelly en Moïse kreeg Haïti twee presidenten die volgens Catsburg niet op de steun van de bevolking konden rekenen. Daar begon naar zijn idee ook het probleem met de bendes. “Aanvankelijk waren het gewoon een soort wijkbendes. Die aan de ene kant een soort good guy, bad guy waren voor de wijken. Die zorgden voor een stukje veiligheid en ook wel opkwamen voor de belangen van de wijk. Maar tegelijkertijd vroegen ze bijvoorbeeld beschermgeld aan de bewoners.” Hun macht groeide toen de presidenten een beroep op de bendes deed om demonstraties van tegenstanders neer te slaan. Volgens Catsburg waren de bendes technisch gezien dus in dienst van de president van Haïti.

De moord op Moïse, twee-en-een-half jaar geleden, veranderde de situatie drastisch. Ariel Henry werd kort na de moord beschuldigd van medeplichtigheid. Als reactie daarop ontsloeg hij de aanklager. Omdat de bendes de kant van Moïse kozen, keerden ze zich tegen Henry. “Toen is dat bendegeweld in Haïti enorm geëscaleerd. Vroeger waren die bendes duidelijk ondergeschikt aan de overheid en de politie. Nu zijn ze eigenlijk een soort parallelle machtsstructuur geworden.” De kleine politiemacht waar Haïti over beschikt kon daar niks tegen beginnen.

Henry hoopte een troepenmacht naar Haïti te halen om te helpen. Kenia zou die missie leiden en duizend agenten sturen. Maar dat duurt langer dan gehoopt, omdat het hooggerechtshof in Kenia het in eerste instantie tegenhield. Daarop reisde de Haïtiaanse president naar het Afrikaanse land om te praten over een mandaat. Dat moment grepen de bendes aan om een opstand te beginnen in Haïti. Na diplomatiek onderhandelen de afgelopen dagen is Henry, waarschijnlijk onder internationale druk, afgetreden.

Zoveelste interventie

Catsburg verwacht dat er in de nieuwe situatie ook een troepenmacht zal komen. “Ik denk dat op dit moment het merendeel van de mensen zegt ‘laat alsjeblieft die internationale troepen komen’. Want slechter kan het niet worden. Er moet iets gebeuren.”

Het zou de zoveelste internationale troepenmacht of interventie zijn op Haïti. “Het feit dat ze nu weer komen is al heel erg ongunstig. De komst van deze militairen is de schuld van politieke onwil vanuit de regering en vanuit de internationale gemeenschap om echt tot een oplossing te komen. En dan blijkt er geen andere oplossing te zijn dan weer militairen te sturen.” Catsburg hoopt dat er deze keer eindelijk een structurele oplossing komt. Daarvoor moet men naar alle partijen luisteren. Iets waar het de vorige keren vaak aan ontbrak.

Ook denkt Catsburg dat de bendes aan tafel moeten schuiven. “De bendes moeten betrokken worden bij het ontwikkelen van nieuwe plannen voor Haïti. Want ze zijn gewoon een partij. Je kan gewoon niet om ze heen.” Hij gelooft niet in een militaire overwinning op de bendes. De troepen moeten de orde herstellen, zodat er met een interim-regering gebouwd kan worden aan de toekomst. “Laat het vergezeld gaan met een diplomatieke inzet om alle partijen van Haïti om de tafel te krijgen en te werken aan een nieuwe start.”

Uitgelichte foto: EPA/SIFFROY CLARENS

Geselecteerd door de redactie

Deel dit bericht

Lees verder

Toekomst ‘Kimderboerderij’ Ridderkerk onzeker: “Ik vind het ontzettend jammer voor ons buurtinitiatief”

Gelegen aan de Ringdijk in Ridderkerk ligt de Kimderboerderij....

Dansmiddag in Kerkdriel: meer dan alleen gezelligheid

Al 6 jaar lang organiseert Aria van der Zalm...

Student steeds vaker multi-jobber.

Steeds meer Nederlanders werken twee of meerdere banen. ‘Multi-jobbing’...