In de Lochal in Tilburg spreekt Lize Spit over haar nieuwste roman, ‘Autobiografie van mijn lichaam’. Tijdens het interview met Leonoor van Dam, specialist collectie bij Bibliotheek Midden-Brabant, vertelt Spit over het schrijven van haar boek, de ingewikkelde relatie met haar moeder en hoe dit haar kijk op zichzelf heeft beïnvloed.
Het is eind 2021 als Spit een e-mail ontvangt van haar moeder, waarin staat dat ze slokdarmkanker heeft in een vergevorderd stadium. Deze mail betekent niet alleen het begin van de laatste levensfase van haar moeder, maar ook een laatste poging tot toenadering tussen moeder en dochter. Spit vertelt hoe de relatie met haar moeder al jarenlang bestaat uit afstand, onuitgesproken gevoelens en gebrek aan communicatie. Via een e-mail deelt haar moeder belangrijke boodschappen met Spit, haar broer en zussen. Dit laat volgens Spit zien dat er sprake is van een emotionele afstand tussen hen. Ze legt uit dat de band met haar moeder moeizaam was, maar dat er geen sprake was van liefdeloosheid. “We dachten vaak in elkaars plaats, in plaats van dingen aan elkaar te vragen”, vertelt ze.
Laatste levensfase
Spits moeder worstelde jarenlang met een alcoholverslaving. Door de kanker moet ze gedwongen stoppen met alcohol. Spit vertelt dat haar moeder in die nuchtere periode voor het eerst volledig ‘aanwezig’ was. Haar moeder verblijft tijdens de laatste weken van haar leven in een palliatieve eenheid. Hier slikt ze medicijnen zoals Ritalin, dankzij dit medicijn communiceert haar moeder scherper dan voorheen en ontstaan er gesprekken die jarenlang onmogelijk leken. Toch is, ook in deze fase van haar moeders leven, eerlijkheid een obstakel. “Communicatie was een soort machtsmiddel in de relatie tussen mijn ouders,” legt ze uit. “Mijn vader dwong mijn moeder jarenlang om te communiceren, waardoor openheid altijd moeilijk is”.
Geen dagboek of memoir
Het schrijven van het boek was een intensief proces, dat plaatsvond terwijl haar moeder nog leefde. Het boek is volgens Spit geen dagboek of memoir, alhoewel er wel stukjes uit haar jeugddagboeken in staan. Ze legt uit dat het boek een literaire roman is, maar ze heeft er bewust geen fictieve elementen aan toegevoegd over haar moeder. Dan zou het een ander persoon worden. “Als schrijver heb je een machtige positie”, geeft Spit toe. Toch vindt ze het belangrijk om trouw te blijven aan haar ervaringen en herinneringen. Ze benadrukt dat haar roman meer is dan alleen een reflectie op de relatie met haar familie: het onderzoekt ook hoe haar lichaamsbeeld is beïnvloed door haar opvoeding.
Geen persoonlijke afrekening
Dat onderzoek naar haar lichaamsbeeld is een belangrijk onderdeel in het boek. Ze vertelt dat ze als kinderen thuis vaak werden gekleineerd, of er werden opmerkingen gemaakt over hun lichamen zoals “daar zijn ze weer met hun dikke olifantspoten”. Terwijl zij, haar broer en zussen wel gewenst zijn. “Dat voelde wrang”, zegt ze. Spit vertelt dat ze die opmerkingen later in haar leven zelf ook maakte: “Daar komt de walvis binnen! Dat soort dingen ging ik dan hardop zeggen over mezelf.” Hoewel het boek diep ingaat op haar familieverhaal, benadrukt Spit dat het geen persoonlijke afrekening is. Het heeft juist als doel om een eerlijk beeld te schetsen van haar ervaringen, en de relatie met haar moeder. Volgens Spit is het een poging om te begrijpen hoe de relatie tot zo’n punt heeft kunnen groeien, zonder daarbij te oordelen.
Grootste beloning is erkenning Na het interview is het tijd voor vragen vanuit het publiek. Tijdens het beantwoorden van de vragen vertelt Spit dat ze het mooi vindt wanneer lezers zich herkennen in haar verhaal en hun eigen ervaringen delen. “Een boek schrijven dat niet alleen persoonlijk is, maar waar meerdere mensen zich in kunnen herkennen is een grote beloning”, vertelt Spit.