De COP28 klimaattop vond afgelopen week plaats in Dubai. Tienduizenden vertegenwoordigers van regeringen en grote bedrijven gaan met het meest klimaatonvriendelijke vervoersmiddel om vlak naast een van de grootste gascentrales ter wereld te spreken over de toekomst van broeikasuitstoot.
Bij elke top hoort een voorzitter. Ditmaal is dat Sultan al-Jaber. Hij is directeur van Abu Dhabi National Oil Company. De Verenigde Arabische Emiraten verzuimt al jaren rapporten in te leveren bij de VN over de hoeveelheid uitstoot van methaan door olie- en gasbedrijven. Terwijl veel andere landen zich wel hieraan houden. Genoeg redenen voor een cynische blik op de klimaattop.
Een hoop ambitieuze landen die graag willen stoppen met het oliegebruik gingen in gesprek met landen die juist daarmee willen doorgaan. Heeft het wel nut om die klimaattoppen te houden? Nou, blijkbaar wel. Er is woensdag een akkoord bereikt. Landen worden opgeroepen “geleidelijk weg te gaan van fossiele brandstoffen in het energiesysteem” om rond 2050 uit te komen op netto-nul uitstoot.
Is er dan toch een knop omgezet? Dit is het eerste akkoord in dertig jaar over olie op een klimaattop. Voorheen staken landen zoals Saudi-Arabië er een stokje voor. Zijn die klimaattoppen dan toch al het geld en uitstoot waard?
Het brengt het onderwerp wel onder de aandacht, met name in landen die afhankelijk zijn van de export van fossiele brandstoffen. Ook al blijf ik sceptisch over afspraken en gestelde doelen op gebied van klimaat, aangezien zowat ieder land op aarde nog achter de feiten aanloopt op het gebied van uitstoot. Maar er lijkt een stap gezet te zijn.