De buitenspeelcampagne Hartje Winter is deze week van start gegaan. Dit winterse activiteitenprogramma moet kinderen enthousiast maken om meer buiten te spelen. Dit jaar doen 3100 kinderopvanglocaties mee met de actie, en daarmee 100.000 kinderen. In de kou rondrennen is niet per se aantrekkelijk voor kinderen, maar dit is juist wel belangrijk volgens organisatoren IVN Natuureducatie en Humankind.
Wroeten in de aarde, touwtjespringen op het speelplein en ‘soep’ maken van blaadjes, takjes en zand: buitenspelen doen veel kinderen dagelijks. In de zomer spelen kinderen gemiddeld zeventien uur per week buiten, maar ’s winters daalt dit aantal aanzienlijk. Dan speelt bijna de helft van de kinderen slechts vijf uur per week buiten, blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. Om dit percentage weer omhoog te krikken is drie jaar geleden de campagne Hartje Winter gestart.
Sinds 2013 werken de organisaties samen aan programma Natuurkr8 om meer kinderen de natuur in te krijgen. Deze campagne is hier een onderdeel van.
Vliegeren in de wind en stampen in regenplassen
De campagne is in het leven geroepen na een onderzoek van Jantje Beton. ‘’Uit dat onderzoek bleek al jaren dat kinderen van tegenwoordig veel minder buiten spelen dan hun ouders en opa’s en oma’s, maar liefst zes keer minder. En dan met name in de winter wordt er veel minder buiten gespeeld, vijftien procent van de kinderen speelt zelfs nooit buiten,’’ legt Adviseur Public Relations en Public Affairs, Marjolein van der Gaag, van IVN uit. Daarnaast zijn er andere factoren die volgens Gaag een aanleiding waren voor de campagne. Problemen rondom overgewicht, verslechterde motoriek en ogen die achteruitgaan door veelvuldig schermgebruik speelde hierin een rol.
Het programma is gevuld met diverse activiteiten. In de sneeuw kunnen kinderen sneeuwpoppen maken en sneeuwballen gooien. In de regen gaan kinderen in regenkleding met potten en pannen muziek maken. ‘Want het klettert dan allemaal zo lekker’ vertelt Gaag. Als het hard waait gaan de groepen vliegers maken en daarmee vliegeren. ‘’Verder zijn er allerlei activiteiten zoals simpele bingokaarten met daarop afbeeldingen zoals een worm, musje of een takje. Dan gaan de kinderen deze zoveel mogelijk zoeken op het plein. Er zijn ook speciale vogelvoederplekjes en voorleesactiviteiten bij een kampvuur.’’
Kan dat wel in de kou?
Uit beide onderzoeken blijkt dus dat kinderen meer moeten buitenspelen, maar waarom dan in de winter? In de stromende regen of met dikke jas in de kou. Juist in de frisse winterlucht spelen is goed voor kinderen aldus Gaag: ‘’De frisse buitenlucht en natuur zijn goed voor de fysieke en mentale gezondheid van kinderen, de natuur maakt kinderen rustig. Het buitenspelen wordt met name als het nat en koud is een uitdaging, terwijl het wel belangrijk is voor de gezondheid. Kinderen die actief bezig zijn, hebben vaak helemaal geen moeite met de kou. Vooral goed aankleding is belangrijk.’’
Waarom buiten spelen goed is
Tegenwoordig spelen kinderen niet veel meer buiten. Volgens het Nederlands jeugd Instituut speelt zelfs bijna een of de zes kinderen nooit buiten, terwijl het buitenspelen juist veel voordelen heeft voor kinderen. Er zijn lichamelijke voordelen: spelen in zonlicht zorgt dat ze meer vitamine D binnen krijgen, wat goed is voor de ontwikkeling van botten en het immuunsysteem. Daarnaast zorgt het buiten zijn voor mentale ontwikkelingen. Uit een onderzoek van Harvard Health Publishing blijkt dat buiten zijn verschillende vaardigheden stimuleert. Zo leren kinderen door het spelen zelf dingen uit te zoeken en risico te nemen. Door in een boom te klimmen en te vallen en weer op staan, of bijvoorbeeld met andere kinderen samen te spelen.
Een andere reden waarom buiten spelen gepromoot wordt is door het schermgebruik van kinderen. Het onderzoek van het Trimbos-instituut, Netwerk Mediawijsheid en Hogeschool Windesheim laat zien dat gemiddeld jonge kinderen tot en met 6 jaar 100 minuten per dag aan digitale media op de tablet, telefoon en televisie besteden. Dit is bijna het dubbele van de 1 uur die de World Health Organisation (WHO) adviseert.
Foto bron: Unsplash, Ben Wicks