De eigenaar van de tweedehands kledingwinkel Lot van Os heeft een nieuw initiatief gelanceerd: de ‘Free Fashion Karren’. Aan deze kar kun je kleding achterlaten die je niet meer draagt of leuk vindt. In ruil daarvoor mag je gratis een ander kledingstuk meenemen. “We zijn al bekend met de ruilbibliotheekjes, dus hopelijk wordt dit ook een nieuwe standaard,” zegt Van Os enthousiast.
Op dit moment zijn nog maar twee karren, beide in Tilburg. De kar blijft een week in iemands voortuin staan en daarna wordt hij doorgegeven aan de volgende persoon. “Mensen zijn ontzettend nieuwsgierig. Het is leuk om te zien dat mensen letterlijk voor je deur komen shoppen terwijl je zelf op de bank zit,” aldus Van Os, die de kar zelf ook in zijn tuin had staan
Initiatief
‘Als je iets hebt, deel het gewoon.’ Vindt Van Os, daarom heeft hij dit initiatief bedacht. Het idee is dan ook dat mensen hun kleding niet zomaar weggooien, maar dat ze erbij stil staan dat er anderen zijn die de kleding nodig hebben. Marlon Puntcommaas (40) heeft de kar eind augustus een week gehad. ‘Het is eigenlijk vanaf dag één dat we de kar hadden al een groot succes geweest, ik bleef de kleding op het rek maar aanvullen.’
Doel
De karren blijken meer te doen dan alleen het uitwisselen van tweedehands kleding. Volgens Puntcommaas heeft de kar een positieve impact gehad in de buurt. Veel buurtbewoners zijn enthousiast over de kar voor de deur. ‘’Je hebt dan weer vaker gesprekken met de mensen in de buurt.’’ Legt ze uit. ‘’Ook kwam er een dakloze jongere langs, met wie ik toen ook een ontzettend leuk gesprek heb gehad.’’ Vertelt ze. ‘’Hij heeft mij een hand gegeven en mij verteld dat hij mij dankbaar is dat hij nu weer een warme trui heeft.’’
Volgens Van Os loopt het initiatief enorm goed. Op de website van FREE FASHION kunnen mensen zich aanmelden als zij de kar een week in hun voortuin willen plaatsen. Inmiddels zijn er al meer dan honderd aanmeldingen binnengekomen, wat volgens Van Os bewijst dat er veel behoefte is aan de karren. De derde en vierde karren zijn onlangs naar Groningen en Friesland gebracht, en het initiatief blijft zich uitbreiden.
