LUXEMBURG – De Europese grens- en kustwacht Frontex hoeft geen schadevergoeding aan een groep Syrische vluchtelingen te betalen. Dit besloot het Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie vandaag. Frontex biedt alleen technische en operationele bijstand aan de lidstaten en kan dus niet aansprakelijk worden gesteld.
6 september 2023 – Teun de Jager
Op het Griekse eiland Milos zette de Syrische vluchtelingen in 2016 hun eerste voet op Europees grondgebied. Hierna zijn ze overgeplaatst naar het eiland Leros. Het verzoek van de Syriërs voor internationale bescherming is nooit officieel ingediend. Griekenland heeft uiteindelijk besloten om in samenwerking met Frontex de vluchtelingen over te dragen aan Turkije.
De vluchtelingen hebben, na een mislukte poging voor het indienen van een klacht, een vordering tot schadevergoeding ingediend bij het Gerecht. Zij vinden namelijk dat Frontex zich niet heeft gehouden aan de grondrechtenbescherming bij deze terugkeeroperatie. Deze vluchtelingen eisten 136.000 euro van Frontex voor alle materiële en immateriële schade die zij hebben opgelopen.
Het Gerecht ging hier niet in mee. De lidstaten van de Europese Unie zijn bevoegd om verzoeken van internationale bescherming te onderzoeken. Dan komen deze lidstaten tot een besluit. Dit besluit zou een terugkeer kunnen zijn. Frontex voert deze beslissing uit en heeft dus geen bevoegdheid om zelf te kunnen besluiten tot terugkeer van vluchtelingen. Frontex kan dus niet aansprakelijk worden gesteld. Of de Syrische vluchtelingen opnieuw naar de zaak gaan kijken of een lidstaat voor het Gerecht gaan slepen is nog onbekend.