De Hongaarse regering wil de bescherming tegen discriminatie voor transgenderpersonen uit de wet schrappen, wat hen kwetsbaar maakt voor ongelijkheid op werk, in zorg en onderwijs.
De Hongaarse regering, onder leiding van premier Viktor Orbán en zijn rechts-nationalistische Fidesz-partij, zet een nieuwe stap in het inperken van de rechten van transgender personen. De regering bouwt voort op de grondwetswijziging uit 2020, die stelt dat ‘de mens man of vrouw is’. Hierdoor kunnen transpersonen hun geslacht wettelijk niet meer aanpassen, wat betekent dat zij hun geslacht in officiële documenten niet kunnen veranderen.
Nu wil de regering ook de bescherming tegen discriminatie op basis van genderidentiteit schrappen uit de wet op gelijke behandeling. Dit betekent dat als de wet wordt aangenomen, transgender personen geen juridische bescherming meer hebben tegen discriminatie op het werk, in de zorg, op school of bij andere diensten. Ze kunnen dan niet langer naar de rechter stappen als ze worden gediscrimineerd vanwege hun genderidentiteit.
De Hongaarse transgenderrechtenorganisatie Transvanilla reageert fel en noemt het een directe aanval op de gemeenschap. “De regering erkent transgender mensen niet langer als burgers met gelijke rechten,” zegt de organisatie. Ze zien het als een verdere beperking van de rechten van transgender mensen. “De regering stuurt een duidelijke boodschap: je mag niet bestaan buiten het opgelegde binaire geslachtsbeeld van man of vrouw,” stelt Transvanilla.
Transvanilla roept op tot verzet en internationale aandacht. “Dit mag niet in stilte voorbijgaan. We moeten de wereld laten zien wat hier gebeurt en druk uitoefenen om deze discriminerende maatregelen te stoppen.” De organisatie benadrukt dat zij zich blijven inzetten voor de rechten van transgender personen.