Bij een Nederlands kampioenschap in de winter is schaatsen de vanzelfsprekende associatie, maar gisteren is toch echt het Nederlands kampioenschap biertappen gehouden. Op de horecavakbeurs Horecava in de RAI Amsterdam tapten bartenders uit het hele land er op los, alles voor die felbegeerde eer. En dat vereist meer dan alleen goede tapskills.
Het Nederlands kampioenschap biertappen wordt georganiseerd door Stichting Tapwedstrijden. In het hele land vonden tapwedstrijden plaats, waarbij 47 regionale winnaars zich hebben gekwalificeerd voor het moment suprême.
Zo ook Roel van Dalsum van Ons Caffeej in Uden, die niets aan het toeval overlaat. ,,Ik heb veel op de zaak getapt en goed gelet op hoe het bier zich gedraagt, filmpjes bekeken van vorige edities en veel tijd gestoken in het bestuderen van het protocol”, zegt hij. Deirdre Blok van Café Maxim in Nijmegen heeft veel geoefend met haar baas, Kris Gerrits. Hij is niet de minste leermeester, want in 2023 gaf hij het goede voorbeeld door zelf het NK biertappen op zijn naam te schrijven.
Serveren is een spel
Het protocol telt welgeteld vier pagina’s. Kort samengevat, worden de deelnemers beoordeeld op het voorbereiden, tappen, presenteren en serveren van zowel pils als speciaalbieren – dus niet alleen op het getapte biertje zelf.
,,Biertappen draait om veel meer dan alleen het perfect tappen van een biertje”, oordeelt jurylid Karin Mazereeuw, die zelf drie keer heeft meegedaan aan de prestigieuze wedstrijd. ,,Wanneer ik aan tafel zit, voel ik direct of iemand gastvrij is. Je kunt een glimlach opzetten, maar als die oprecht is, komt dat binnen. Verder let ik goed op of de deelnemer contact blijft maken met ons. Het is een spel dat je moet beheersen.”
Serveren doen de deelnemers door op het uitgestrekte podium van de tap naar de jurytafel te lopen, over een als het ware rode loper, maar dan in het zwart. Van Dalsum denkt vooral bij dat onderdeel punten te scoren. ,,Ze zeggen weleens dat ik een horecakop heb. Ik doe mijn werk met plezier, en dat moet ook wel. Het is echt vakwerk, en hier kan ik dat uitstralen.” Blok, die dezelfde brede glimlach draagt en een brok van enthousiasme uitstraalt, beschouwt serveren ook als haar kracht. ,,Dat kan ik ontspannen doen.”
Tactiek
Toch merkt Mazereeuw dat veel deelnemers vooral op het serveren de mist in gaan, want er komt nóg meer bij kijken dan alleen een glimlach. ,,Liggen de viltjes kaarsrecht of recht? Dat maakt nog een verschil. Kaarsrecht betekent dat ze precies in lijn naast elkaar liggen, en het biertje moet vervolgens op het midden van het logo worden geplaatst”, legt ze uit.
Blok noemt het volgen van het protocol de ‘grootste uitdaging’. ,,Ik ben altijd bang dat ik iets vergeet, zoals dat ik de twee juryleden geen gedag zeg. Ik doe het liever op automatische piloot, zonder een volle zaal, cameramannen en juryleden die naar me kijken.” Om de spanning te verlichten, neemt ze af en toe een biertje. ,,Ik vind het fijn om de scherpe randjes ervan af te halen.”
Van Dalsum gebruikt ook die tactiek. ,,Zo wil ik voorkomen dat ik met het glas in mijn hand tril en het bier uit de tuit loopt.” Hoewel hij zelfverzekerd is in zijn tapvaardigheden, kijkt hij ook naar de wedstrijden van anderen. ,,Daar haal ik leermomenten uit.”
Vakmanschap
In de eerste ronde tapten de deelnemers tegelijkertijd twee vaasjes, in de tweede ronde tegelijkertijd twee fluitjes. Voor Van Dalsum en Blok was de tweede ronde het eindstation.
De tien deelnemers met de minste aftrekpunten in de eerste twee rondes gingen door naar de finale, waar de stand weer op ‘nul’ begon en de uitdaging flink toenam: zij tapten twee fluitjes, twee vaasjes en een speciaalbier tegelijk, en schonken daarnaast een speciaalbier aan tafel uit. Ivo Smeets van café In den Ouden Vogelstruys in Maastricht scoorde het hoogste over alle onderdelen en ging aan het einde van de rit met de winst naar huis.
Het doel van de wedstrijd is niet alleen om aandacht te vragen voor het perfect getapte biertje, maar ook om de trots, passie en het vakmanschap van bartenders te stimuleren. ,,Biertappenis echt een vak en vraagt om vakmanschap”, stelt Gerrit Verweij van Stichting Tapwedstrijden.