Steven Kazàn brengt voorleesontbijt tot leven: ‘Ontzettend van genoten’

Nog snel even een verhaaltje voor het slapengaan: het is nog altijd immens populair in de kinderkamer. Maar naast dat het lekker slaapt, brengt voorgelezen worden door papa of mama ook een hoop andere voordelen met zich mee. Tijdens de Nationale Voorleesdagen, die woensdag van start zijn gegaan, staan deze positieve effecten én de voorleesvaders centraal.

Woensdagochtend werden er door heel het land voorleesontbijten georganiseerd. Veel bekende vaders gaven daarbij het goede voorbeeld door voor te lezen uit het Prentenboek van het Jaar: Rinus. Zo ook Steven Kazàn, die bij basisschool De Watermolen in Roosendaal vol passie het verhaal van de avontuurlijke neushoorn Rinus voordroeg aan groep 1-2.

“Ik vond het heel spannend, maar ik heb er ontzettend van genoten”, biecht Kazàn na afloop eerlijk op. “De kinderen kijken je met grote ogen aan en gaan helemaal op in het verhaal. Het is enorm leuk om die koppies te zien”. Kazàn kreeg de kleuters goed mee in het verhaal, maar dat komt omdat hij thuis behoorlijk wat heeft kunnen oefenen met zijn zoon. “Hij is nu negen jaar, dus voorlezen hoeft bij hem nu niet meer. Maar vroeger heb ik dat heel veel gedaan.”

Thuis en in de klasSuzanne Kok is hoofd Campagnes Kind en Jeugd bij Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPMB). “Voorlezen vormt de basis voor een heel leven leesplezier”, zegt ze. “De woordenschat van het kind gaat er enorm op vooruit, maar ook sociaal en emotioneel is het ontzettend belangrijk om op jonge leeftijd voorgelezen te worden.”

Kok’s advies aan alle (aanstaande) papa’s en mama’s is dan ook om zo vroeg mogelijk te beginnen met voorlezen. “Ik ben mijn eigen dochtertje al voor gaan lezen toen ze drie maanden oud was. Dan begrijpt ze er natuurlijk vrijwel niks van, maar je bent wel bezig met je kindje. Je hebt samen een moment. Die bonding is ook hartstikke belangrijk voor een kind.”

Omdat een groot deel van de dag van een kind zich op school afspeelt, richten de Nationale Voorleesdagen zich ook op basisscholen en kinderdagverblijven. “We hopen dat de relatie van deze twee instanties met de bibliotheken door deze campagne heel goed wordt en blijft”, aldus Kok.

Het Prentenboek van het Jaar 2025: Rinus, van Ingrid en Dieter Schubert. Foto: Sander Boer

Moeders trekken nipt de kar“Heel veel ouders lezen ’s avonds voor, omdat het een rustgevend moment is om de dag mee af te sluiten. Maar je kunt natuurlijk altijd voorlezen, heel de dag door”, tipt Kok. “Als je als ouder heel druk bent kan het wel eens vergeten worden, maar wij hopen vooral dat het een routine wordt om dagelijks voor te lezen.”

Uit onderzoek van GfK blijkt dat moeders nog altijd de belangrijkste leesopvoeders zijn binnen een gezin. Van de moeders met kinderen tussen 0-12 jaar, leest 70 procent dagelijks voor. Onder vaders gaat het om 55 procent. “Dat laatste verschil willen we graag nog wegpoetsen”, zegt Kok. “Alleen al voor het moment met je kindje en de band die er beter van wordt. Maar ook omdat je dan als vader het goede voorbeeld geeft aan je kleintje.”

Kazàn heeft de lat voor de voorleespapa’s in Roosendaal misschien iets te hoog gelegd. Zeker als hij een goochelboek pakt, kan het voor de kinderen natuurlijk helemaal niet meer op. “Dat vonden de kinderen prachtig, zeker omdat we het samen hebben gedaan”, vertelt Kazàn opgetogen. “We gingen van een blanco tekenboek naar eentje met tekeningen, maar na wat toverspreuken hebben we ze ook nog ingekleurd. Dat is magie.”

De kinderen uit groep 1-2 van basisschool De Watermolen in Roosendaal luisteren aandachtig naar Steven Kazàn. Foto: Johan Wouters

Lees verder

Geselecteerd door de redactie

Deel dit bericht