Terwijl de bladeren van de bomen vallen en de dagen korter worden, zou je niet snel meer de aanwezigheid van muggen verwachten. Toch zijn er nog steeds muggen actief. Bioloog Arnold van Vliet legt uit hoe dit komt.

Volgens Van Vliet wordt de activiteit van insecten, waaronder muggen, sterk beïnvloed door de temperatuur. “Het wordt steeds warmer, ook in september en oktober. Deze warmte zorgt ervoor dat insecten langer actief blijven dan we gewend zijn.” 

De veranderende activiteit van muggen heeft niet alleen te maken met hogere temperaturen, maar ook met het toenemend voorkomen van een bepaalde muggensoort, genaamd ‘culex pipiens molestus’. Dit is een huissteekmugsoort. “We hebben twee soorten huissteekmuggen: de ene gaat in winterrust, terwijl de andere, de molestus, dat niet doet. Deze mug kan zelfs in het midden van de winter overlast veroorzaken,” aldus Van Vliet.

Het toenemen van de culex pipiens molestus mug en de stijgende temperaturen kan mogelijk gevolgen hebben voor de menselijke gezondheid, hoewel er momenteel nog geen directe impact is vastgesteld. Toch bestaat er bezorgdheid over de mogelijke verspreiding van het westnijlvirus, dat in 2020 voor het eerst in Nederland werd aangetroffen. Een besmetting met dit virus kan leiden tot milde griepklachten en huiduitslag. In extreme gevallen kan een infectie zelfs leiden tot een hersen(vlies)ontsteking, wat fataal kan zijn. Met voortdurende klimaatverandering neemt het risico toe dat dit virus zich in Nederland verder zal gaan vestigen.

Hoewel het exacte risico moeilijk te voorspellen is, lijkt de verspreiding van het westnijlvirus in Europa toe te nemen. “In Nederland, waar we veel huissteekmuggen, water en mensen hebben en waar het steeds weer warmer wordt, moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat we hier op grotere schaal het westnijlvirus gaan krijgen,” vertelt Van Vliet, maar de omvang en impact hiervan zijn nog onbekend.”